596. Oud-leerlingen op het Instituut voor Doven te St Michielsgestel in 1934
1. Th. v. Donk, 2. J. Rosmalen, 3. M. Neep, 4. Rietveld, 5. ?, 6. J. Kooyman,
7. M Kamper, 8. F. Bleeker, 9. C. Wouters, 10. Cornelissen, 11. W. Kosterink,
12. W. Driessen, 13. ?, 14. G. Schroter, 15. J. Koperberg, 16. J. de Breugel, 17. ?,
18. G. Nales, 19. J. v. Heeswijk, 20. J. Bongaerts, 21. A. Broeders, 22.W. Smulders,
23. J. Vercammen, 24. G. Bemboom.
Met mijn dank aan Rene van der Veen
Reactie plaatsen
Reacties
Kent iemand mijn vader, Godefridus/Fried Verberg!? Hij komt uit Leiden. Hij is geboren 4 april 1942. Hij zat vanaf 5 jaar op st Michielsgestel dovenindtituut. Hij is nu 82.. Groet.
Wie heeft Dik Harkema meegemaakt op het door stommen instituut in St Michielsgestel ? Vanaf ongeveer 1950?
Rene en Frans, het is mij nu duidelijk wat jullie schreven over Theo Scheeren. Hij kwam als 13 jarige slechthorende en seniele jongetje op het instituut in hetzelfde tijd dat ik kwam op het instituut in september 1942. Ik werd als zesjarige bij de groep van de wrede Br. Gerinus geplaatst. En Theo ging als de kleinste groep bij Br. Theobertus. Wie de klasgenoten waren van Theo Scheeren was mij nooit bekend en ik weet niet of Theo ooit op de schoolbank had gezeten. Theo was ruim 7 jaar ouder dan ik. Hij vertoonde ook vreemde gedrag en kon niet gemakkelijk met anderen opschieten en hij durfde bijna iedereen uit de school te klappen en ieder durfde aan te vallen met woorden, wat eigenlijk nooit gezegd mocht worden. Hij was nooit op de speelplaats gezien en in latere leeftijd dat hij bij de oud-leerlingen werd geplaatst bleef hij tijdens de speelkwartier meestal aan de radio te luisteren die toen stond op de vensterbank met het zicht naar de speelplaats en hij zong hardop uit de volle borst mee met het muziek uit de radio om meer aandacht te krijgen wat hij kon. Br. Theobertus durfde hem niet van de radio weg te houden. Tussen Theo en Br. Theobertus boterde het nooit goed met elkaar. Ik vond hem wel een heel rare snuiter en daarom had hij ook geen vrienden onder de jongens. Hij mocht wel blij zijn dat hij op de boerderij mocht werken en andere vak kon hij niet leren zoals schoenmaker of zoo.
Het bleek dat Theo als weesjongen op het instituut was gekomen en volgens mij kwam hij oorspronkelijk uit Maasbree in Limburg. Zijn hele levensloop was mij niet overal duidelijk geweest. Theo zou nu als hij geleefd had al 85 jaar oud zijn geworden. Wanneer hij was overleden zou ik het nu niet weten en ook niet waar hij begraven werd. Theo had een heel aparte leven gehad op het instituut. Ik had liever geen contact met Theo willen hebben want hij flapt van alles uit en dat zal iedereen wel geweten hebben.
Frans v Rijn het wel erg leuke van je het vraag? Sorry dat je wel het gelijk heeft dat de paar twee jongens die ze van grote jongens wordt overheveld naar de oud-leerlingen door het werk van Mhr v Lierop. Zoals ook een andere paar jongens ook hetzelfde bij de oud-leerlingen zijn terecht gekomen. ( Herman de Kester en Johan de Wagenaar ) Even later werden ze teruggehaald naar de grote jongens, maar ze kregen ze wel het aparte kamer ( spreekkamer ) dat ze daar het gebruik van maken voor het ochtendontbijt. Middagmaaltijd en avondmaaltijd, maar enige later klacht Herman de Kester zich zelf over het ontvereden dat hij zelf had gemerkt dat Mhr v Lierop met hem heeft gesproken met het veel beloven en weinig geven, daarom herman ging naar huis en Johan de Wagenaar verhuisde de automatisch naar de jongenseetzaaal. Natuurlijk dat de grote jongens die elkaar hebben gesproken, ze verdachten hem dat hij op de jongens voor zijn de oog kijken om het weten te krijgen dan zou hij met Br Theobertus of Mhr v Lierop in contact opneemt. Enige jaren later vertrok hij naar huis door de advies van de directeur Mhr v Eijndhoven , maar ik kreeg het gehoor van de anderen dat hij voelde al dat was van hem bedrogen door Mhr v Lierop. Toch zeide Johan mij dat hij met Mhr v Lierop heeft overgehad en bleef hij altijd twijfelen, dus hij toch zelf ook de achter was gekomen dat Mhr v Lierop heeft hem voor de gek gehouden die het gebruikt voor hem om alles te horen en weten van de jongens.
Over het gaat van Leo Scheinder dat hij moest van Br Theobertus helemaal niets hebben doordat hij met hem in de grote speelzaal hebben gevochten met het biljartenstok en kreeg hij zeer zwaar straf en dan had Br Theobertus met Mhr v Lierop overgesproken dat hij naar de zin heeft dat Leo naar de oud-leerlingen wilde sturen dat het gebeurde wel, maar de jongens hadden het bezwaar en voelde Br Theobertus wat fout maakte en werd leo weer teruggeroepen naar de jongens. Daarom noem ik voor hem helemaal niets dat hij bij de oud-leerlingen was gekomen. Het was zeer flauwe kul van tween hebben het gespeeld.
En gaat over Theo Scheren. Oja. Vooral snap ik het helemaal niks dat Theo Scheren in het Tweede Wereld-oorlog in 1942 kwam op het instituut en merk ik van hem dat hij was een verdwaalde jongen dat toen de ik met de jongens op vakantie gingen en Theo bleef altijd op het instituut. Het blijft groot vraag. Waarom ging hij niet naar huis bij zijn ouders???? Theo was helemaal niet doof en kunt hij het beste en goed met het horenden elkaar hebben gesproken. Vooral Br Theobertus was zeer doodhekel op Theo uit het vrees van hem uit horen als Br Theobertus met Broeder bijvoorbeeld Alcuino, Leovigeld, Archangelo en anderen hebben elkaar gesproken. Daarom smeekt hij Mhr v Lierop dat Theo zo mogelijk naar de oud-leerlingen kunt sturen, dat lukt het niet omdat Theo nog niet vodoende van het volwassen was. Het was van mij het vreemd geval dat Theo op het instituut niet altijd op de speelplaats en ook niet in de klas. Hij was maar een van alle de jongens als de andere persoon horende, daarom heeft de directeur J v Overbeek hem zeer goed gebruikt naar de boerderij laten sturen. Toch was Theo erg veel goede zin op de boerderij gekomen met het horende personelen zo makkelijk in contact heeft genomen. Hij werkt daar het heel goed. Toen hij op de boerderij werkte, kreeg hij het gehoor vertelde van de anderen dat de burgemeester van St Michielsgestel heeft erg veel vaak met de Duitsers in contact gehad en begon Theo zijn het wraak dat toen hij op het voetbalveld kwam kijken en zag hij de tegenover de Burgemeester in de achtertuin stond kijken naar de dove voetballers. Theo sprak met hem zeer duidelijk stem " Weg van je dat je bent de N.S,B. dat met de Duisters in contact hebben gehad. " De burgemeester hoorde het zeker van hem het woorden goed verstaanbaar liep hij binnen. Daarna begon op het instituut wat erg laaiende dat Br Overste Cheophas met zijn erg woedend gezicht in de grote eetzaal binnen en sprak hij met Br. Theobertus en schrok hij dat was van hem groot verantwoordelijk en begon hij erg wraak op de jongens en stond hij boven op de bank, sprak met zijn twee handen gelijk open dat het ergste waarschuwing die gaat over op het voetbalveld door de jongen had met de burgemeester gezegd dat de burgemeester was de lid van N. S. B. En dan nu moet het afgelopen dat jullie nooit meer naar het voetbalveld kwamen voetballen. En ook niet meer onder de wandelen de langs het huize Ruwenberg en kleine Seminarie naar de Duisterwacht kijken. Vooral hij was zeer doodsbang dat zou de Duitsers hem wordt opgepakt en vervoerd naar de contratiekamp. Ik keek hem zeer spannende met het ergste kwaad woorden. Het bleef wel in lange dagen duren, eindelijk zakte hij weer rustig.
Natuurlijk voor de jongens vonden het niet prettig dat ze voelden hun schuldig door Theo het woord heeft gezegd.
Mhr v Lierop was ook erg kwaad en heb ik wel gehoord verteld dat wou hij Theo straffen naar de Voorburg Vught daar ter plaats wordt ingesloten, maar durfde hij het niet dat hij van te voren wel heeft overgedacht dat zou het gevaar op het instituut zouden kunnen gebeuren. Toen het bevrijding in St Michielsgestel de even jaar later stond het klaar dat Theo Scheren voorgoed bij de Oud-leerlingen terecht was gekomen, maar duurde het niet lang dat Theo was geheel vrij om van het instituut te verlaten dat hij de andere baan heeft gevonden waar dat niemand weet het dat. Zo in de periodejaren van 1942 --- 1949 het spel op het instituut van Br. Theobertus en Mhr v Lierop samen hebben gesproken en later het gaat wel beter door het veranderd voor de jongens die voor het eerste de Verkenners op het instituut was begonnen. Zeg Frans nu weet wat Theo van het vroeger op het instituut heeft doorgemaakt.
Rene' van der Veen.
Rene, was Theo Scheren een van de oud-leerlingen bij de oud-leerlingen? ik ken hem heel goed, maar ik weet niet bij welke broeder hij in de klas heeft gezeten. In mijn laatste jaren op het I.v.D. was Theo bij de oud-leerlingen geplaatst, net als Leo Schneiders. Hij heeft altijd op de boerderij van het I.v.D. gewerkt, maar kwam haast nooit op de speelplaats. Weet je daar misschien iets van?
Hier vertel ik nog de enige oud-leerlingen die van hun geen foto's heeft geplaatst. Eerst het verhaal door Frans v Rijn dat gaat over Jan Kooymans die ik alles heb gelezen en stond ik van te kijken. Het was wel verschrikkelijk dat Jan zelf heeft geleden door het geplaagde jongens dat ging Br Theobertus mee dat vond hij erg leuk. Dat ik wel heb gemerkt dat jan in de oud-leeringen eetzaal aan de tafel voor het eten, plotseling begon hij huilen en vroeg ik hem wat was er de hand? Maar jan sjouwde mij dat wilde hij helemaal niets zeggen. Ik heb doorgegeven aan de Broeder Damacenus en kwam hij naar hem toe dat toch helemaal niets hebben gesproken. Ik wist dat Jan zit zich zelf dwars dat wist hij het goed dat voor hem zo te veel last heeft gehad door het geplaagde jongens. Zoals precies hetzelfde ook tegen Joop Koperbergn enige anderen. Het was grote fout van de Broeders dat ze op hem geheel opzij hebben gezeten. Bij de oud- leerlingen zijn nog altijd groot problemen met elkaar met zonder of weinig steunen van de groepsleider Br Corsinus.
Geen foto nr 25 J v Iersel. Van hem als de aparte van de oud-leerlingen dat hoort hij het meermalen van het buiten instituut daar woonde zijn de familieleden in de omgeving van de dorp St Michielsgestel. Voor hem alleen de doel als de drukker in de drukkerij en leefde het gewoon op het instituut met zijn eigen kamer, toch voelde hij helemaal niet thuis op het instituut. Daarom hij zo erg veel vaak van het instituut zijn weggegaan. Groot vraag of hij het vroeger op het instituut op de school heeft onderwezen ???? Hij praat nooit over van zijn het leven van het vroeger. Ik vond van hem wel een beetje de rare leerling.
Geen foto nr 26 Marinus v Uden ( toch niet familie van Mhr A v Uden priester-leraar ) wel elkaar goed hebben gekend.
Hij kwam uit Vugt dat was hij getrouwd, toen zijn vrouw was overleden en zijn zoon heeft zijn vader naar het instituut gebracht en kreeg hij de speciaal kamer en de boven in de kleermakerij werkt hij wat het gemaakte kleding voor zijn klanten. Hij was de kleermaker. Hij was zeer vriendelijk en rustig man dat maakte hij wat het grapjes verhaal dat hoorde ik altijd graag met hem en heb erg veel gelachen. Het was wel korte jaren later overleed hij.
Geen foto nr 27 N Bierens, nog veel later was hij op het instituut gekomenen werkt hij op de boerderij, daar heeft hij erg veel plezier van gehad en dikwijls in contact met de directeur J v Eijndhoven. Ik heb heel weinig met hem heb gesproken.
Geen Foto nr 28 Ed Onqanae de afkomstig uit Zeeland ( Zweesche Vlaanderen) ik kende wel van hem, maar heb ik erg weinig vernomen en weet ik niet veel over hem.
Geen Foto nr 29 M v Hoek. Hij was voor het laatste tijd op het instituut gekomen. Hij was de afkomstig van Heesch en werkt hij in lange jaren in het Ziekenhuis St Johannes de Deo in Den Bosch, toen ik in 1954 hem heb gekend dat kwam ik ook in het ziekenhuis voor 9 maanden. Hij woonde het jaren lang bij zijn moeder die verzorgde hij voor haar.
Van s' morgens en ' savonds en weekend dat hij met het vervoer per bus van Heesch naar Den Bosch op elke dagen. Toen zijn moeder overleed was en kreeg hij met de pensioen van het ziekenhuis. Door het maatschappelijk werk had voor hem gezorgd dat hij op het instituut werd opgenomen bij de oud-leerlingen. Hij was zeer vroom man en rustig en kalm. Een blinde oud-leerling ( zijn naam weet ik niet ) kreeg nog alijd de steun van M v Hoek die samen onder de arm naar de speelzaal, eetzaal, kapel, slaapkamer en ook het buiten de langs tuin van de Broeders gingen wandelen. Elkaar hebben met de vingerspellingen op zijn hand van inplaats het gebaren of gesproken. Zo erg mooi om te zien dat ze elkaar het naastenliefde hebben geleefd.
Geen foto nr 30 H Geritzen . Iedereen kende hem heel goed. Hij was de tafelbediende van de kleine/grote en oud-leerlingeetzaal met rustig vriendelijk gezicht, maar van hem wel erg ongelukkig dat de anderen contacten met hem helemaal niet. Maar wel alleen de contact met Jozef Vercammen en Gerard Bemboom. Zijn de geheugen betreft niet met 100 procent en zag hij altijd erg leuke van de andere oud-leerlingen met elkaar de ruzie hebben gemaakt. Van zijn het groot klacht dat hij bracht met de wagen wat het eten er op door de verre gang naar de plaats ( waar het vroeger de drukkerij stond ) en weer terug naar het beneden. Van hem wordt het werk door de dienstmeisjes overgenomen. Huub Geritzen zo eindelijk rust met pensioen voor twee gulden en vijftig per maand in zijn zak. Ja tuurlijk niemand kunnen het geloven dat de enige leerlingen op het instituut verdienen de elke maand voor een rijksdaalder, behalve Gerard Beboom niet dat hij de elke maand het geld van zijn familie uit Slagharen heeft ontvangen.zo het vroeger zeer goed koop van de oud-leerlingen op het instituut hebben gewerkt.
Geen Foto nr 31 G Krover. Hij was een ziekelijke oud-leerling die lijdt aan zijn de suikerziekte dat wordt het behandeld door de Br Damacenus. Hij kreeg de dpeciaal de medicijnen en ook wat hij zeer keurig de voesdel wat hij wel of niet mocht eten. Hij leefde op het instituut alleen maar zitten op de stoel en zeer moeilijk de bewegingen aan zijn benen, voeten en handen, dat dacht ik van de zuikerziekte in beenderen, bloed door het hele lichaam. Gelukkig voor hem duurde het niet lang op het instituut dat was hij overleden met het verlossing van het lijden.
Geen foto nr. 32 Bert v Berlo hij was als de jeugd en oud-leerling van het instituut. Hij was niet altijd gelukkig op het instituut dat hij erg veel last heeft gehad door het geplaagde jongens met 3 Broeders Theobertus, Alcuino en Leovigeld. In de kleermakerij ook hetzelfde door Br Aretas dat hij zo erg veel heeft gemaakt. De oorzaak van hem de minderverstand vermongen jongen. Zijn ouders hebben drie dove kinderen 2 Zoons en 1 dochter die ze allemaal op het instituut zijn geweest. Zijn broer Theo wat anders en zijn zus Joke dat was ergste gehandicapt die kunt ze wel praten, maar was zeer onverstaanbaar. Na de schooltijd van haar werd bij de dames oud-leerlingen opgenomen en werkt ze in de grote keuken, daar heeft ze erg vaak ruzie met de Zusters en zijn weggelopen naar huis. En later ze was getrouwd met Henk de Vogt heeft maar een zoon die heet Tonic woonde ze in Breda
Allemaal met hun ouders woonden in de dorp Gemert. Zo Bert als de oud-leerling op het instituut werkt als de huisknecht daar voelde hij helemaal geen leven op het instituut, daarna was hij in de stilletjes van het instituut weggelopen naar huis hetzelfde als zijn zus Joke
Geen foto nr 33 P Wijnands de oud-leerling de afkomstig uit zuid-limburg. Hij werkt met Jozef Vercammen in de klein/grote slaapzaal waar daar het kleding en schoeisel van de jongens moesten controleten die wat de stuk dat werden gebracht naar de Kleer/schoenmakerij. Piet Wijnands kunt het wel goed praten en geheugen die kende hij de namen en nummers van alle jongens het goed.
Maar hij beviel op het instituut helemaal niet en zoekt hij onder de vakantie naarzijn het werk dat heeft het gevonden. Hij kreeg de baan bij het gesticht der Broeders in Kerkrade, daarna ging hij van het instituut verlaten dat vond hij te gek dat hij voor twee gulden en vijftig cent per maand heeft verdiend. Belachelijk zeide Piet!!!!
Nu het hele verhaal van de oud-leerlingen op site heb geschreven en voor iedereen kunnen op het gemak lezen van het verleden jaren op het instituut bij de oud-leerlingen.
Rene' van der Veen.
Veel van die oud-leerlingen van het I.v.D. ken ik goed. Ik heb ook wel geschreven van mijn postbode in het I.v.D. en dat was Jan van Heeswijk.
Over Jan Kooyman wil ik hier iets vermelden en dat is echt gebeurd. Veel jongens die onder leiding van Bro. Theobertus waren plaagden Jan Kooyman dikwijls. Bro. Theobertus liet dat maar door en op een keer was dat weer zo een geplaag dat jan begon te huilen, en de jongens lachten hem uit ook Bro. Theobertus deed mee. Maar op een zondag kreeg Jan bezoek van zijn broers en zussen en Jan heeft alles in gebarentaal verteld aan zijn familie, onder dat gesprek met zijn familie begon Jan weer te huilen. Toeg greep zijn oudste broer in en ging naar Bro. Theobertus en gaf hem een flinke uitbrander die ook voor de jongens waren. Bro. Theobertus beloofde dat het niet meer zal gebeuren en dat is goed gehouden. In de wintertijd van begin 1951 kwam Jan te overlijden. Natuurlijk was er een mooie begrafenis die door Mr. van Lierop werd geleid en de verkennersgroep was ook aanwezig als alkolieten en dragers van de kist.
Het was toen erg koud. Na de H. Mis moesten we weer de sacristie binnen gaan, want Mr. van Lierop moest zich weer verkleden. Allereerst deed hij zijn winterjas aan en daarover de waden die gebruikt moest worden, dus dik gekleed was hij en de alkolieten niet. Van Lierop kon gemakkelijk naar buiten gaan, maar de alkolieten niet en dat zag van Lierop wel. Na de dienst op het kerkhof gaf Mr. van Lierop een opdracht en dat was in een flinke pas naar het I.v.D. Hijgend kwamen wij in de sacristie en Van Lierop heeft toen goed gelachen. Maar wij niet hoor, hadden nog erge kippenvel van de kou.
Vervolg.
Foto nr. 10. Jan Heeswijk. Hij was de afzonderlijk als de oud-leerling met het vriendelijk gezicht en werkt in de drukkerij. Hij maakte niet veel contact met de oud-leerlingen. Als hij in de eetzaal kwam voor het eten, nadien stapt hij op en liep weg naar de zijn kamer of naar het buiten van het instituut de weg naar de dorp of elders.
Hij wist het veel van het instituut wat de anderen hebben meegemaakt. Hij houdt zich zelf alleen van horen, zien en zwijgen. Van zijn het zilveren jubileum de werkzaam in de drukkerij en hij kreeg de koninklijk onderscheiding van zijn grote verdienstelijk.
Foto Nr 20 Jan Bongaerts. Hij was zeer fijne man en oud-leerling van het instituut, Hij was de afkomstig van Tegelen, Hij was de goede kleermaker en ook de liefhebberij van de konijnen in onder van de grote speelzaal daar voederen hij 2 maal per dag. Op het instituut voor hem helemaal geen probleem dat voelde hij als zijn thuis. Maar de andere vond hij zielig dat de jongens voor de straf dat hun haren wordt geheel weggekniopt door het opdracht van Br Theobertus en ook van Br Chrijsologus. Gelukkig mochten de jongens zelf kiezen van hun haar iets kort laten knippen.
Hij praat erg veel met mij en samen wat het gezellig en ook het buiten van het instituut bij Dhr Cox die hij werkt ook in de Drukkerij van het instituut en hij was ook afkomstig van Tegelen.
Foto Nr 21. Antoon Broeders. Zo het bekende man die maakt hij wat grapjes, Hij was de afkomstig van Dongen, toen hij 6 jaar oud was werd op het oude instituut opgenomen, zoals G Nales hetzelfde op de school heeft onderwezen met het gebarentaal/vingerspelling. Toen hij de volledig klassen heeft afgemaakt ging hij van het instituut verlaten en werkt hij in de schoenmakerij die viel voor hem het moeilijk dat hij de werkgever niet makkelijk in contact met het gesprek en las hij de Vriend dat het gevraagde de schoenmaker op het instituut keerde hij terug op het nieuwe instituut, Daar werkt hij in lange jaren in de schoenmakerij. In vrije tijd ging hij zo dikwijls naar de dorp in de cafe bij de houtenzagerij stond zat hij op de stoel met de anderen in het gezelschap met het gebruik de lei met griffel schrijven. In de schemerlingavond na de drinken van borrel ging hij iets dwars naar het instituut , dat Br Overste Lotharius had gezien en vermeld hij met de directeur J v Overbeek. Na het lofavond kwam hij in de eetzaal vroeg hij aan A Broeders. Waarom hebt je te veel gedronken? en antwoordt hij dat heeft helemaal niet veel gedronken, maar een paar glaasje borrel dat mag ik drinken van in hele weekheb gewerkt in de schoenmakerij. De directeur gaf hem het gelijk en zeide hij doet je maar wat je het graag heeft. A Broeders was zeer doodhekel op de cafe van der Staak dat ze met het instituut hebben hem bespionneerd.
Foto Nr 22. W Smulders de oud-leerling die hij was de slechthorende en werkt hij in de drukkerij. Hij was de afkomstig van Dreumel. Hij was wel aardig man, maar kan hij het goed opdonderen als wie het fout maakte. Hij deed met mij altijd voor het plezier de vechterbazen met het gesprek. Bijna elke zondagochtend na het preek kwam de directeur J v Overbeek dat hij zo heel graag met W Smulders in contact met het gesprek. Zo ja dat hij was al 3 jaar als de kapelaan in Dreumel die kenden elkaar het goed. Het was zeer leuke ontmoeting van ze en sprak hij ook naar de andere oud-leerlingen.
Toen ik klein was weet ik nog dat W Smulders het verkleed als de zwarte piet dat gaf hij mij opdonderen dat ik in tijd wel stout ben geweest. Hij leefde met het geliefde Sinterklaas ( Br Beatus ) in het jaren op de avond 5 december en later de opvolger aan Br Alcuino als de sinterklaas viel W Smulders erg tegen en het volgende heeft hij geen zin meer.
Elke maand in 2 keer ging hij met G Nales en A Broeders samen naar de dorp in de cafe zaten ze elkaar het gezellig en kwam de huisknecht van de klein seminarie Beekvliet er bij in de resturant de drie zwaantjes. Ik kwam ook altijd bij ze aan de tafel zitten drinken. Ze vertelden het verhaal over het verleden jaren wat ze op het instituut hebben meegemaakt, Zijn het verhaal van over de oude en nieuw instituut bleef toch vergelijking over de strenge regels door de Broeders op de jongens.
Foto Nr 23. Jozef Vercammen het bekende goed voorbeeldig voor iedereen op het instituut dat hij nog altijd zeer gelukkig op het instituut heeft geleefd, maar dit jaar voor 1938 was hij in het gesticht te Udenhout dat had ik helemaal niet begrepen, want het gesticht in Udenhout ligt het vlakbij het instituut voor doofstommen in St Michielsgestel, doch hebben het niet geweten, alleen door A v Uden de priester-leraar van het instituut, maar ligt niet op de wonder want was zeer toevallig dat de rector proiester van het gesticht in Udenhout kent Mhr v Uden zeer goed. Als Mhr v Uden niet op het instituut terecht kwam wat zou Jozef Vercammen doen of voor altijd in het gesticht moest blijven. Het kan dat door God de voorziening heeft gestuurd op wie???
Foto Nr 24. Gerard Bemboom. Hij was als de jeugd en de oud-leerling van het instituut. Dat hij de vroeger op de school zat dat kunt hij helemaal niet volgen van het leren, lezen, rekenen, Alleen hield hij de klusjes bijvoorbeeld de tekeningen op papieren. Niemand kunnen voor hem de goede kans geven voor het betere oplossingen. Door de maatvol werd hij naar huis gestuurd en later wederom tetug op het instituut dat bleef hij nog steeds hetzelfde en werd voor 2e keer naar huis gestuurd. Na de bevrijding van Nederland keerde hij terug op het instituut dat het gebruik voor hem bij de oud-leerlingen, maar Br Cesarius zijn de liefde had geprobeerd voor Gerard nog verder kunt onderwezen met het gebarentaal ( maar het was verboden met het gebarentaal in de klas onderwezen ) toch deed Br Cesarius voor Gerard in het apart klas bleef onderwezen. Later was het goed geslaagd dat Gerard leefde op het instituut zeer gelukkig en wat voor hem het mooiste ondekking van de vlinders, insecten, vogels dat heeft alles in de boek met het geleurde getekend. Het ziet naar het waardevol van hem naar het natuur ondekking dat God heeft hem gegeven.
Rene' van der Veen.
Vervolg.
Foto Nr 13. ???? De Naam weet ik het niet en ik ken hem ook niet.
Foto Nr 14. G Schroder Hij was altijd eenzaam oud-leerling en praat hij bijna niets. Hij leefde van zijn eigen de weg naar de schoenmakerij, eetzaal, kapel, slaapzaal, speelzaal en vooral nooit met het naaste persoon bij zitten. Het lijkt wel op dat hij was een kluizenaar van het instituut.
Als ik met hem praat en antwoordt hij maar een stuk woord terug. Hij werkt altijd heel goed in de schoenmakerij dat kende hij het goed aan zijn het werk van de schoenenlappers. Br Theocritus, Br Epolonius en Br Rupertus mochten altijd graag met hem omdat hij zeer gemakkelijk leerling was.
Hoe was het mogelijk dat in de schoenmakerij daar 2 oud-leerlingen samen op hetzelfde plaats hebben gewerkt, toch hadden elkaar nooit nooit gesproken met het gebaren, toch hebben ze nooit het problemen gehad van het werk.
Foto Nr 15. J Koperberg. Hij was een gewoon losser oud-leerling, maar was hij zo vlug opgevliegende kwaad als hij helemaal niet mee eens.. Als de gepeste jongens met hem maakte Joop zo erg laaiende en schreeuwen ging hij naar overal toe met de Broeders komt vertellen. Daarom de enkele Broeders hebben wel toegelaten, als Joop in de eetzaal, speelzaal, speelplaats aankwamen en soms wat bemoeit Joop wel op de jongens dan zeiden de Broeders helemaal niets. Hij loopt de mank dat heeft hij zijn het verschil van het lengte benen en droeg hij een speciaal schoen met de hoge haak. Hij werkt zo het bekende de goede veeger op de speelplaats als de bladeren van de bomen schommelen naar op het grond. Dat vond hij altijd plezier van dat hij samen met de oud-leerling Jan de Breughel de kleinste man van het instituut.
Joop had altijd naar de zin met Br Theobertus in contact met het gesprek of verstaat hij van Joop het woorden uitspreekt ???? Maar Mhr v Lierop had helemaal niet mee eens dat Joop zo vaak bij de jongens binnen kwam. Joop spreekt altijd met zijn grote druk van dat wie hem niet kan volgt.
Foto Nr 16. J de Breughel. Het bekende de kleinste mannetje de oud-leerling. Hij was een gewoon doofleerling en de afkomstig van Eindhoven. Hij was de huisknecht van het instituut en werkt hij bijna overal bij de jongensafdeling in de lange gang, trappen en bovenste gang en speelplaats van klein en grote jongens. Vroeger was het ouderwets dat het werk aan het schoonmaken die het gebruiken met 2 handen. Jan dweilde met het natte doek op de verre gang van het begin van het voorgevel tot het eind van het achtergevel van het instituut. En ook de trappen met 4 delen . A, Trap de schuintegenover de spreekkamer. B. Trap van het vlakbij de kleine eetzaal C. Trap het naast de ingang naar de kapel D. Trap het naaste van de drukkerij en boven 2e verdieping hetzelfde trappen. Het was heel groot werk door drie oud-leerlingen zijn Kan de Breughel, Joop Koperberg en Dhr v Driessen. Br Placintius regelt de elke dag wat ze het gingen werken, Maar weet niemand het dat het waren fout gegaan. Op de eerste plaats de leerling Dhr v Driessen werd gestuurd naar Vught. J de Breughel kreeg het ziekte van Rheuma van zijn handen. Joop Koperberg van zijn leven ging achteruit.
Jan praat zich zelf als de trots mannetje dat hij de afkomstig van de stad Eindhoven dat de grote man van Philips fie hij de groot gloeilampen fabrieken werden gebouwd met de duizenden arbeiders daar hebben gewerkt. Zo deed Jan altijd een nette man als het hoge piet met zijn een mooie kamer van zit en slaapkamer de bovenzolder met hele hoop spullen dat wat hij op het instituut heeft gevonden. Naderhand was het gevaar van het leven Jan de Breughel dat hij zeer ergste had gewaarschuwd dat hij de knappe jongens weg moest blijven, Toch deed hij kleine fout en werd hij door Mhr v Lierop naar het gesticht in Dongen gestuurd onder het toezicht van de Broeders van onze lieve vrouw van lourdes door het gesprek van Br Theobertus dat hij het gehoor verteld van de jongen met inverband de misbruik van sekseueel. Later toen hij overleed was werd hij terug op het ivd kerkhof.
Foto Nr 17, Van mij wel bekend, maar zijn de naam weet ik niet.
Foto Nr 18. G Nales de oud-leerling als de dove postbode van het instituut. Hij was de afkomstig van Lichtenvoorde-Groenlo ( achterhoek van Nederland ( Van Hem het leeftijd 6 jaar werd op het oude instituut in Nieuw-Herlaer opgenomen. Op de school leerde hij zeer vlot en goed, maar hij kunt helemaal niet praten, maar het gebarentaal doet hij zeer buitengewoon goed en ook zeer duidelijk de vingerspelling met de doofstommen personen in contact hebben gehad. Soms had hij wel gemopperd dat was het boodschap achterliet dat vond hij niet prettig. Hij werkt via de drukkerij en de post pakket anderen werden in de wagen gelegd en bracht hij de onderweg van het instituut over de dommelburg naar de postkantoor in St Michielsgestel. Zo in het lange jaren in 4 jaartijden van lente, zomer, herfst en winter met het mooie weer, regen, wind, mistig, sneeuw, ijzel. dat G Nales heeft doorgemaakt . In vrije tijd op het weekend ging hij naar de dorp in de cafe de borrel drinken en de contact met de mensen in het gebruik de lei met griffel. Onder de vakantie ging hij het meeste naar de dorp Groenlo bij zijn neven en nichten op bezoek en logeren.
Hij gebaarde met de vingerspelling maakt het heel goede zin zoals het horende mensen het spreekt. Hij leefde op het instituut met de omringde van zijn beste vrienden A Broeders en W Smulders.
tot de volgende keer
Rene' van der Veen.
Het vorige verhaal de onaangenaam van het leven bij de oud-leerlingen, maar nu wordt het langzaamerhand de verbeteringen doordat het verdween van Br.Overste Cheophas in 1945 en later verlaten de priester-leraar A v Lierop, Br.Corsinus en Br.Overste Lotharius van het instituut. Br. Beatus de overname can Br. Corsnius de groepleider van de oud-leerlingen dat gaat het goed met iedereen, maar was te korte tijd dat Br. Beatus de wegens van zijn het gezondheid heeft neergelegd en volgt de nieuwe grpepleider Br. Ignatio. Hij was zeer geliefde broeder voor idereen met zijn het goede behulpzaam aan de oud-leerlingen. Het duurde niet lang meer duren doordat de oud-leerlingen de langzaam in het elke jaren zijn overleden. Behalve de oud-leerling Jozef Vercammen was het laatste van zijn het leeftijd 86 jaar verhuisde naar het gebouw St Martha bij Dames oud-leerlingen, daar leefde hij het gezelschap met de Zuster Gertruidia zo mooi voor hem het mooiste leven dat het verleden jaren waren voorbij. Pas over 4 jaar later in 1994 overleed hij van zijn het leeftijd 90 jaar en begraaft op het ivd kerkhof, waar zijn het graf met juiste op plaats dat hij was het laatste oud-leerling van het instituut van 1938 ---- 1994 in 56 jaren lang op het instituut heeft geleefd en gewerkt. Enige jaren geleden kwam ik op het ivd kerkhof en zag ik daar de elke oud-leerlingen rusten in elke graf en weet ik over ze op het instituut te veel hebben opgeofferd van hun het leven en nu iedereen de zielzaliger voor het eeuwig gelukkig in het hemelse paradijs. Zeg men dat ik leef nog op het ivd kerkhof kwam toch hier bezoeken voor de oud-leerlingen die ze hier rusten tot de wederopstanding van het nieuwe leven voor het eeuwig gelukkig.
Foto Nr 1. Th v Donk. dat wist ik niet veel van hem, maar wel het bekende persoon dat hij de grote liefhebberij op de dieren dat hij nog altijd op de dag het overblijfsel boterhammen van de oud-leerlingen en grote/kleine jongens en ook van de Broeders Keuken in de grote zak werd ingestopt, ging hij naar het voetbalveld waar daar het schapen grzaen, laat hij het overblijfsel boterhammen in de grote voedbak in stal in de hoek stond. Zie de foto op ivdvariatie log 79.
Maar voor hem een ding dat was hij niet gelukkig dat Br. Josaphat kwam bij hem van het klachten die gaat over de te veel uitwerpsel van het schapen op de weide (voetbalweide) die hoort er niet bij voor de voetballers op het veld gingen voetballen. En dat het schapen van de weide weg in de stal moest blijven zeide Br. Josaphat dat hij als de scheidsrechter zelf heeft beslist.
Th v Donk trekt helemaal niets van hem wat hij hem heeft gezegd. Hij zeide ook dat op de weide door het schapen hebben opgegrazend dat brengt het weide schoon met zonder het onkruiden en later werden het schapen naar de andere weide overgebracht waar daar de koeien op de weide grazen. Th v Donk was zeer teleurgesteld en gaf hij zijn de moed weg en verder geen zin meer van het leven. Enige jaren later overleed hij en begraaft op het ivd kerkhof.
Foto Nr 2. O. Sorry de naam van Jan Rosmalen klopt het niet en weet ik de naam van foto 2 Dhr de Springers.
Hij was een chargrijn leerling, maar voor hem was zeer ongelukkig dat de jongens kunnen hem niet uitstaan die ze pesten hem met het gebaren het bult op de hand en met de mes oversnijden. Zo was hij erg kwaad met zijn bij de angst nare gedachten die was wel gevaarlijk.
Bijna alle Broeders zijn van hem de heel voorzichtig de opzij in de gang voorbij gelopen. Hij kon er niets aan doen door de zijn ziekte. Hij werkte als de schoonmaak in de tuin van de Broeders en bleef met trouw jaren lang van zij het werk. Toen hij erg ziek was en begon de doodstrijd in bed en kwam de priester bij hem het naast bed voor het gebed en H. Oliesel heeft toegediend, later stierf hij zeer rustig en begraaft op het ivd kerkhof.
Foto Nr 4. Matthijs Neep. Hij was de buitengewoon geliefde en goed oud-leerling die gaf hij zijn het gezicht met het lachende en vriendelijk op iedere jongens en Broeders. Toen hij na zijn het leeftijd 4 jaar oud was dat door Mgr A Hermus voor hem de ecpres heeft opgenomen op het oud instituut . ( de normaal leeftijd 6 jaar ) Hij werd goed verzorgd door de Zuster in het apart kamer. Hij kon helemaal niet praten, maar wel goed het gebaren kunt volgen. Hij heeft in het jaren lang door het oude en nieuwe instituut opgevoed en werkt hij als de tafelbediende van de grote jongenseetzaal en kwam hij elke dag in de eetzaal binnen, groet hij op iedereen. Br. Theobertus leefde nog altijd goed met hem. Bijna 70 jaren leefde hij op het instituut en kreeg hij het ongeneeselijk ziekte en werd in de ziekenkamer opgenomen. Zijn het toestand was erg krietiek en kreeg hij de H. Oliesel door Mhr v Uden en vroeg hij hem bidt voor mij als je in de hemel bent. M Neep antwoordt met het gebaren ja. ja. ja. Daarna stierf hij met het laatste lachende adem en begraagt op het ivd kerkhof.
Foto Nr 4. N Rietveld. Ik ken hem wel goed toen ik klein was en verder heb ik helemaal geen vernomen welke het beroep hij op het instituut. Hij was de goede contact met G Nales en A Broeders dat ze elkaar samen met het gebaren/vingerspelling hebben gebruiken.
Foto Nr. 5 Jan Rosmalen. Hij was wel beetje de afzonderlijk van de oud-leerlingen want zijn de familie waren het rijkste mensen dat hij de familie in St Michielsgestel woonde in het gebouw witte villa het vlakbij van het huize instituut Ruwenberg en nog de andere familieleden in Den Bosch, En ook de achterneef van de oude directeur Mgr C Terwindt de rijkste priester waaonder het nieuwe gebouw van het instituut het geheel met de stenen werden gebouwd die kwam van de familie Terwindt de stenenbedrijf. Zoals hij toen het gebouw van het instituut gereed was en heeft hij het gouden de aartsengel H Michael aangeboden die nu de boven op de top stond.
Jan Rosmalen was doof geworden dat heeft Mgr C Terwindt er voor gezorgd om zijn de achterneef naar het instituut heeft gestuurd en heeft in de testemant opgemaakt dat Jan Rosmalen van zijn het hele leven op het instituut mocht blijven. Maar hij was niet makkelijk leerling met zijn erg te veel klachten over het maaltijd en avondontbijt.
Ik snap er niks van dat Hij het meermalen het weekend van vrijdagavond tot met zondagavond van het instituut naar zijn familieleden thuis kwamen logeren en in de week van maandagmorgen --- vrijdagavond voor 5 dagen op het instituut dat bleef hij altijd klachten en dan de preister-leraar Mhr v Lierop kreeg het gehoor van de Zuster ( waarschijnelijk door Borgia of andere ) dat wou hij Jan zo mogelijk van het instituut verlaten op zijn eigen weg kunt zoeken, maar de directeur J v Overbeek hield er tegen, want wist hij dat de testament van Mgr C Terwindt in de boek heeft geschreven.
Jan werkt in de drukkerij en kreeg hij de maandelijkse salaris met het aftrek van de kostwinner en blijft de netto over en begon hij wederom klachten dat op vrijdagavond tot zondagmorgen wordt het onkosten afgetrokken dat vroeg hij het bedrag terug op zijn bankrekening. Natuurlijk niet dat het bezit van Jan de meubels, kleding, schoeisel, ondergoederen en anderen nog in zijn slaapkamer op het instituut die worden ook kosten betaald. Hij leefde niet zoals de anderen dat lijkt op van hem zijn eigen weg naar toe wilde hij ging.
Foto Nr 6. Jan Kooymans het bekende de schoenpoester leerling. Hij was wel rustig man, maar van hem soms eigen de dwars op wie???? Hij liep te scheef dat zijn benen het verschil van de lengte dan loopt hij soms niet makkelijk. Hij was als de schoenmaker en heeft zeer weinig contact met de anderen. Toch vond hij niet prettiger dat de jongens hadden van af en toe hem gepesten, toch jan bleef kalm met zonder het klachten. Jan lacht en vriendelijk deed hij nooit.
Foto Nr 7 M Kamper. Zo zeer weinig jongens kenden hem niet . Hij was de afkomstig van een kleine dorp de boven stad Alkmaar. Hij was goed leerling en rustig met zeer weinig contact met de anderen. Ik wist het niet welke beroep heeft hij op het instituut ????
Foto Nr 8. F Bleeker de langste man en leerling. Hij was zeer kalm en rustig en werkt hij als de kleermaker op het oude instituut en met de pensioen op het nieuwe instituut en zijn de ziekte de hartafwijkingen dat heb ik gehoord verteld dat hij heeft maar 2 hart dat willen zeggen van het onderzoek bij de arts de uitslag dat F Bleeker had een groot hart en moest hij maar kalm houden.
Foto Nr 9. C Wouters van hem weet ik het niet dat hij wel eerder was overleden.
Foto Nr 10. Dhr Cornelissen. Vorige verhaal heb ik over hem geschreven over van zijn overledende broer. Weet je wel of niet dat hij was een anders leerling toen hij in de zijkapel binnen en onder de communie ging hij naar de communiebank dat de priesters J v Overbeek, v Uden en v Lierop hun de communie aan de leerlingen uitdelen en voor een oud-leerling Dhr Cornelissen zo erg heel voorzichtig de H Hostie met zijn duim en wijsvinger aan minder de helft van de tong uitdeelt en trok snel af van de tong, anders bijt hij zo snel. Zo deed hij voor altijd en de jongens spraken van hem dat zijn tanden was zeer vlijmscherp als de mesjes. Anders de twee vingers zouden geheel stuk kwijt dat hij heeft helemaal niet gedaan, want door de zenuw in zijn bewegingen tanden.
Foto Nr 11.W Kosterink. Ongeveer de helft van de jongens herkende hem niet. Hij was de kleermaker met zijn goed trouw vriend van de oud-leerling Jan Bongaerts. Hij was zeer geliefde man, maar het was jammer dat hij kreeg erg zo vaak het geplaagde door Br. Aretas de kleermaker-leraar, dat vond hij erg veel plezier van. Toen de kleermakerjongen van de vakantie weer terug op het instituut en de volgende dag ging hij naar de kleermakerij en legde hij de kunst ontlasting op de grond waar de oud-leerling W Kosterink ter plaats op de kleermakertafel zat en hij keek naar de grond en schrok hij dat de ontlasting op de grond lag en zeide hij dat heeft het niet gedaan dus waarschijnelijk dat de hond in de kleermakerij binnen was gelopen ( hond van Br Severinus ) Br. Aretas zag dat schopt hij die weg en zeide hij hem dat je bent de vieze dove oud-leerling.
W Kosterink liep weg met de ogen tranen naar het beneden waar toe.... Het was zeer verschrikkelijk van het woord door Br. Aretas wat hij hem heeft uitgescholden. Br. Servus en Br Tatianus allebeiden stonden stil en vinden ze dat was erg teleurgesteld. Jan Bongaerts staakt van zijn het werk en volgt hij naar zijn vriend W Kosterink.
In de kleermakerij overal nu als de gekke Br Aretas bleef het gewoon met het lachende gezicht. Toen W Kosterink erg ziek was en overleed hij in 1943. Het verlies van het goede kleermaker waaronder Br Servus mist hem heel erg evenals Jan Bongaerts dat hij helemaal alleen in de kleermakerij heeft gezeten en gewerkt.
Tot de volgende keer.
Rene' van der Veen.
Vorige verhaal dat ik wat over heb geschreven. Jammer dat ik vind niet leul voor de oud-leerlingen op het instituut dat ze in de onderdrukking door de Broeders hebben geleefd. Hier gaat over de samenleven van de oud-leerlingen. Eerlijk gezegd ik kan niet geloven en ook niet begrijpen dat ik wat alles heb gezien. Hoe het leven van de elke oud-leerlingen op het instituut hebben doorgemaakt? De enige minderverstand vermogen leerlingen leefden nog altijd eenzaam die deden bijna nooit met elkaar hebben gesproken. Ze kunnen helemaal niet zelfstandig naar het buiten van het instituut in de dorp gingen wandelen. Behalve een oud-leerling Jozef Vercammen ging nog altijd in het weekend het buiten van het instituut wandelen naar het verre dorpen en steden. De andere normaal oud leerlingen kunnen het gewoon van hun vrijheid naar het buiten van het instituut met de mensen omgaan.
Maar de samenleven bij de oude-leerlingen gebruiken het helemaal niet onder de tijdens van het bezoek in het instituut kwam Mgr A Hermus de directeur van IVD nooit bij de oud-leerlingen in de speelzaal voor het gezellig bijelkaar met het gebaren/vingerspelling en spreken. Misschien denk ik of dat Mgr A Hermus kan niet goed in contact met de oud-leerlingen, omdat hij niet goed het gebaren en vinger-spelling kunt volgen. Juist dat ik ook van hem nooit heb gezien en gesproken. Ditecteur J v Overbeek kwam altijd heel graag met de oud-leerlingen in contact in de eetzaal dat van hem zeer groot plezier met het gebaren in grapjes woorden. Het meeste van hem op bezoek bij de oud-leerlingen in het weekend dat vind ik van hem zeer groot fantanische directeur, en ook Mhr v Haandel en Mhr Bartels allebeiden het goede contact met de oud-leerlingen, behalve Mhr v Uden en Mhr v Lierop helemaal niets.
Mhr v Eijndhoven directeur kwam ook het meermalen bij de oud-leerlingen in de speelzaal en hebben elkaar wat frisse dranken hebben gedronken en gebabbeld.
En de Broeders en Br overste Cheophas kwamen nooit bij ze dat vonden ze misschien de hekel van het afzien.
Dat klopt wel toen Jozef Vercammen en Huub Geritzen stonden in de onderafdak, keken ze naar de deuren van de grote jongensspeelzaal waar daar de volle Broeders van het instituut en elders op de jaarverwisseling hebben gevierd met dranken, hapjes, slade's daarna de filmavond . En dat een paar Broeders het voorbij gelopen zagen ze daar een paar oud-leerlingen in de onderafdak stonden en n primawordt ze weggesjouwd. Later vertelde ze mij en ging ik naar de kamer van Br Overste Hadelinus voor het gesprek hover het klachten van een paar oud-leerlingen. Ik heb goed e beleefd gesmeekt en gevraagd of wie de oud-leerlingen mochten naar de filmavond kijken voor een paar uren die voor ze het plezier kunnen beleven, want het afgelopen jaar hebben ze op het instituut gewerkt. Gelukkig dat vond Br Hadelinus het goed en vroeg hij mij of ik als de begeleider van enkele oud-leerlingen samen mee naar de grote speelzaal binnen zitten naar de film kijken. Ik vond het goed en prima. Op de avond ging ik met 5 oud-leerlingen ( en anderen hun eigen weg wat ze naar de zin hebben ) samen naar de grote speelzaal binnen, zag ik dat de enkele Broeders naar ons keken met het lange gezichten die waren niet blij dat wij hier waren. En een Broeder sprak mij dat ze heten ons niet van harte welkom en antwoord ik hem " denkt de iedereen aan het samenleven van het heilige goede wil " dat zeven dagen geleden het hoogfeest Kerstmis dat bent u al vergeten. Hij liep weg met zonder het woord. Na de filmavond gingen wij samen naar de eetzaal binnen, wacht de jaarverwisseling om 24.00 uur slaat en hebben wij het gezamelijk gevierd en kwam de directeur J v Overbeek met ons en elkaar met de handen op de nieuwjaar wensen. Het eas echte mooie avond voor de oud-leerlingen en kwam zbr Overste Hadelinus ook binnen en de anderen bleven weg. Oja dat de oud-leerlingen moesten zelf naar ze komen voor de nieuwjaar wensen dat de enige deden het niet. JAMMER GEEN SAMENLEVEN !!!
Vreemd geval dat de enige oud-leerlingen leefden van zijn broer/zussen en familieleden nog in het leven. En waarom niet gingen ze op vakantie bij hun familie thuis? Zoals de jongens/meisjes op vakantie naar huis gingen. Zoals Gerard Bemboom op hetzelfde dag met de jongens op vakantie naar huis gingen en de anderen oud-leerlingen ( minderverstand vermogen ) niet. Nog andere oud-leerlingen die op het instituut in Drukkerij, kleer/schoen-makerij werkzaam zijn gingen ze eenmaal op vakantie voor 14 dagen in de zomer.
Misschien dachten de Broeders dat ze hebben er niets mee te maken van het zorg voor de oud-leerlingen, dus ligt aan het bestuur van het instituut. Voor mij weet helemaal geen raad, anders wil ik niet verantwoordelijk over het problemen van de oud-leerlingen op het instituut. Dat het beter zijn geweest dat ik de maatschappelijk werk/ster kunt inschakelen.
Tot de volgende keer.
Rene' van der Veen.
Jan Jonkman. Gelezen van wat je hebt geschreven. Ik weet nu nog het goed vooral Joop Koperberg mocht altijd van zijn het vrije wil naar de jongens eetzaal, speelzaal, speelplaats kwam terecht, doordat de jongens op de speelplaats door het raam van de oud-leerlingen eetzaal kijken met hun uitlatingen woorden uitgesproken en begon Joop Koperberg zich zelf wreed en ging hij naar de eetaal met het geschreeuw uispraak met Br. Theobertus dat de jongens mij de bespottelijk woorden uitgesproken.
Br Theobertus vroeg hem of weet je wie de jongens hebben het gedaan? Ja Joop wijst met zijn de vinger naar twee jongens toe, en zeide hij dat ze mij hebben bespoten. Br Thebertus stuurt ze naar de hoek voor de straf. Maar ........ Het was zeer groot fout van de Broeders zelf dat ze spraken tegen de jongens dat het was verboden door het raam van de oud-leerlingen eetzaal kijken en contact opneemt. Want ze zijn gek oude-leerlingen, daarom de jongens dachten ook dat de oud-leerlingen zijn de gekke mensen. Zo dikwijls hebben de jongens de tegenover oud-leerlingen uitgesproken met het woorden, kan niet praten zo erg dom oud leerlingen met de tong uit de mond hebben gestoken.
Zo erg dat de enige oud-leerlingen op het instituut voelden hun zeer achterdochting, minderwaardig, ongelukkig, emotionele en durfden ze niet meer in de gang als de jongens ook in de gang voorbij zijn gelopen. Ze zaten het meeste in de eetzaal met het gesloten gordijnen en ook in de speelzaal mogelijk blijven zitten. Ze leefden ook wat de angstig en bang dat ze wat hebben meegemaakt.
Zoals het feest van de jubilaris wordt gevierd en op de filmavond in grote speelzaal dat durfden de oud-leerlingen niet kwamen binnen zaten kijken. Vppr de oud-leerlingen hun problemen ziojn nooit opgelost met het gesprek met de Broeders en de Priesters.
Zoals Gerard Bemboom die toen de jongen hem heeft bespottelijk uitgesproken en dan Gerard was zeer kwaad en gebaarde hij zich zelf naar de spiegel zolang bleef hij volhouden en later in de zijkapel begon hij schreeuwen op de jongens en maakte hij het gebaren. Br Theobertus schrok erg en keek hij naar hem met zonder het woord zeggen. Later ik steunde Gerard en samen naar de andere weg met elkaar het verstaan met het gebaren. Ik zei hem Rustig blijven en schrijft op papier over van je het klaschten, dat was erg veel moeite over hem. Gerard was wel goede jongen, maar zijn kararkter wat anders dat was heel moeilijk om elkaar kunt te vergeven en vergeten.
Het was wel gebeurde dat de jongen Piet Demandt dat hij op de Pinksterzondag het bezoek van zijn ouders op het instituut heeft gehad, toen zijn ouders naar huis gingen en Piet de stieekum de andere weg in het dorp zijn gegaan, maar door de Broeder heeft hem zijn de kraag ingegrepen. En Piet was zeer bang dat Als Br. Theobertus zou het wisten en kreeg Piet zijn het hoofd met volle mooie haren zo mogelijk geheel werd weggeknipt en bleef de haar met kleine kuif. Piet vroeg mij of ik de brief naarzijn ouders schrijven dat gaat over hem de toestemming van zijn ouders heeft gekregen dat hij alleen mogen terug naar het instituut binnen was gekomen. Br Theobertus kreeg het gehoor door wie? en kreeg ik een flink schop van hem toen ik 25 jaar oud ben en sprak ik hevige woord op hem en gaf hij mij onmiddelijk de hand met elkaar kunnen vergeven. Ik aanvaarde hem. Dat qist hij het fout was. Het is wel goed duidelijk dat ik als de bezoeker op het instituut was ook verboden met de jongens in contact nemen.
Ik kreeg het gesprek van W Smulders dat ging over de uitgelaten woorden van de jongens tegen de oud leerlingen
dat kunt hij helemaal niet verdragen. En ook het klachten bij de overste heeft ingediend dat wordt helemaal niets van terecht geholpen. En ook bij de directeur Mgr A Hermus heeft gesproken die lijkt dat hij het klachtenwoord van W Smulders in een oor en andere een oor er uit.
Verder had W Smulders zelf overgedacht van zijn de oplossing dat het weekend ging hij naar huis bij zijn broers, zussen en kennissen. Ik gaf hem zeer groot gelijk, Want het spreken over het klachten op het instituut hebben nooit opgelost. De uitgelachen, bespottelijk en uitgelaten was zeer onmenselijk en overdreven.
Bij de oud-leerlingen bleven nog altijd problemen dat kunnen ze niet goed elkaar omgaan met het gezellig en genieten, doordat ze leefden totaal als de lotgenoten van het instituut in het lange jaren vanaf in 1905
tot de volgende keer over de samenleven.
Rene' van der Veen.
Rene v.d. Veen, het was mij wel bekend dat de oud-leerlingen zolang ze op het instituut verbleven onder de duim werden gehouden door groepsleider Br. Corsinus en daarbuiten zoals de directeur en andere broeders en ze kregen daar helemaal geen aandacht en werden beschouwd als derderangs.
Ze kregen hetzelfde eten zoals wij het hadden, behalve dat ze keuze tussen thee of goedkope sterke koffie. Wij bleven maar thee drinken tijdens broodmaaltijden in de ochtend als middag. Als wij in avonden hostie-pap aten, kregen oud-leerlingen altijd maar broodmaaltijden.
Oud-leerlingen die meegekomen van Oud-Herlaer kregen in 1910 een eigen kamer toegewezen maar erg beperkt als ze meer kunnen betalen zoals bijvoorbeeld Jan Bongaerts, maar wie het eerste komt het eerste maalt kreeg een kamer toegewezen bij hun rekreatiezaal boven de drukkerij. De rest moesten maar genoegen nemen op de open slaapzaal, de latere slaapzaal van Br. Theobertus. Toen de leerlingenaantal in de 50-er jaren sterk toenam kregen de restende oud-leerlingen een eigen kamertje onder de schoenmakerij. Zo kregen ze geleidelijk hun privacy.
Ook in mijn tijd mochten de oud-leerlingen geen contact hebben met de jongens, maar toch werd er heel wat gedaan en de regels verzwakt geleidelijk nog onder toezicht van Br. Corsinus en later Br. Ignatio, nog minder streng. Tussen oud-leerlingen en de jongens werd in mijn tijd heel wat afgespeeld vooral op sexueel gebied en daar hadden de groepsleiders niet in de gaten gehad en onder de jongens werd er vertrouwd toch overal rond verteld, wie wat gedaan had en ze verklappen niet aan groepsleiders en ze kregen als beloning wel wat zoals snoep of geld en het waren wel slimme jongens geweest en ze kregen altijd wat voor terug. Ik kan hier op verder niet uitweiden wie het waren geweest. Br. Theobertus en Br. Corsinus mochten in ieder geval niets van weten. Ik wist toen heel goed wie het waren geweest al die viezeriken en het liefst hield ik mijn mond liever stijf dicht. Zwijgen is goud is het spreekwoord.
Oud-leerlingen mochten als regel nergens naar toe gaan zoals de speelzaal van Br. Theobertus. Maar wat ik toen ook vreemd vond dat de manke Joop Koperberg geregeld naar de speelzaal ging om te kijken wat de jongens aan het doen waren en mee ging bemoeien tijdens het spel of wat. Daar zei Br. Theobertus niets over en zelfs joeg hij hem niet weg en liet hem maar gaan. Ik vond Joop Koperberg toen toch wel een zielig mannetje.
Zoals Rene in zijn lange artikel schreef dat er bij bepaalde lokatie's boven deuren etiketten werden aangeplakt met het woord ,SLOT'. Dat betekent het verboden gebied voor oud-leerlingen als voor jongens, bijvoorbeeld de rekreatiezaal, eetzaal, bibliotheek en andere kamers waar broeders wel toegang kregen en voor anderen verboden. Dat was ook in mijn tijd erg belachelijk aanzicht boven bijna alle deuren. Later werden ze allemaal weggehaald door andere overste Hadelinus of Adulfus. Dat was zeker allemaal het werk geweest van de seniele Br. Overste Cleophas. Het fijnste of geliefste overste dat ik tijdens mijn verblijf op het instituut was Br, Overste Adulfus geweest van 1948 tot en met 1951. Aan Br. Overste Lotharius had ik het meest hekel aan net als alle anderen jongens en zeker ook onder de broeders.
Vorige het verhaal over de oud-leerlingen op het instituut. En gaat over het groot gebrek van de contact, behulpzaam, liefdewerk, naastenliefde, samenlevening in het verleden jaren van het begin van oud en nieuw instituut waaronder de opleiding van de Broeders F. I. C. = Congregatie Fratres, Immaculatae, Conceptionis der Broeders van Maastricht van 1910 --- 1987 in 77 jaren plus 65 jaren
( 1845 --- 1910 ) totaal 142 jaren.
De Mannelijke oud-leerlingen op het instituut bestaat in 89 jaar van 1905 --- 1994
Natuurlijk dat wat er gebeuren bij de oud-leerlingen op het instituut door het misverstand hebben behandeld dat wordt alles in de doofpot gestopt. Zoals de dove jongens op het instituut hebben helemaal niet geweten, dat de dove oud-leerlingen durfden helemaal niet kunnen vertellen. Zoals ik ook het precies zelfde op het instituut wat iets heb ondekt in de grote slaapzaal de grote kast daar hingen het kleding van de jongens dat heeft gecontroleerd door de oud-leerling J Vercammen toen ik er bij hem stond dat deed hij zeer erg voorzichtig met zijn mond blijft houden, dat durft hij niet met mij in contact opneemt.
Dat weet ik door de onderdrukking van de Broeder dat Jozef moest maar alleen werken met zonder van de anderen in contact opneemt.
Andersom dat ik ook het woord van de Broeder mij heeft gezegd . Denkt er aan niet de contact met de oud-leerlingen, anders gaat het slecht voor de dove jongens .
Dat vond ik zeer erg belachelijk van het woord door de Broeder heeft gezegd.
Toen ik van het instituut afzwaaide in 1944 kwam ik weer terug op het instituut voor het bezoek bij de oud-leerlingen in de eetzaal waar ik aan de tafel zat met 4 groep van de oud- leerlingen dat ze vertelde mij wat ze hier op het instituut het lijst aan de kast hangt dat gaat over de regels van het verboden dat de oud-leerlingen mochten niet de toegang van de Jongens de speelzaal, eetzaal, tolietten, slaapzalen, spreekkamers, gymnastiekzaal, en de ziekenkamer de zieke jongens op bed lagen en ook de jongensspeelplaats en onderafdak binnen.
O. Dat kon ik niet geloven toch dat was het waarheid gebeurde Het was toch duidelijk dat de oud-leerlingen het vergelijking als de klein en grote jongens dat ze ook niet mochten binnen. Je weet nog wel of niet dat op het instituut de Broeders van hun eigen belang van ingang de ontspanningzaal, bibliotheek, spreekkamers, ziekenkamers, slaapkamers, eetzaal, tolietten, bergruimte, overstekamer de elke deur met de etiketten met het woord
" SLOT " wordt aangezetten. Later de oud-leerlingen werden geprotesteerd dat het lijst met de regels over het verboden moesten geheel verwijderd en aan het buurt ook door de Broeders het verbod ( SLOT ) zijn verwijderd. Het regelement dat door Br Overste Cheophas heeft geregeld van zijn het beslist over alles op het instituut op de oud-leerlingen en jongens.
Hier nog wat andere het gebeurde was van de oud-leerling Dhr Cornelissen kreeg de rouwbrief deelde mede dat zijn broer was overleden. Hij wou zeer graag naar de begrafenis van zijn overledende broer bijwoont, maar wist hij niet hoe moet hij het doen voor de reis. Br Corsinus bleef geheel het buiten en wou hij hem niet steunen.
Ik kreeg het gehoor vertelde van de oud-leerling J Bongaerts over het overledende broer van Dhr Cornelissen dat niemand kunnen hem steunen. Ik had mijn het gevoel dat ik zeer op recht voor hem helpen, maar moest ik wel eigenlijk de toestemming aan Br Corsinus vragen of zou ik Dhr Cornelissen naar huis bij zijn overledende broer brengen? Dat weigerde Br. Corsinus en zeidebdat kon niet mogelijk voor hem bij zijn broer thuis kunt komen.
Ik was zeer woedend en vroeg ik aan Dhr Cornelissen, geeft de rouwbrief aan mij voor te lezen naar de adres van zijn broer thuis. Daarna stuur ik het geschreven de telegram naar de familie thuis in Nijmegen laten ze weten dat ik met Dhr Cornelissen op de dag voor de begrafenis van zijn overledende broer per trein naar de station in Nijmegen brengen en later kreeg het antwoord dat heeft alles goed geregeld dat de iemand komt aan de station in Nijmegen op het uur afhalen. Ik laat Dhr Cornelissen weten dat ik met je samen per trein naar Nijmegen de aankomst aan de station zal iemand je afhalen. Het waszeer goed het gebaarde hij en pakt hij de appelsiroopdoosje die het geld er in ( volle de zilveren rijksdaalders Koningin Wilhelmina) die heeft hij zeer zeer zuinig van het geld in de kast gelegd. Dat hij nooit nooit het buiten van het instituut in de dorp heeft gewandeld. Zo heel erg vond ik dat!!!
Toen Br. Corsinus hoorde vertelde van iemand dat ik wat heb gedaan was hij zeer kwaad en dan dat ik hem zeer duidelijk heb gezegd dat het onkosten van de reis heb ik zelf betaald en de terugkeerde zal iemand voor hem naar het instituut wordt brzorgd. Het was goed en voldoende.
Br, Corsinus antwoordt helemaal niets en zeide ik hem dus moet U maar goed denken van de naastenliefde, dat het gebruikt U helemaal niet. Zoals de enige Broeders hebben niet geleerd wat het betekent van de liefdewerk en naastenliefde voor de gehandicapten.
Tot de volgende keer
Rene' van der Veen.
Hier gaat over de oud-leerlingen dat ze in het lange jaren op het instituut hebben gewerkt, maar ze leefden helemaal niet altijd gelukkig. Het soort van de oud-leerlingen kregen het betaalde salaris en niet het betaalde salaris samen in eenheid het hun leven in de eetzaal, ontspanningzaal en slaapzaal. En 6 eigen slaapkamers. Zij voelden van hun leven de achterstand waar de ontspanningzaal en slaapzaal de allebeiden ter plaats in hoek de achter van het instituut en de eetzaal het naaste van de kleine jongensspeelplaats. Priesters, Broeders en Zusters allebeiden het mooiste plaats waar de eetzaal, ontspanningzaal en nog anderen kunnen goed in het gebruik hebben gemaakt.
De eetzaal van de oud-leerlingen dat zo erg vaak hebben gebruikt voor de ontspaningzaal dat de oud-leerlingen helemaal geen zin door de lange gang moesten lopen en met de trap naar boven de ontspanningzaal kwamen binnen. Het jaren de elke avond van half acht tot half 10 maar 3 oud-leerlingen met Br Corsinus aan de tafel zaten kaarten. en de anderen bleven weg. Het salaris werknemers gingen nog altijd in hun eigen kamer of ook naar het buiten van het instituut in de dorp de cafe zitten drinken.
Totaal de oud-leerlingen dat de elkaar helemaal niet goed in contact hebben gehad en maakten elkaar het ruzie dat komt van het verschil personen van hun wel of niet de zelfstandig kunnen leven. En ook door de minder verstandvermogen personen. Het problemen bij de oud-leerlingen de elkaar het gesprek (contact ) hebben nooit goed opgelost. door het verwaardeloos van de groepleider.
Ik de klein e jongen op de speelplaats zag de oud-leerlingen die elkaar maakten het gebaren en vingerspelling dat ze niet kunnen spreken. En kwam de Broeder naar mij toe en zeide hij dat het mag niet door het raam kijken en ik gehoorzaam hem, maar ik begreep het niet, waarom mocht ik naar de oud-leerlingen die ze elkaar het gebaren en vingerspelling kijken?
Later ik 17 jaar ben, kwam voor het eerste maal het bezoek bij de oud-leerlingen op het instituut, dat ben ik erg geschrokken dat de oud-leerlingen maakten elkaar het gebaren en vingerspelling inplaats van het gesprek. O. wat zo erg mooi en prachtig dat vond ik 100 procent, maar mijn hoofd de gedachten het woord dat terug van mijn vroeger toen ik klein jongen zag door het raam dat was verboden.
Ik begon mijn eigen pijn van het gevoel dat de alle oud-leerlingen zo erg ongelukkig hebben geleefd dat ze kregen het gehoor van de groepleider Br Corsinus van hem de toespraak dat de iedereen oud-leerlingen de regels moesten onderhouden dat gaat over het was verboden met de dove jongens omgaat in contact op de speelplaats, speelzaal, eetzaal enz en in het ochtend, middag tussen middag en avond en avond na het eten moesten ze onmiddelijk naar boven de ontspanningzaal binnen of buiten de balkon kwamen zaten. Het waren zeer groot slachtoffers van de oud-leerlingen dat ze als hun de slaven van het instituut.
Daarom het problemen bij de oud-leerlingen door hun het gevoel van geen vrijheid van hun het leven en maakten zo erg veel dwars tegenover de iedereen.
Ik ontfermde ze dat leefde ik met ze mee en probeer ik ook dat de oud-leerlingen in het komende feestdagen met kerstmis en oud/nieuwjaar in 1946 voor de eerste keer kon organiseren, maar valt het wel erg tegen dat Br Corsinus kwam naar mij toe en zeide hij dat ik naar huis moest ging. en ik van hem helemaal niets aan van te trekken wat Br Corsinus mij heeft gezegd, Toch deed ik het gewoon doorgaan van mij de organiseeren voor het gelegenheid de feestelijke dagen voor de oud-leerlingen met het mooiste versieringen aan de elke tafels met kerstkleed en kaarsen en ook een groot kerstboom met het zilveren kerstbollen en kaarsenverlichtingen ( voor het eerste keer in de eetzaal in 1946 ) die de sponser van mij en kennissen werden aangeboden. Op de kerstdag zagen de Broeders naar de eetzaal van de oud-leerlingen dat ze hun lange gezichten met zonder het woord hebben gesproken. Ik kan helemaal niet schelen dat de Broeders wat hun gedachten willen zeggen, maar ik begon overdenken dat ik met Br Overste Hadelinus heb gesproken en gaf hij vijftig gulden aan mij van het moeite werk voor de oud-leerlingen. Ik nam dit niet en zeide ik of U mij wil helpen dat De Broeders geheel buiten moesten blijven wat ik voor de oud-leerlingen heb geholpen en gedaan op het feestdagen. Toch bleef Br Corsinus mij dwars dat ik op de oud/nieuwjaar toch opnieuw heb georganiseerd voor de oud-leerlingen dat ze voor het eerste keer de jaarverwisselingen hebben gevierd. ( anders ze voor half 10 op de avond naar bed moest gingen ) en dan de Broeders het feest in de grote speelzaal van de jongens hebben gevierd dat heb mijn twee ogen het duidelijk gezien. Gelukkig dat was goed geslaagd doordat ik eerder met de directeur J v Overbeek in contact heb gehad, dat vond hij ook erg fijn om van mij te horen wat ik hem heb verteld. Daarna ging Br. Corsinus met het hangende poten naarzijn eigen weg in de kamer op de stoel aan de tafel de geopende boek met de rozenkrans bidden. O " Bidt maar naar het verossing voor de oud-leerlingen " Het volgende jaren bleef nog steeds goed zoalang tot eind Oktober 1958 heb ik de oud-leerlingen de kennisgeving toegesproken dat ik hier voor het bezoek op het instituut zal eindigen en de oud-leerlingen zijn teleurgesteld, maar ik heb ze duidelijk gezegd dat hier op het instituut was het goed verbeterd met het goede verzorgingen aan de oud-leerlingen.
Eind Oktober 1958 heb ik het werk van de organiseeren overgedragen aan de Maatschappelijk werk Mhr Tibosch en zal hij er voor zorgen en regelen. In 12 jaren lang heb ik voor de oud-leerlingen meegeleefd met de organisren van het feestelijk dagen Caranavalsdagen, Pasen, Pinksteren, St Nicolaas en kerstmis/Nieuwjaar en ook onder de tijdens van de curcus in de kleermakerij voor het behaalde van 6 diploma's, dat voor mij zelf goed en tevreden. Neemt je niet kwalijk dat ik het afgelopen jaren van 1946 - 1958 op het instituut voor de oud-leerlingen heb meegeleefd en georganiseerd die heb ik bijna niemand aan de anderen verteld en ik laat het duidelijk op ivdvariatie op site heb
geschreven.
tot de volgende keer.
Rene' van der Veen.
De bovenste foto's van de oude-leerlingen op het instituut, dat weet ik nog niet precies van welke jaar de ontstaan van de Heren en Dames oud-leerlingen op het instituut ?
Jammer dat van hetvverleden tijden op het instituut hebben bijna helemaal niet op de boek geschreven, Toch ik heb wel beetje geluk van wat iets achter te komen van mijn het geweten van het vroeger op het instituut waar de ambachten werden opgericht. Eerste de hostiebakkerij werd op het instituut gevestigd in 1840 toen om de zware taak van de directeur Martinus van Beek de enigszins te verlichten, werd de priester Martinus van Bommel aangesteld als vice directeur van het instituut en belast van finacieen, Hij zorgde voor de uitbreiding van de drukkerij in 1844 het aanleren en uitoefenen van een ambacht vormde een belangerijk onderdeel van de lessen.
De dove leerlingen vervulden een zinvolle taak en zorgden voor geld in het laatje van het instituut.
Later kwam de jongeman van 25 jaar werd de pas gewijde priester Christianus Terwindt in 1851 de leraar van het instituut waaronder de directeur van het instituut was Zeer Eerwaarde Heer Theo Slits, Dus in 1860 werden het ambachten opgericht op het instituut ( kleermakerij en Schoenmakerij ) in 1900 de strenge de iedere dag was van uur tot uur wegens de strikte regels van de zogenoemde dagorde ingedeeld. Deze dagorde zag er rond 1900 voor de Broeders en jongens als volgt uit: vanaf s' morgens om 4.30 uur tot s'avonds om 21.00 uur dat heeft door de directeur C Terwindt ingesteld en geschreven die het geldige dagorde in 1900 dat heeft Br. Agaptius F. I. C. bewaard en later in de boek heeft geschreven.
Nu het vraag over de oud-leerlingendat toen de directeur M v. Beek in 1851 aftrad en ging hij met de enkele Broeders Xaverianen naar Amerika dat zou hij voor 2e keer het Doofstommeninstituut kunt oprichten, maar het problemen in Amerika de financieel dat het opgericht van het Doofstommeninstituut niet doorging. En keerde hij terug naar Belgie de stad Brugge, daar verbleef hij tot 1856 door het bestuurleden hebben hem aangesteld tot de directeur van het Doven/Spraakgebrek instituut in Antwerpen.
De functie heeft hij de een achttal jaar heeft vervuld en in 1864 opende hij een nieuwe instituut in dat St Jozef gesticht tot bescherming der Doofstommen werden ook de oud-leerlingen van het instituut opgenomen die zich niet in de maatschappy handhaven.
In Juli 1902 werd Adrianus Hermus kreeg het gehoor van zijn de Bisschop Mgr v d Ven uit Den Bosch werd benoemdt tot de priester-leraar van het instituut en besluit hij de omstreeks in 1905 de volwassen Heren/Dames leerlingen op het instituut werden opgenomen. Het doel voor de volwassen leerlingen op het instituut hun de arbeids kunnen verrichten in hostiebakkerij, wasserij, handenarbieds( naaisters ) keuken, drukkerij, kleermakerij en schoenmakerij. De enkele oude leerlingen op het oude instituut voor doofstommen in Nieuw-Herlaer werden opgenomen zijn G Nales, A Broeders, M Neep, Th v Donk, Dhr Rietveld en J bongaerts ( maar voor een jaar )
Het verhuizing van het oude instituut naar het nieuwe R. K. Instituut voor Doven ( doofstommen ) in 1910 werden nog heel weinig de volwassen oud-leerlingen opgenomen en later worden de advertentie in de Vriend geplaatst die het gevraagde de Drukkers, Kleermakers, Schoenmakers met het betaalde loon.
En de andere volwassen oud-leerlingen voor het helpers van het schoonmaken, opruimen enz die wrrden uitbetaald met het zakgeld. Inwonende leerlingen van eten, drinken, slapen, kleren, schoeisel enz die alles het onkosten door het instituut werden uitbetaald, behalve de rookartikelen, versnapperingen en anderen dat ze zelf het onkosten moesten betalen.
In rond 1930 de aantal 28 Heren oud-leerlingen en aantal 40 Dames oud-leerlingen op het instituut.
Tenminste ongeveer 17 oud-leerlingen in het tijd van 10 jaar van het instituut zijn weggelopen door hun zeer ontevreden van het slechte verhoudingen met de anderen. En ook naar het vrijheid leven bij hun ouders, familieleden, kenissen dat wordt niet toegestaan.
Vooral bij de Dames oud-leerlingen nog altijd groot problemen door het slechte de contact met de Zusters en ook de streng dat ze niet altijd vrij van hun eigen belang de weg naar het buiten van het instituutvoor genieten naar het dorp of elders.
Het achtergebouw waar de dames oud-leerlingen dat werd zeer streng bewaakt door de enkele Zusters. Ze konden bijna nooit gemakkelijk in de tuin gingen wandelen. Het was verboden met de mannelijke oud-leerlingen in contact opnemen.
Tot de volgende keer.
Rene' van der Veen
De elke foto,s van de oud-leerlingen op het Instituut voor Doven te St. Michielsgestel en nog ontbreekt de enige foto's zijn 25. J v Iersel, 26. M v Uden, 27. N. Bierens.
28. Ed Onqeane, 29. M v Hoek, 30. H Geritzen, 31. G Krover, 32. B v Berlo 33. P Wijnands. Onder de beleiding (groepsleiders ) zijn Br. Corsinus, Br. Beatus en Br. Ignatio
Tot de volgende schrijf ik op site.
Rene' van der Veen.