577. In memoriam Br. Theobertus
Gestorven op 17 december 1992. Hij was toen 82 jaar oud.
Begraven op 31 december in Maastricht.
Necrologie, geschreven door br. Theo Nelissen van de Ludoviccommniteit van de broeders van
Maastricht:
Vrees begeleidde hem door het leven als het ging om gezondheid en ziekte; dokter en ziekenhuis hield hij het liefst ver van zich. Daarbij was hij meer bedacht op het welzijn, geestelijk en lichamelijk, van leerlingen en medebroeders en van de medewerkers in het Instituut voor Doven in Sint Michielsgestel. Br. Theobertus was geen geleerd man maar wel een 'natuurtalent' als het ging om opvoeding en vorming van zijn gehandicapte leerlingen. Toen hij op latere leeftijd nog aan een studie van gehoorstoorden begon, kwam er onzekerheid over zijn handelen. Gelukkig was dat maar van korte duur en mocht hij zijn eigen manier goed zijn voor anderen.
Meer dan 50 jaar was het Instituut voor hem zijn leven; met voorbeeldige inzet en niet aflatende ijver was broeder Theobertus in de weer voor zijn 'mannen' (zoals hij de dove jongens noemde). Soms wat streng maar altijd strikt rechtvaardig. Een bijzondere man, in alle eenvoud, met hart voor de jongens. Jarenlang met een ongeteld aantal uren per dag, gunde hij zichzelf slechts beperkte tijd. In april 1970 ontving hij vanwege zijn vele verdiensten de Gouden Eremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. Nog vele jaren bleef hij Gestel trouw om daar zijn dienstwerk waar maar mogelijk voort te zetten zoals in de leiding en de administratie van de technische school van het Instituut. Van lieverlee kwam in deze tijd ook de gemeenteschap daarbuiten hem op het spoor. Als oudere zocht hij contact met ouderen en zieken in Sint. Michielsgestel. Wat heeft hij genoten van de vele fietstochten voor bejaarden door het hem zo dierbare Brabantse land waar hij in 1910 in Beugen was geboren. Daar waren zijn wortels, daar heeft hij zijn veel liefde en leed gedeeld.
De vele goede wensen tijdens zijn ziekte en ook rond Kerstmis legden getuigenis af van wat hij ook na zijn pensionering voor velen moet hebben betekend. Met een glimlach op het gelaat gaf hij blijk van de mooie herinneringen. Hij was er dankbaar voor Was hij n 1933 met onzekerheid in het hart naar Gestel gekomen, met grotere onzekerheid ging hij erin 1987 weer vandaan. Maar moedig, zij het met gemengde gevoelens, nam broeder Theobertus zijn intrek op de Beyart in Maastricht. De betrokkenheid op Brabant werd er niet minder om. De laatste jaren voelde hij zich hier desondanks echt goed thuis.
Stil en rustig was hij een trouw lid van onze communiteit. Blij en dankbaar voor alle goede zorgen die men voor hem had en trouw aanwezig bij alle gemeenschappelijke samenkomsten. Voor het laatst was hij op Sinterklaasavond nog in ons midden. Hij genoot er echt van. Het heeft ons verbaasd hoe hij, die toch zo bang was voor ziekte en ziekenhuis, zijn verblijf in het ziekenhuis accepteerde. Met volle instemming kon hij zeggen: 'zo is het beste'. Met dapperheid heeft hij de dokter aanhoord toen deze hem vertelde dat hij ongeneeslijk ziek was.
We nemen afscheid van onze goeie broeder Theobertus, Herman uit Rijkervoort, de plaats die hij als jongen van 12 jaar verliet om de roepstem van zijn Heer te volgen en broeder van Maastricht te worden, zoals zijn oom Serafinus
Moge Maria die hij zo vurig vereerde als Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch, hem geleiden naar Jezus, haar Zoon. Moge God, onze Vader hem bij zich opnemen en hem loon naar arbeid geven.
Dank je Theobertus. Rust in vrede!
Bovenstaande tekst overgenomen uit De Vriend 1993
Reactie plaatsen
Reacties
Wat was hij geweldig goed geweest voor de jongens op het Internaat. In mijn laatste leerjaar 1969 was ik bij hem en kreeg een eigen slaapkamerje boven op zolder.
Voordat ik in betrok werd de kamer geheel in allerlei kleuren geschilderd. Dit tot goedkeuring van hem.
Dat gebeurde samen met Henk Schouw, René Fabert en nog meer
Op zolder aangekomen direct geheel aan de rechterzijde de 1e deur is "mijn" kamerje, en meteen de mooiste van allemaal.
Broeder Theobertus, dank voor het mooie jaar dat ik mocht beleven, en het gaat je goed.
Het is wel aan de laat kant met het lezen van dit verhaal.
Toen ik de laatste jaar op internaat was, merkte ik helemaal niet van de gebeurtenis. Terwijl ik sliep vòòr het bed van br. Theobertus, merkte ik helemaal niets.
Frans en Rene, dat Br. Theobertus zó doodsbang was voor het onweer had ik het ook allang geweten en opgemerkt. Het was midden in de zomer van Juli 1952 na een hittegolf van een paar dagen kregen wij midden in de nacht zwaar onweer en je zou het een noodweer kunnen noemen. Donderen kon iedereen wel voelen en bliksemflitsen gingen fel over de slaapzaal door de dunne overgordijnen en bijna iedereen werd wakker geschrokken en zaten velen al rechtop in bed naar elkaar te kijken en ook Br. Theobertus had zijn habijt weer aangetrokken en bleef een tijdje lang op de slaapzaal op en neer te ijsberen en tenslotte kwam Br. Celestinus in zijn pyama ook bij Br Theobertus, zoals Frans hieronder schreef en wij zagen het gebeuren. Normaliter ging hij aan het tafeltje met een lamp zijn brevier te bidden maar deze keer niet en hij liet zich niet merken dat hij zo bang was. Maar later gaf hij wel toe dat hij wel bang was en ons vertelde in zijn goede bui. Wij durfden hem niet uit te lachen en daar had je wel begrip voor dat een volwassen man zó bang was voor onweer.
Naast dat hevige onweer was Br. Theobertus ook heel bang voor elke dokteren, of ziekenhuizen en wanneer hij bij de dokter moest komen, maar in het algemeen wilde hij daar niets van de dokter wilde weten, al liep hij vaker met zware griep of wat toch tussen de jongens in plaats naar de ziekenkamer. Hij nam wel medicijnen in toen nog in poedervorm bij Br. Damacenus. Daardoor had hij soms vaker boze buien, wanneer hij hevige hoofdpijnen kreeg. In de tussentijd tijdens de schooltijden ging hij vaker poosje gaan slapen in één van de kamertje onder de schoenmakerij. Tijdens het speelkwartier zagen wij soms dat zijn haren verward staan en vergeten eventjes netjes te kammen.
Frans v Rijn Zoja dat klopt wat je hebt geschreven. ik wist allang dat Br. Theobertus was zeer bang van het onweder, noodweer, stormachtig en ook van zijn het leven te eind kwam. Ik heb op log 33 op site geschreven. het was helemaal niet vreemd geval dat was twee verschil.
Hij was zeer streng van het verleden en anderkant van hem in binnen hart was zeer zachtmoedig. Op de speelplaats voelde hij altijd de verantwoordelijk als wie het ongeluk was gebeurd en riep hij altijd het hulp van Br Theocritus. Op het voetbalveld ook het precies hetzelfde.
Ik wist het dat Br. Theobertus heeft een goud hart voor de jongens, toen hij in 1933 op het instituut aankwam was hij zo makkelijk, maar was het fout ging en kreeg hij de les van zijn overste dan moest hij zo mogelijk streng opleiding aan de jongens, als dat niet doet dan moest hij zelf kiezen voor aanblijft op het instituut of niet dan mocht hij naar de andere plaats. Br Theobertus was zelf gekozen dat hij zo heel graag op het instituut blijft voor de jongens, maar moest wel de streng opleiden. Het valt voor hem niet altijd mee, toch was voor hem goed gegaan. Later kreeg hij grote verdienstelijk van zijn jubileum ( 40 jaar op het instituut als de groepleider van de jongens ) van de collectie onder de retratie in 1973 wordt opgehaald totaal somma F 863,00 gulden, Hij maakte de reis naar Mariaoord in Lourdes. Hij kreeg ook de konniklijk onderscheiding dat wisten iedereen op het instituut en buiten van het instituut blijven hem altijd dankbaar.
Je schrijf over een waar verhaaltje ja Br Theobertus sprak zo vaak dat hij was zo erg bang. dat het leven van de mens dat iedereen hebben ook wat in hun leven.
Rene' van der Veen.
EEN WAAR VERHAALTJE
Op een van de keren dat ik met Charlotte naar Maastricht gingen kwamen we ook altijd bij de Broedershuis "De Beyart". Altijd kwam bro. Celestinus bij ons om een praatje te maken, hij vertelde veel over zijn mede broeders die in het I.v.D. gewerkt hadden en op een keer vertelde hij mij iets toe over Bro. Theobertus. Ik was wel stom verbaast toen ik van hem hoorde (ben toch doof) dat Bro. Theobertus doodsbang was van de onweer!!! Ikzelf heb dat niet gemerkt, want als er overdag onweer was, dan was Bro. Theobertus gewoon de vader van de doven en moest dan ook flink zijn. Maar als het 's-nachts gebeurde, dan ging Bro. Theobertus naar de slaapkamer van Bro. Celestinus, die aansloot aan de slaapzaal van de grote jongens en de deur van zijn slaapkamer moest van zijn overste open staan, zodat hij ook een oog had op de slapende jongens!!!. Op een nacht onweerde het heftig en bro. Theobertus kon geen oog dicht doen, was doods bang en ging naar de kamer van Bro. Celestinus en maakte hem wakker, Bro. Celestinus ging hem wat troosten, maar niets hielp, Haast de gehele nacht bleven die twee broeders wakker en bij het laatste uur van de slaap ging de onweer weg en Bro. Theobertus ging in zijn eigen bed nog een uurtje slapen. De volgende dag had Bro. Theobertus en Bro. Celestinus een slechte dag, maar gelukkig merkten de jongens het niet en ook de eerste verkenners het niet!!!
Ik heb nog nooit gehoord dat grote mensen doodsbang zijn van de onweer, misschien toch wel. En als die er zijn, neem dan je pen en schrijf daarover wat.