hier het laatste verhaal dat ik van het eind Zomervakantie 1940 op de eerste Maandag September 1940 keerde weer teug op het instituut.
De schooljaar van 1940 - 1941 gaat van mij wel en de schooljaar van 1941 - 1942 + 1942 - 1943 + 1043 - 1944 heeft door Br. Aretas mij heleboel de rotzooi heeft gemaakt.
Dat ik er genoeg van te veel verhalen op site heb geschreven in ivdvariatie ! log 11 en ivd variatie log 556 en ook in mijn boek heb geschreven.
De 8 van 9 T.B.C. jongens zijn geheel genezen en behalve een jongen nog veel langer dan het verwacht, omdat Martien v Lier de T.B.C. patient heeft ook een andere afwijking ziekte . Welke dat weet ik het niet.
Jopie Ros de thuisblijvers is ook genezen en kwam hij niet meer terug naar het instituut de reden door de mishandeling van Br. Aretas in de Ziekenkamer 1939.
Arie de Goede dat hij was in kort de T.B.C. patient en later kreeg hij weer opnieuw T.B.C. dat hij werd in Sanatorium Berg en Bosch in Bilthoven opgenomen.
Mhr Bartels de priester-leraar van het instituut dat hij was in 1939 naar het ziekenhuis St Laurens in Ginneken bij Breda en enige jaren later overleed hij.
Br. Arnoldus de T.V.C. patient dat hij weer aan het wrtk op het instituut en enkele jaren later in 1943 ging hij naar het verpleeghuis van de Broedershuis in Maastricht, aldaar overleed hij in het gedurende ziekte aan de longkanker.
In 1942 onder het feest van St Nicolaas ben ik het onwel geworden en ging naar de ziekenkamer binnen en lag op bed dat er niemand waren aanwezig. Ik rust maar goed en slaap door in hele dag en nacht met zonder mijn het woorden heb gesproken. Br. Josaphat gaf het eten en drank aan mij met zonder woorden.
Over 3 dagen ben ik weer uit bed en aankleden naar het buiten op de speelplaats.
Ik heb het geleerd van mijn vader dat hij heeft een beeldjes met 3 mannetjes aan mij gegeven die staat bij mijn thuis op de tafel. Het spreekwoord zeg dat " Horen, Zien, Zwijgen "
Alweer voor de tweede keer T.B.C. gevallen op het instituut
in 1944 zijn Bert van Gerven en Cees Borsten dat ze wordt behandeld en verzorgd door Br. Josaphat. Enkele weken later mocht Bert v Gerven naar huis in Esch bij zijn ouders daar wordt behandeld en verzorgd.
In 1945 het mooiste jaar dat Br Cheophas overste en Br Gerinus allebbeiden de sluwe broeders verlaten van het instituut naar Maastricht. Zijn opvolger kwam Br Hadelinus overste en Br. Rodulf op het instituut.
in 1946 het geweldige mooiste jaar dat Br. Aretas en Br. Josaphat allebeiden de ziekenbroeders verlaten van het instituut naar Nijmegen? en Maastricht.
Opgeruimd Staat Netjes !!!!!
Zijn opvolgers kwamen Br. Boudewinus en Br Damacenus op het instituut.
Alweer voor de derde keer T.B.C. gevallen op het instituut in 1947 zijn Bennie Schweinsberg en Gerard Schulte en nog een oud-leerling Antoon Broeders, O. dat weet niemand dat. zo ja toen Antoon kreeg het oproep van Br. Damacenus dat Antoon moest naar de ziekenkamer op bed rusten. Antoon had geweigerd. Br. Damacenus kunt van hem niet volgen van het gebarentaal en vroeg hij mij of ik voor hem kan vertaald wat Antoon het heeft gezegd. goed! en dan vertel ik aan Br. Damacenus dat Antoon zeide dat hij voelde nog het goed kunt ook goed werken en lopen. In vrije tijd naar de cafe de glasjes borrel drinken dat is ook de geneesmiddel. Br. Damacenus lacht en zeide hij dat kan hij niet zomaar dwingen. Laat hem maar het gewoon gaan. En het volgende jaar weer voor de controle in Den Bosch dat wordt niets meer overgesproken. Het was een vreemde geval.
Boven 2 foto's de mijn longen dat kunt de negatieve foto's naar hetluchtlicht zien met het 2 verschil van de longen. De bovenfoto de longen dat het plekjes er zit dat is T.B.C.
En onder foto de longen was geheel vrij van T.B.C.
Maar als ik bijvoorbeeld naar de consultatie bureau voor het onderzoek dat ik helemaal niet heb verteld over mijn het vroeger de T.B.C. heb gehad. toch ondekt de longarts dat ik het vroeger T.B.C. heb gehad, door het verraad van het grens plekken, die blijft nog in de longen. Bijvoorbeeld een doek op de tafel legt en morst wat de koffie of thee op de doek laat drogen en blijft het buiten grens over dat de vergelijking op longen ook,
Rene' van der Veen
Rene' van der Veen
11 jaar geleden
Hier over het instituut naar huis bij mijn ouders in Ginneken bij Breda.
Nog geen een week op het instituut in de ziekenzaal dat de ziekenbroeder Aretas nog steeds hetzelfde als de vorige keer, iedereen moesten op bed blijven rusten met een of twee kussens achter de rug en hals met zonder kuren. Toch heeft Broeder Aretas helemaal niet geleerd van de anderen heeft gehoord en verteld. Er waren zeer weinig broeders bij ons op bezoek dat ze vreesden van de besmettelijk ziekte, behalve Br. Epolonius was helemaal niet bang en doet hij met de ziekte jongens heel goed omgaat, daarvoor ik ben hem altijd dankbaar in het jaren.
Zaterdaavond rond om 7 uur kwam Br Aretas met de avondmaaltijd aan de tafel en verdeeld aan 5 jongens. Nadien voor half acht s avonds ruimt hij alles op en zeide hij " slaapt maar " met zonder het woorden zeggen " Wel te Rusten of slaapt lekker tot morgen " Hij liep het gewoon weg daar heeft hij helemaal geen zin voor de ziekte jongens verzorgd en behandeld. Gelukkig dat hij helemaal niet heeft gemerkt en gehoord dat ik onder de lofdienst uit bed naar het beneden met de vice directeur ben gegaan en gesproken. Ik had wel vermoedelijk gedacht dat Br. Aretas het wist dat mijn vader zal morgenochtend mij afhalen.
In het nacht slaap ik het slecht en rust het gewoon uit en hoopt de dag gauw weer licht valt op Zondag 27 November 1939 op het ochtend doet Br. Aretas de kleine tafel met het kruisbeeld en 2 kandelaars met kaarsen aan het bezig en hoorde hij dat Br. Jeroen in de gang de bel rinkelt en dan Br. Aretas begon wat op eigen vloek woorden en pakte hij de overdekje doek van de tafel uit en gooit naar het buiten van de voorgevel van het instituut dan kwam Br. Jeroen binnen en zag hij wel wat Br Aretas iets heeft gedaan, laat het raamdeur dicht.
Mhr v Uden kwam aan de tafel met de Ciborie waar de H. Hostie werd bewaard en maakt hij de deksel open en deelde hij aan de ziekte jongens laten communieren. Nadien ging hij met Br. Jeroen uit de ziekenzaal naar de gang ( 2 misdienaars met de kaarsendrager moesten in de gang wachten dat ze mochten niet in de ziekenzaal binnen ) Br. Aretas zijn het gezicht zeer kwadebui en maakte de iedereen moeilijk dat ze uit bed op de stoel zitten. Waarom ? dat weet niemand en later zeide hij " terug in bed " en ging hij weer weg en later bracht hij met de ochtend ontbijten mee en deelde hij aan de iedereen en zeide hij mij, jij na het eten dan uit de bed stap je maar naar de klerenkast dat moest je zelf aankleden dan moest maar op de stoel bij het raam zitten. Goed en ik keek naar het buiten van het instituut op weg de voorbij van fietsen en lopen en auto's heeft gereden. Hoelang moest ik op de stoel bij het raam zitten? Van s morgens half negen tot elf uur in 2 en half uur. Dat was niet normaal.
Eindelijk zag ik daar het buiten de auto reed de langs noor voor de jongensafdeling stapt mijn vader uit auto en zeide ik daar mijn vader komt mij afhalen en kreeg ik de klap van Br. Aretas. Even poosje later kwam Br. Paschasius bij mij in de ziekenzaal, schrok hij dat ik een van twee rood wangen en vertelde ik hem dat ik zo pas geleden een klap heb gekregen van Br Aretas. Toen ik in de spreekkamer binnen, zag mijn vader dat ik een rood wang heb en vertelde Br. Paschasius aan mijn vader. Dat was zeer woedend en wou hij met Br. Aretas opdonderen, maar hij bleef weg. Eindelijk ik met vader samen in auto en reed door naar huis in Breda, toen ik thuis kwam, haalde ik mijn ademhaling dat voor mij nu veel moest rusten. Mijn moeder omhelsde mij en was ze zeer blij dat ik weer thuis ben en ging ik naar de boven mijn slaapkamer op bed rusten met 3 a 4 kussens achter mijn rug en hals ( zie de Foto ( dat mijn ouders onder de tijdens het bezoek in de Sanatorium hebben goed gehoord en geluisterd. Mijn de buren kwamen naar mij met het verwelkomwoord toewenst. Verder kon ik iets niet meer doen, dat was ik moe en wil ik nu op bed slapen door het vermoeiend dat hij wat er veel heb meegemaakt van het instituut.
Het volgende dag gaat weer goed en kwam de twee Zusters bij mij voor de kennismaking dat heten ze Zuster Tontino en Zuster Frijters ( Begijenzuster uit Begijenhof in Breda ) Ze waren ook goed en geliefde zusters dat ik erg veel plezier van ze heb gehad. Hier de behandelingen zoals hetzelfde in de Sanatorium Hornheide dat elke s morgens en s avonds het koude water aan mijn borst en rug wassen. Mijn slaapkamer stond het ramendeuren geheel open de tegenover de weilanden waar daar de koeien grazen, ( nu in de stal ) het luchtverfrissing bij ons in de slaapkamer was zeer hoog voldoende. Na een week thuis kreeg ik het oproep van de longspecalist Dr Jongemans dat ik bij hem moest komen voor de controle naar de rontgenfoto en ook de vaccin op mijn polis met drie kruisjes. Het uitslag dat mijn loingen was goed vooruit en voorspelt de longarts dat ik over 6 maanden zal geheel genezen, dat hoop ik van wel. En mijn het bekende de huisarts Dr Joling kwam mij de hand geven en spraken elkaar samen en controle mijn de longen en zeide dat het goed gaat en moest nog verder goed rusten houden in bed met kuren.
Mijn ouders hun groot geduld voor mii hebben verzorgd dat ze het eten naar de boven werdengebracht en dan vroeg ik aan Zuster Tontino of dat het mag als in middag en avond onder het eten bij mijn ouders aan de tafel kom zitten? Zuster Tontino zeide mij dat ze zal met de longarts overleggen en later vertelde mij dat het mocht bij je ouders samen aan de tafel eten. Dat vond ik erg super fijn.
Op de oud/nieuwjaar 1939/1940 de dag vierden wij elkaar aan de tafel met de oliebollen en dranken. In het winter was wel erg koud met veel sneeuw en ik nog lekker warm in bed. In het voorjaar 1940 kwam de vice directeur J v Overbeek bij mij thuis op bezoek en zag hij dat ik alles goed uitziet. Mijn ouders met de vice directeur hebben elkaar goed gesproken dat mag ik hem van harte danken voor de goede verzorgd van mijn ziekte dat hij mij heeft geholpen dat ik nu thuis ben. Hij kwam al voor 3e keer bij mij thuis op bezoek.
In Maart 1940 ging ik weer naar de consultatie bureau in Breda en wacht op voor de rontgenfoto en dat heeft al opgemaakt en het uitslag van mijn longen de plekjes nog kleiner aanwezig. Het onderzoek van de bloedprik was het goed en gewicht van mijn lijf dat ik nog zwaarder ben.
Op de dag 10 Mei 1940 toen ik van de slaap wakker en kwam mijn moeder dat in het lucht de veel Duitse vliegtuigen over ons land heeft gevlogen en moeder was zeer inspannende en bang dat ze het vroeger in 1914 - 1918 in Belgie onder het bezetting van de Duitsers dat werd mijn moeder naar de gevangenis gebracht en later naar het kamp in Leopoldsburg Belgie in 2 jaar toen het land Belgie in 1918 was bevrijd en ging mijn moeder naar Antwerpen bij haar ouders thuis en over 2 jaar op 20 Juli 1920 trouwde ze met mijn vader. Door de radio hoorde vader dat in Breda de alle inwoners moesten vluchten dat de Duitsers hadden gewaarschuwd als de Nederlandse Legersniet willen overgeven dan zal de stad in Breda geheel verpletteren door de bommen. Mijn ouders, broer en ik vluchten naar door het bossen. Ik zat achter op fiets van mijn vader en hoorde hij de lage Duitse vliegtuigover de bossen heeft gevlogen en laat hij mij uit de fiets naar op de grond gelijk liggen, daarna de weg naar de boerderij voor 2 overnachten en keerden we weer terug naar huis. Zuster Frijters stond het buiten voor ons wachten en samen in huis binnen kwamen. Zuster Frijters had zeer bezorgd om mij het gezondheid niet laten te beschadigen. Toch alles goed afloopt en verder weer normaal aan de gang.
Zuster Frijters en Zuster Tontino allbeiden wisten dat ik op 14 Juni 1940 naar de consultatie bureau moest komen voor het onderzoeken, dat ze hopen veel om ik weer goed zal genezen.
De huisarts Dr Joling kwam bij mij voor de controle en luistert hij mijn longen en zeide hij dat hoort hij bijna niets meer dat de longen wel goed en mocht ik in 4 uren per dag uit bed op de stoel zitten. en ook naar het buiten even wandelen. Ik voelde mij wel dat ik nu iets beter vooruit als het vroeger en bijna helemaal geen verkouden en moeheid meer. Op de dag 14 Juni 1940 wou mijn vader de taxi bestellen en zeide ik hem dat hoeft het niet. Ik wou nog eens proberen met vader samen rustig wandelen naar de consultatie bureau in Breda. ( ongeveer 30 minuten lopen )
Toen ik in de wachtkamer op de stoel zat en zeide ik tegen vader. O. ik denk dat wel mijn longen alles weer in orde en zal ik wel genezen. en vader zeide dat hoopt hij van wel. en 3 longspecalisten mij en samen naar de rontgenkamer binnen, daar het onderzoeken van de rontgen en foto. Over een kwartier kwam de longarts Dr Jongemans mij toe en feliciteer hij mij en zeide hij dat ik mijn ziekte T,B.C. is volledig geheel genezen, Daarvoor ik was zeer dolblij en mijn ouders ook ( zie de foto de dikke jongen )
En dan weet de vice directeur van het instituut feliciteer hij ons en zeide dat je zoon Rene' mocht het gewoon thuis blijven tot met het begin September 1940.
Een mooie lange vakantie en bedank ik aan mijn ouders en zusters Tontino en Frijters dat ze hebben mij zeer goed verzorgd en behandeld. Zeer fantanische goed en prima!!!!
het volgende over weer terugkeer op het instituut na de zomervakantie 1940
Rene' van der Veen.
Rene' van der Veen.
11 jaar geleden
Over het treugkeer naar het instittuut.
Zo heel verschrikkelijk van het Belletin Nieuws van het instituut voor Doven de kennismaking dat 5 van 9 doven
T.B.C. patienten op de dag Maandag 21 November 1939 keerden terug naar het instituut zijn Wim den Reijer, Jan Oskamp, Adrie v Terijen, Jacob v d Vall en Rene' v d Veen en nog anderen het volgende aan het buurt welke dag dat weet ik niet ( Martien van lier, Herman Kouwert, Harrie Martens en Mans Schlepers)
De Zusters hadden wel gemerkt dat de iedereen waren helemaal niet blij dat ze wel hebben goed begrepen. Ik was zeer inspannende en kreeg ik de kalmertabletten dat ik kreeg de emotieneel dat komt door ik mijn denk maar eens aan de keren, dat ik helemaal opging in een spannende van het instituut voor doven, die ik keren dat ik aan de dagdromen was en de tijd volkomen vergaat. De verschijnsel wordt natuurlijk verdrietig trance genoemd. En overal het algemeen geef ik dit een slechte gevoel wat ik op het instituut zal wel door maken.
ik kreeg het steun van de Zusters dat wat ik ze heb verteld wat ik het vroeger op het instituut door Br. Aretas heeft mij gegeseeld met de touw en kleine loodjes de reden toen ik 7 jaar oud was in de kapel zeer zware verkouden dat de Broeder niet kan verdragen. Toevallig de Zuster Gabriella hoorde en vertelde ze dat de rug van Rene' het volop lidtekenen kunt goed zichtbaar toen ze elke dag de spons met het koude water op mijn rug en borst heeft gewassen en vroeg ze mij niet waar kwam die vandaan? en hoorde ze wat ik hun vertelde. Ze waren wel erg geschrokken, dat ze niet kunnen begrijpen, waarom doet de broeder dat?
En dan maakt de zuster het rappoort wat ze er op heeft geschreven. En dan ik heb wel opgemerkt van mijn vader de brief naar mij heeft geschreven dat als ik op het instituut terug keerde dan moet de enkele dagen in stilletjes uit bed en liep naar de kamer van de vice directeur binnen en vertelde het gewoon wat ik op het instituut had meegemaakt.
Er kwam de auto aan bij het hoofdgebouw van de Sanatorium en het afscheid van de 3 Zusters en bedankt voor de goede verzorgd en behandeld en begon ik wat huilen en de zusters ook haar de tranen uit de ogen. het was zeer pijnelijk dat de elkaar hebben gezien.
Br. Josaphat en Br. Overste Cheophas hielden alle tween zeer koel. en begon ik de wraak op hun dat wou ik in Sanatorium weglopen, toen Br. Josaphat greep mij de kraag vast en duwde mij in de auto en mijn handen wordt vastgebonden dat dacht hij dat ik weer zou vluchten.
Ik schopte naar de been van Br. Overste Cheophas van mijn uitwraakheid. Onderweg sprak Br. Overste Cheophas met Br. Josaphat elkaar wat ze van plan dat wel over mij op het instituut goed in de gaten houden. dat ik heb zelf ook het gevoel. Toen wij op het instituut aankwam dat daar hebben niemand ons verwelkomd en ging ik naar de ziekenzaal, dan zag ik weer terug van de verwisseling Br. Aretas met Br Josaphat als de ziekenbroeder. Voor mij het probleem dat mijn vader heeft mij overgeschreven dat ik met de vice directeur J v Overbeek kom spreken.
Later dacht ik misschien het beste op Zaterdag 26 November 1939 zou ik het proberen . ja toen de alle Broeders s avonds om half 7 naar de kapel voor de lofdienst en ik van mijn goed best doe dat ik uit bed met pyama naar de gang met de trap naar beneden naar pastorie dan zag Zr Borgia mij en ontfermde zij en vroeg ze wat wil je bij wie komen praten? ik antwoord Mhr v Overbeek. Goed dan ben ik bij de directeur in de kamer gekomen en elkaar hebben gesproken. oja dat wist hij al en heeft hij met mijn vader in contact gehad, deelde hij mij mede dat morgen Zondag ochtend 27 November 1939 rond 11 uur komt je vader hier op het instituut om jou af te halen en samen naar huis in Breda daar wordt verzorgd en behandeld. dat heeft de toestemming van de vice directeur J v Overbeek gegeven en zal hij toch bij mij komen bezoeken. ik antwoord zeer goed en welkom.
Ik was zeer verheugd en terug naar de boven in bed met niemand hadden mij gezien of gemerkt. God dank!!!
Het volgende over van het instituut naar huis in Breda.
Rene' van der Veen
11 jaar geleden
Hier over het ontspanningen ontwikkelingen en het volgende over het terug gekeerde naar het instituut.
In de Sanatorium Hornheide bestaat het zeer groot heide en bossen en gezond van het lucht dat het goed voor T.B.C. patienten. Bij ons in paviljoen door de Zusters ons hebben de ontspanningen opgeleid met de kunstelen aan de groot tafel dat wij elkaar samen wat kunnen spelen.
Daar het buiten zagen wij de eekhoorns, herten, vogels die ze veel verschillende genoemde vogels. Zuster bracht de lange dikke touw dat wij de olienootjes op de touw hebben vastgeknopt, daarna naar het buiten aan de twee bomen de lijn vast gebonden. Wij kijken wel inspannede naar het buiten of de eekhoorn zou komen. ja en zag ik de eekhoorn loopt in stilletjes achter de struiken en klom naar de boom en pakte de olienootje af en verder op de tak zitten en at de olienootje met 2 poten bijelkaar, zo erg mooi om te zien en kwamen nog enkele eekhoorns bij en ook bij ons in de zaal binnen lopen onder de iedere bedden, zoekt naar het afval voedsel. Wij proberen de eekhoorn vangen dat lukt het nooit dat de eekhoorn hoort zeer scherp en zo erg snel bewegingen.
Verder ook de herten in het bos liepen ze rustig en sprong ze over de smalle sloten. daar de fazanten en kril kippen en haantjes die ze hebben het verschillende kleuren aan het veren. de roodborstje, merel, vinken en anderen. ik gooi het overblijfsel brood weg op de grond en vliegen de vogels rond en naar het beneden op het grond de brood op pikken. Zuster gaf elke dag het overblijfsel brood aan mij dat ik elke dag voor de vogels heb verzorgd.
Hier verveel ik helemaal niet dat ik altij groot plezier van.
In het weekend op de avond om half 8 de filmvoorstelling bij ons in de zaal die de speelfilms over Laurel en Hardy en Charie Chaplin en ook wat de sprookjes. Tuurlijk wij zijn toch als de kinderen.
En dan maken wij een stuk wandelen met de Zusters en andere in het gebouw kregen wij het vruchten limonade daar wij het leven zo erg mooi.
In 1939 waren wel veel T.B.C. patienten in de Sanatorium, die ze lagen op het verschillende paviljoen door de behandelingen van de Zusters en Verpleegsters.
Wij de doven blijven nog altijd bij elkaar en gingen ze niet naar het horende patienten komen praten, dat de Zuster heeft wel gemerkt dat snap ze er niets van. Ik vertelde haar dat komt omdat op het instituut waar de dove jongens van binnen zijn gesloten, Maar wel naar het buiten in het dorp wandelen met een of twee broeders en ook in het weekend op het voetbalveld gingen voetballen. Ik zeg ook dat hier in Sanatorium en op het instituut was zeer groot verschil.
Dus over de Sanatorium Hornheide in het jaren hebben de T.B.C. patienten behandeld en verzorgd en enige jaren later krimpen de patienten en werd de Sanatorium voor goed was gesloten in 1970.
Deze de inrichting werd overgedragen voor de andere doel. Sanatorium was de afkomstig vab Duitsland dat was vroeger een groot heide dat wordt het gebruikt voor de verbouwing aan de Sanatorium en het genoemde Hornheide + Horn de dorp van Limburg en Heide van groot heide.
In Nederland Bestaat 7 Sanatorium in Appelscha Beatrix-Oord in 1955, Bilthoven Berg en Bosch in 1933, Soest Zonnegloren in 1921, Horn Hornheide in 1921, Harderwijk Zonnevanck in Harderwijk in 1955, Groesbeek Dekkerswald in 1931 en Klokkenberg in Tilburg in 1943 en over 10 jaar verhuisd naar Ginneken bij Breda in 1953
In Zwisterland oost bestaat het bekende de rustoord die van de Nederlandse Astma.
In de volksmond wordt T.B.C. ook wel tering genoemd.
In de periode dat er nog geen werkzame geneesmiddelen bestonden tegen T.B.C. onstond de eufemistishe afkorting T.B.C. of zelfs T.B.C. die ook tegenwoordig nog wel worden gebruikt.
De term " witte pest " is ook weleens voor tuberculose gebruikt. De tering is de doodelijk die is dit overwonnen tot en met de komst van antibiotica vanaf in 1944 eindelijk behandeling mogelijk werd.
Het volgende keer de terug keerde naar het instituut Pfffff.
Rene' van der Veen.
Rene' van der Veen
11 jaar geleden
Het gaat over de Sanatorium Hornheide Horn bij Roermond, daar was zeer mooi en prachtig inrichting met het talrijke bossen dat heeft het verschillende de paden in gelegd voor de alle T.B.C. patienten in het tijd gingen wandelen. Het gebouw de ziekenzaal met zonder het ramen heeft al 9 bedden geplaatst en hebben de drie Zusters verpleegd ( Josephina, Gabriella en Theresia ) alle drie waren zeer geliefde Zusters. Op Woensdag 7 Juni 1939 stonden 2 grote auto's voor het hoofdgebouw van het instituut. Ik van mijn het slaap de wakker door Br. Josaphat en zeide hij mij dat ik zelf kunt aankleden. Ik kreeg wel misselijk dat dacht ik het komende eind Juli 1939 de zomer vakantie zal uitbreekt. Toch mijn geduldig op weg naar de auto stapt er in.
Onderweg vroeg ik Br. Josaphat of stopt de onderweg dat wou ik graag een glas water drinken, want mijn longen vraagt er om dat had Br. Josaphat geweigerd.
Ik moest maar zelf inslikken en wacht tot ik in Sanatorium aankwam dan zal ik wie de verpleegster vragen voor een glas water en toen ik in de Sanatorium binnen en ging ik onmiddelijk naar het gebouw daar de Zuster dat ik haar vraagt naar een glas water.
Eindelijk kreeg ik een grote glas water en begon Br. Josaphat mij flink kijven met zijn groot mond dat van mij al heb bekend. grote mond heeft maar een klein hart.
Toevallig kwamen de 3 Zusters naar ons toe en ik kreeg van haar onder de arm mee naar de ziekenzaal en vroeg ze mij waar wil je de plaats op bed kiezen.Ik voelde mij al dat hier zo goed en warm heeft verwelkomd.
Ik heb een mooie plaats gekozen en moest maar op bed liggen, anders voor mij te lang staan dat was niet goed voor de longen. Ik lig nu heerlijk op bed met 3 a 4 kussen voor achter mijn rug en hals dat moest heel goed kuren.
De rust met de kuren was zeer belangerijk voor het gezondheid dat men kan heel gemakkelijk de ademhalingen. Op het instituut in de ziekenzaal maar een of twee kussen met zonder kuren. Het is duidelijk dat de ziekenbroeders zijn zeer onervaren voor de zieke jongens.
Toen gingen Br. Josaphat en Br Overste Cheophas weer terug naar Gestel. Opgeruimd Hoor !!!!
Rond in middag houden wij op bed de dutje in 2 uren nadien kwamen het horende T.B.C. patienten bij ons in de zaal kijken dat wel voor ze beetje nieuwsgierigheid naar de dove jongens die ze maakten elkaar het gebaren, toch het horende patienten zo graag met de doven in contact nemen. Daar was helemaal niet verboden. Eeerlijk gezegd dat ik was zeer blij dat ik hier ben en voelde mij ook als mijn thuis. Daar kregen wij altijd heerlijk in middags koffie met vlaai en ook veel vruchten.
De verpleegster Zuster zeide mij dat ik 2 maal in een uur van ochtend en middag uit bed naar het buiten in het bos ging wandelen. En ook in vrije tijd naar de douche mocht wassen. Op het instituut was alles niet toegestaan en dat was het verboden.
Behandelingen: De Zusters hadden de tegenavond elke kom met koud water onder mijn bed klaar gezeten..
En het volgende dag ben ik wakker en kwam de zuster naar mij toe en pakt ze de spons in het koude water zuigen en wast ze aan mijn borst en rug dat blijft de elke dagen.
In het najaar de nachtvorst vriest het water en breekt de zuster het ijs en met spons in het water dan wast op mijn rug en borst Och zo erg zeer koud.
Om 10.00 uur bracht ze een ijskoud beker melk en moest ik maar gewoon drinken. Het oproep van de longspecalist Dr Overmans voor de controle naar de rotgenfoto heeft gemaakt en alle dossier die van de longspecalist Dr v Rees uit Den Bosch heeft al tijdig hier heeft overgemaakt.
en elke maandelijkse de bloedprik en in het ochtend de nuchter dat iedereen met de rubber slang in mond door de luchtpijp om de slijmen uit de longen wordt gehaald voor het onderzoek. Verder het onderzoek naar het lichaam waar de afwijkingen die wordt ook geholpen. Zo zeer heel goed verzorgd en behandelingen voor iedereen.
Het bezoek uit het instituut kwamen bij ons in de ziekenzaal en het gezamelijk elkaar hebben gesproken, maar het brengt bijna helemaal geen nieuws van het instituut. Belachelijk !!!!
Mijn ouders kwamen ook op bezoek bij mij en vertelde mijn vader dat hij heeft met de directe van het ziekenhuis in Ginneken ( Breda ) gesproken en ingeschreven voor een plaats klaar voor zijn zoon Rene' en wou mijn vader op het instituut mij komt afhalen, maar was al eerder dat ik naar de Sanatorium ben vertrokken. Br. Overste Cheophas hield altijd tegen en het buiten van het instituut hebben er niets mee te maken, vertelde mijn vader.
Hij vroeg mij of ik hier in Santaorium goed bevalt? en antwoord ik dat bevalt mij het heel goed.
Mijn ouders waren goed en tevreden en belooft mijn vader dat ik hier het kommende maanden terug naar het instituut voor doven St Michielsgestel en vader komt mij afhalen en samen naar huis aldaar op bed rusten. Dat ik vond het goed wat mijn vader heeft tijdig geregeld.
Het uitslag van het onderzoek dat ik mijn longen nog goed en verbeterd en dan komt in het binnenkort terug baar het instituut, dat had ik geweigerd. En met de zuster verpleegster heb ik in contact gehad om alles te regelen dat ik naar huis mocht ging. Toch was alles misgelopen.
Doordat de specalist met het instituut al in contact heeft gehad en vertelde de zuster mij dat de Overste Br. Cheopg
has heeft gezegd dat de jongens in het binnenkort terug naar het instituut in de ziekenzaal moesten rusten met de geen toestemming van hun ouders in contact nemen.
Wel erg verbaasd van de zuster en werd ik zo erg kwaad. Nou door het instituut Br Overste Cheophas alles heeft geregeld met zonder het wisten van de jongens hun ouders. Maar als ze terug keerden op het instituut dan zal Overste Br. Cheophas zelf naar de ouders van de zieke jongens op het hoogte houden. zo Bemoeial Broeder..
Ik kreeg de toestemming van de zuster dat ik mocht de persoonelijk brief schrijven naar mijn ouders die gaat over het binnenkort zal ik van hier verlaten naar het instituut op welke dag weet ik voorlopig niet. Ik ben er tegen van het instituut en dat wil ik van hier naar bij jullie thuis op bed rusten. En een korte briefje van de zuster er bij dan stuurt naar mijn ouders.
En ik kreeg het antwoord, laten ze mij het weten als ik terug op het instituut en moest maar bij de vice directeur J v Overbeek komt spreken en vraagt hem de contact met mijn vader per telefonisch gesprek. dat heeft mijn vader van te voren met de vice directeur J v Overbeek in contact gehad. O. Ik begreep dat was het bedoeld dat ik moest zelf het klachten bij de vice directeur J v Overbeek indien dat gaar er om voor Overste Br Cheohas geheel buiten moest blijven. Het was wel een rootzooi van alle bemoeienal van Br Overste Cheophas.
Het volgende keer over het teruggekeerd op het instituut.
Pfffffff Rene' van der Veen.
Rene van der Veen
11 jaar geleden
Tuberculose is een ernstig, soms besmettelijk bacteriele infectie ziekte, veelal veroorzaakt door mycobacterium tuberculose. Deze batericie is in 1882 ondekt door Robert Koch.
Door het gebruik van meerder daartoe geschikte antibiotica tegelijk is tuberculose tegenwoordig meestal goed te behandelen.
In Nederland had in het jaar 1900 en 5 miljoen inwoners, jaarlijkse stierven er toen ongeveer 10.000 mensen aan tuberculose. Dit is relatief ongeveer driemaal de huidige sterfte aan de longkanker.
De verschijnselen van tuberculose is vooral een ziekte van de longen maar in principe kunnen alle organen door de tuberculose bacterie werden aangetast.
De meeste voorkommende symptomen van long tuberculose zijn aanhoudend hoesten, gezichtverlies, nachtzweten, pijn in de borstkas en bloed ophoesten. Dit is de besmettelijke viranten van long tuberculose, lymfelklier tuberculose uit zich door een zwelling van lymfelklieren, bijvoorbeeld in de hals. Het is ook mogelijk dat tuberculose zich op neer plaatsen tegelijk uit.
Bij de consultatie Bureau dat de tuberculose dove jongens van het onderzoek op ronthen en kunnen de longen goed zichtbaar op voor longen en achter longen. Nadien ik moest in de wachtkamer op bank zitten wachten tot het oproep van de longspecalisten Dr v Rees, Dr Overmans en Dr Jongemans naar de donker rontgenkamer met het licht van roodlamp en heeft de rontgenfoto gemaakt. Die wordt altijd bewaard voor het volgende in 2 maanden later weer opnieuw de rontgenfoto laten maken en hangt twee foto's ( van 2 maanden geleden en over 2 maanden ) aan de glas waar het achter de lamplicht aanschakelen. De longspecalist kunt de twee foto's zien of de longen die het plekken er op zitten die wordt iets kleiner dan de eerste. Het blijft de herhalingen om 2 maanden de rontgenfoto laten maken, zolang tot de T.B.C. patient geheel is genezen. Het duurde zeer lang zoals ik onder mijn T.B.C. ziekte in 1 jaar en 3 maanden door de longspecalist totaal van het begin 2 plus 7 plus 2 = 11 rontgenfoto's heeft gemaakt. En verder onder de controle van vaccin op de onder pols met driemaal kruisjes, daarna over 5 dagen later kunt van de vaccin de kruisjes zien op 1e ziekte gezwel, 2e besmettelijk ziekte en 3e tuberculose ziekte. Ik kreeg ook 4 keer per jaar op de pols vaccineren en zag op de 3e plaats de droge rood plekje uit en de andere twee helemaal geen zichtbaar plekjes. Dus ik ben de T.B.C. patient en niet besmettelijk en andere ziekte.
Behandelingen op het Instituut in de Ziekenzalen.
In de 3 Ziekenzalen ( een van het voorgevel en twee achtergevel van het instituut. Daar elke zalen de 5 bedden klaar hebben peplaatst. Idereen moesten op bed rusten en mochten niet te veel bewegingen. Uit de bed was niet toegestaan naar de toliet aan de naast in kleine keuken en dan in de elke ziekenzaal de W.C. stoel met de onder de emmer met deksel, dat ze moesten in het gebruik van maken. Logisch zweven de onaangenaam geur in de ziekenzaal, daarvoor ik ben helemaal niet mee eens dat klacht ik er voor dat wordt helemaal niets geholpen. De andere jongens klachten ook dat het geopende ramen het buiten de bloesem van de lindenbomen waar de speelplaats stonden, die zweven het scherp geur in de ziekenzaal binnen die worden ook niets geholpen. Onbegrijpelijk !!!! Het lijkt wel op dat de ziekenbroeder laat de zieke jongens achter.
Ik heb zelf eenmaal meegemaakt toen de jongen op de W.C. stoel zat en ik eigen op mijn dringend uit bed en liep door de gang naar de W.C. En kreeg ik het zware klap en schopt mij achter die bleef door tot ik in de ziekenzaal op bed lag door Br. Aretas. Het was zer verschrikkelijk de mishandelingen op iedere zieke jongens.
Opeens kwam als de vrijwillger ziekenbroeder Epolonius bij ons en wilde hij voor iedereen helpen en verzorgen, maar niet voor hele dag dus alleen in vrije tijd. Hij praat altijd graag met de jongens en vertelde hij ook dat 9 van 15 jongens gingen in het binnenkort naar de Sanatorium Hornheide Horn bij Roermond. Dat de reden van de longspecalist Dr v Rees uit Den Bosch op het instituut kwam voor de inspectieren en heeft het rappoort opgemaakt en aan de ziekenbroeder Josaphat ( al eerder de verwisseling met Br. Aretas de reden van het probleem door het klacht van Br Arnoldus ) heeft afgegeven en moest hij bij de overste Br. Cheophas kwam melden. Het rappoort dat heeft geschreven door de longspecalist dat was het gebrek van de ruimte, onvoldoende tolietten, badkamers, het verfrissende lucht en geen dichtbij van het natuur de struiken en bossen.
Alleen de zware tuberculose jongens dat ze op Woensdag 7 Juni 1939 per 2 grote auto's naar de Sanatoruim Hornheide Horn bij Roermond werden vervoerd. En 5 lichte tuberculose jongens in het tijd weer terug op hun benen bij de jongens op de speelplaats. en een T.B.C. jongen ( Jopie Ros ) kreeg het bezoek van zijn vader en op hetzelfde dag in de ziekenzaal heeft hem geslagen en gestompd door Br. Aretas en dan vader en Jopie samen gingen de voorgoed naar huis gegaan en lag hij op bed in Sanatorium Berg en Bosch in Bilthoven.
Het is nu wel duidelijk dat het instituut erkend het Gezondheid niet.
En dan zeer slechte Behandelingen en verzorgen aan de ziekte T. B.C. jongens in 1939 - 1940
het volgende keer over de Sanatorium Hornheide Horn bij Roermond.
Rene' van der Veen.
Rene' van der Veen
11 jaar geleden
De boven foto de totaal 19 T. b.C. patientenop het instituut voor doven hebben geconstarteert door de longspecalist dr v rees te s' Hertogenbosch. Helemaal geen verassing nieuws, want op het instituut erkend het gezondheid niet, zoals mijn ouders ook niet en van mij zelf ook helemaal niet wist. Ik begon van te voren overdenken hoe het begint voor de dove leerlingen op het instituut? Tuurlijk eenvoudig heeft gezegd dat deer de Broeders en Zusters hebben ze onderwezen en opvoeding, Maar toen mgr v Beek in Gemert ondekt datin het dorp en omgeving leefden maar 4 volwassen doofstommen en begon hij ze onderwezen van Goddienst, Gebarentaal,schrijven en lezen. Ze kunnen niet deelnemen voor de Eerste H Communnie. Waarom ? Omdat ze geheel zijn volwassen en later op het oude instituut in Nieuw-Herlaer door 2 en 3e directeur ( v Bommel en Slits ) deden hetzelfde het werk van Mgr v Beek overneemt.
Daarnaaan het buurt 4e directeur C Terwindt was zo heel streng en mogelijk veel aandacht aan het geloof met de Goddienst en Katechismus aan de doofstommen leerlingen op de school het verplicht door de Broeders en Zusters onderwezen.
Van hem de opvolger de 5e directeur van het instituut voor doofstommen St Michielsgestel Mgr A Hermus dat koos hij naar de spreekmethode en ook Goddienstig en Katechismus zoals het werk van Mgr C Twerwindt heeft overgenomen. Nu vraag ik waar blijft het Gezondheid op het instituut voor de dove leerlingen en bewoners die ze op het instituutleefden. Waar blijft de douchecellen,, zwembaden en anderen sport? Ik als de leerling op het instituut leefde in 43 a 44 wekenvan mijn ziekte dat ikin het geval buikpijn heb, in de nacht zo vaak zweren, urnieoverblijfsel enzdat mocht ik niet met de wekelijkse naar de douchecel wassen, dat bestaat op het instituut helemaal niet. En dan de ziekenbroeders dat ze hebben geen gediplomeerd in met er andmet het Eerste Hulp Bij Ongelukken. Het doel van de ziekenbroeders Aretas,Josaphat,Otgerus en Alanusverplegen voor de ziekejongens maar alleen griep, koorts, ongeval verwondingen. En de andere de zieke longontsteking, maagbloeding, hersenvliesontsteking, maagontsteking enzevoort kenden ze helemaal niet, dat wordt ze via de huisarts van de dorp en stad opgeroepen.
Zoals ik het vorige heb verteld over Jan Megens. Van mij. Jeugd kreeg zo vaak mishandeld door de ziekenbroeder dat mocht ik niet in de kapel en ook in de ziekenzaal hoesten. Anderen zeiden mij dat het vroeger was voorbij en ergete , Van ze het wel, maar van mij niet dat ik het mijn lichaam aan de rug blijft nog veel lidtekenen door de geselen. Zo in 1934 de priester-leraar J v Overbeek dat hij veel heeft geleerd als de boerzoon van de ouders, daar de grote boerderij met het dieren wist hij het goed naar het gezondheid aan de dieren.
Vermoedelijk Ik dat hij was wel geschrokken, toen op het instituut was het eerste T.B.C. gevallen in 1938 (de priester-leraar Bartels ) daarna oprekent J v Overbeek wel toen hij de vice directeur van het instituut werd benoemdt in 1939. Tenslotte dringend hij fat de alle bewoners van het instituut zo mogelijk naar de consultatie Bureau te S' Hertogenbosch gingen voor het onderzoek op de longen.
Dit gebeurde was in maand Mei 1939 het donderslag op het instituut zijn totaal 15. T. B. C. Patienten gevallen en later 4 er bij die alleen bij de jongensafdeling en een broeder. Bij de meisjesafdeling de meisjes, oud-leerlingen en Zusters zijn geheel vrij van de Tuberculose.
Het waren wel heel ernstig ziekte tuberculose. O.dat ben ik zelf ook als T.B.C. Patient en werd aan mijn ouders doorgegeven. Het was zeer groot verdriet ouders die ze in de spreekkamer aankwamen en bespreken met de vice directeur J v Overbeek. En Br Overste Cheophas.
Dat ze trootsen de ouders van de dove T. B. C. patienten.
En dan werd ingeschreven van het kind zijn ouders, broers, zussenen familieleden dat ze moesten ook mee naar de consultatie bureau voor het onderzoeken.
De directeur A Hermus bleef het gewoon weg en vice directeur J v Overbeek bleef het behulpzaam om op het instituut te regelen naar het gezondheid voor de dove leerlingen en bewoners. Dat komt de veranderingen naar het verbeteren voor hetverbouwingen van de centrale verwarmingen, douchecellen enz.
Groot dank aan de 6e directeur an het instituut dat hij zo goed heeft ingerepen naar het gezondheid. En houdt hij zo vaak goed in contact met de T. B. C. Patienten.
Zo lijkt op wel dat het de verantwoordelijk van het instituut zelf, Maarhet vooral van Br. Overste Cheophas bemoeien er zoerg vaak dat brengt het misselijk an hem. En vooral een groot ramp voor de zieke jongens in de ziekenzaal onder de ziekenbroeders Aretas en Josaphat dat ze voor iedereen hebben het moeilijk gemaakt.
Volgende keer over de ziekte van tuberculose.
Rene' van der Veen.
Rene van der Veen
11 jaar geleden
Jan Jonkman mijn harte dank van je mij toewensen van mijn gezondheid. Zo ik maak nog steeds goed met mijn goed geheugen op de boeken schrijven die al meer dan 600 bladzijde. Je vraagt mij of Paul v d Merkhof was ook T.B.C. Patient ? Neen. Hij was wel ernstig ziekte van niet alleen de niervergifting en ook wat de andere ziekte dat had niemand heeft overgesproken.
De 16 foto's en 3 geen foto's totaal 19 T.b.C. Patienten en van 15 T.B.C. Patienten zijn overleden en 4 leven nu nog zijn Harrie Martens, Jacob v d Vall, Bennie Schweinsberg en Rene' van der Veen.
Straks komt nog een foto bij die staat er op dat ik van mijn leeftijd nog geen 11 jaar oud ligt op bed en andere foto dat ik volledige genezen en andere foto dat ik mijn ziekte bij mijn ouders thuis heeft door de 2 zusters verpleegd.
Kijkt je maar hoor. Rene' van der Veen.
Jan Jonkman
11 jaar geleden
Rene, al je verzameling van foto's van jongens die allemaal TBC gehad hebben, ken ik de meesten heel goed, behalve Harrie Martens nr.3, Wim den Reijer nr.14, Mr. Bartels nr. 15, en Jopie Ros nr. 17. Mijn vraag aan jou of je misschien ook vergeten bent dat Paul v.d. Merkhof ook ernstig ziek was geweest of had hij ook TBC of niet?
Niet meer in leven zijn wat ik heel zeker weet zijn Jan Oskamp, Cees Borsten, Piet Demandt, Mans Schlepers, Arie de Goede, Bert van Gerven, Jan Habraken, Herman Kouwert, Gerard Schulte, Mr. Bartels en Br. Arnoldus. En de rest weet ik niet zeker of ze nog leven of niet meer. Ik weet nu heel zeker dat Rene v.d. Veen nu nog in blakende gezondheid leven met zijn 85 jarige leeftijd. Hou het gezond en blijf bij de positieven!
Rene van der Veen
11 jaar geleden
Nog van mij duidelijk de namen van Nr 11 Jan Habraken en Nr. 19 Martien v Lier.
Verder zal ik over de onschuldig T.B.C. Patienten op het Instituut in 1939 schrijven, dat de Tuberulose was wel zeer ernstig ziekte in het verleden. Tot het volgende krer.
Rene' van der Veen.
Reactie plaatsen
Reacties
hier het laatste verhaal dat ik van het eind Zomervakantie 1940 op de eerste Maandag September 1940 keerde weer teug op het instituut.
De schooljaar van 1940 - 1941 gaat van mij wel en de schooljaar van 1941 - 1942 + 1942 - 1943 + 1043 - 1944 heeft door Br. Aretas mij heleboel de rotzooi heeft gemaakt.
Dat ik er genoeg van te veel verhalen op site heb geschreven in ivdvariatie ! log 11 en ivd variatie log 556 en ook in mijn boek heb geschreven.
De 8 van 9 T.B.C. jongens zijn geheel genezen en behalve een jongen nog veel langer dan het verwacht, omdat Martien v Lier de T.B.C. patient heeft ook een andere afwijking ziekte . Welke dat weet ik het niet.
Jopie Ros de thuisblijvers is ook genezen en kwam hij niet meer terug naar het instituut de reden door de mishandeling van Br. Aretas in de Ziekenkamer 1939.
Arie de Goede dat hij was in kort de T.B.C. patient en later kreeg hij weer opnieuw T.B.C. dat hij werd in Sanatorium Berg en Bosch in Bilthoven opgenomen.
Mhr Bartels de priester-leraar van het instituut dat hij was in 1939 naar het ziekenhuis St Laurens in Ginneken bij Breda en enige jaren later overleed hij.
Br. Arnoldus de T.V.C. patient dat hij weer aan het wrtk op het instituut en enkele jaren later in 1943 ging hij naar het verpleeghuis van de Broedershuis in Maastricht, aldaar overleed hij in het gedurende ziekte aan de longkanker.
In 1942 onder het feest van St Nicolaas ben ik het onwel geworden en ging naar de ziekenkamer binnen en lag op bed dat er niemand waren aanwezig. Ik rust maar goed en slaap door in hele dag en nacht met zonder mijn het woorden heb gesproken. Br. Josaphat gaf het eten en drank aan mij met zonder woorden.
Over 3 dagen ben ik weer uit bed en aankleden naar het buiten op de speelplaats.
Ik heb het geleerd van mijn vader dat hij heeft een beeldjes met 3 mannetjes aan mij gegeven die staat bij mijn thuis op de tafel. Het spreekwoord zeg dat " Horen, Zien, Zwijgen "
Alweer voor de tweede keer T.B.C. gevallen op het instituut
in 1944 zijn Bert van Gerven en Cees Borsten dat ze wordt behandeld en verzorgd door Br. Josaphat. Enkele weken later mocht Bert v Gerven naar huis in Esch bij zijn ouders daar wordt behandeld en verzorgd.
In 1945 het mooiste jaar dat Br Cheophas overste en Br Gerinus allebbeiden de sluwe broeders verlaten van het instituut naar Maastricht. Zijn opvolger kwam Br Hadelinus overste en Br. Rodulf op het instituut.
in 1946 het geweldige mooiste jaar dat Br. Aretas en Br. Josaphat allebeiden de ziekenbroeders verlaten van het instituut naar Nijmegen? en Maastricht.
Opgeruimd Staat Netjes !!!!!
Zijn opvolgers kwamen Br. Boudewinus en Br Damacenus op het instituut.
Alweer voor de derde keer T.B.C. gevallen op het instituut in 1947 zijn Bennie Schweinsberg en Gerard Schulte en nog een oud-leerling Antoon Broeders, O. dat weet niemand dat. zo ja toen Antoon kreeg het oproep van Br. Damacenus dat Antoon moest naar de ziekenkamer op bed rusten. Antoon had geweigerd. Br. Damacenus kunt van hem niet volgen van het gebarentaal en vroeg hij mij of ik voor hem kan vertaald wat Antoon het heeft gezegd. goed! en dan vertel ik aan Br. Damacenus dat Antoon zeide dat hij voelde nog het goed kunt ook goed werken en lopen. In vrije tijd naar de cafe de glasjes borrel drinken dat is ook de geneesmiddel. Br. Damacenus lacht en zeide hij dat kan hij niet zomaar dwingen. Laat hem maar het gewoon gaan. En het volgende jaar weer voor de controle in Den Bosch dat wordt niets meer overgesproken. Het was een vreemde geval.
Boven 2 foto's de mijn longen dat kunt de negatieve foto's naar hetluchtlicht zien met het 2 verschil van de longen. De bovenfoto de longen dat het plekjes er zit dat is T.B.C.
En onder foto de longen was geheel vrij van T.B.C.
Maar als ik bijvoorbeeld naar de consultatie bureau voor het onderzoek dat ik helemaal niet heb verteld over mijn het vroeger de T.B.C. heb gehad. toch ondekt de longarts dat ik het vroeger T.B.C. heb gehad, door het verraad van het grens plekken, die blijft nog in de longen. Bijvoorbeeld een doek op de tafel legt en morst wat de koffie of thee op de doek laat drogen en blijft het buiten grens over dat de vergelijking op longen ook,
Rene' van der Veen
Hier over het instituut naar huis bij mijn ouders in Ginneken bij Breda.
Nog geen een week op het instituut in de ziekenzaal dat de ziekenbroeder Aretas nog steeds hetzelfde als de vorige keer, iedereen moesten op bed blijven rusten met een of twee kussens achter de rug en hals met zonder kuren. Toch heeft Broeder Aretas helemaal niet geleerd van de anderen heeft gehoord en verteld. Er waren zeer weinig broeders bij ons op bezoek dat ze vreesden van de besmettelijk ziekte, behalve Br. Epolonius was helemaal niet bang en doet hij met de ziekte jongens heel goed omgaat, daarvoor ik ben hem altijd dankbaar in het jaren.
Zaterdaavond rond om 7 uur kwam Br Aretas met de avondmaaltijd aan de tafel en verdeeld aan 5 jongens. Nadien voor half acht s avonds ruimt hij alles op en zeide hij " slaapt maar " met zonder het woorden zeggen " Wel te Rusten of slaapt lekker tot morgen " Hij liep het gewoon weg daar heeft hij helemaal geen zin voor de ziekte jongens verzorgd en behandeld. Gelukkig dat hij helemaal niet heeft gemerkt en gehoord dat ik onder de lofdienst uit bed naar het beneden met de vice directeur ben gegaan en gesproken. Ik had wel vermoedelijk gedacht dat Br. Aretas het wist dat mijn vader zal morgenochtend mij afhalen.
In het nacht slaap ik het slecht en rust het gewoon uit en hoopt de dag gauw weer licht valt op Zondag 27 November 1939 op het ochtend doet Br. Aretas de kleine tafel met het kruisbeeld en 2 kandelaars met kaarsen aan het bezig en hoorde hij dat Br. Jeroen in de gang de bel rinkelt en dan Br. Aretas begon wat op eigen vloek woorden en pakte hij de overdekje doek van de tafel uit en gooit naar het buiten van de voorgevel van het instituut dan kwam Br. Jeroen binnen en zag hij wel wat Br Aretas iets heeft gedaan, laat het raamdeur dicht.
Mhr v Uden kwam aan de tafel met de Ciborie waar de H. Hostie werd bewaard en maakt hij de deksel open en deelde hij aan de ziekte jongens laten communieren. Nadien ging hij met Br. Jeroen uit de ziekenzaal naar de gang ( 2 misdienaars met de kaarsendrager moesten in de gang wachten dat ze mochten niet in de ziekenzaal binnen ) Br. Aretas zijn het gezicht zeer kwadebui en maakte de iedereen moeilijk dat ze uit bed op de stoel zitten. Waarom ? dat weet niemand en later zeide hij " terug in bed " en ging hij weer weg en later bracht hij met de ochtend ontbijten mee en deelde hij aan de iedereen en zeide hij mij, jij na het eten dan uit de bed stap je maar naar de klerenkast dat moest je zelf aankleden dan moest maar op de stoel bij het raam zitten. Goed en ik keek naar het buiten van het instituut op weg de voorbij van fietsen en lopen en auto's heeft gereden. Hoelang moest ik op de stoel bij het raam zitten? Van s morgens half negen tot elf uur in 2 en half uur. Dat was niet normaal.
Eindelijk zag ik daar het buiten de auto reed de langs noor voor de jongensafdeling stapt mijn vader uit auto en zeide ik daar mijn vader komt mij afhalen en kreeg ik de klap van Br. Aretas. Even poosje later kwam Br. Paschasius bij mij in de ziekenzaal, schrok hij dat ik een van twee rood wangen en vertelde ik hem dat ik zo pas geleden een klap heb gekregen van Br Aretas. Toen ik in de spreekkamer binnen, zag mijn vader dat ik een rood wang heb en vertelde Br. Paschasius aan mijn vader. Dat was zeer woedend en wou hij met Br. Aretas opdonderen, maar hij bleef weg. Eindelijk ik met vader samen in auto en reed door naar huis in Breda, toen ik thuis kwam, haalde ik mijn ademhaling dat voor mij nu veel moest rusten. Mijn moeder omhelsde mij en was ze zeer blij dat ik weer thuis ben en ging ik naar de boven mijn slaapkamer op bed rusten met 3 a 4 kussens achter mijn rug en hals ( zie de Foto ( dat mijn ouders onder de tijdens het bezoek in de Sanatorium hebben goed gehoord en geluisterd. Mijn de buren kwamen naar mij met het verwelkomwoord toewenst. Verder kon ik iets niet meer doen, dat was ik moe en wil ik nu op bed slapen door het vermoeiend dat hij wat er veel heb meegemaakt van het instituut.
Het volgende dag gaat weer goed en kwam de twee Zusters bij mij voor de kennismaking dat heten ze Zuster Tontino en Zuster Frijters ( Begijenzuster uit Begijenhof in Breda ) Ze waren ook goed en geliefde zusters dat ik erg veel plezier van ze heb gehad. Hier de behandelingen zoals hetzelfde in de Sanatorium Hornheide dat elke s morgens en s avonds het koude water aan mijn borst en rug wassen. Mijn slaapkamer stond het ramendeuren geheel open de tegenover de weilanden waar daar de koeien grazen, ( nu in de stal ) het luchtverfrissing bij ons in de slaapkamer was zeer hoog voldoende. Na een week thuis kreeg ik het oproep van de longspecalist Dr Jongemans dat ik bij hem moest komen voor de controle naar de rontgenfoto en ook de vaccin op mijn polis met drie kruisjes. Het uitslag dat mijn loingen was goed vooruit en voorspelt de longarts dat ik over 6 maanden zal geheel genezen, dat hoop ik van wel. En mijn het bekende de huisarts Dr Joling kwam mij de hand geven en spraken elkaar samen en controle mijn de longen en zeide dat het goed gaat en moest nog verder goed rusten houden in bed met kuren.
Mijn ouders hun groot geduld voor mii hebben verzorgd dat ze het eten naar de boven werdengebracht en dan vroeg ik aan Zuster Tontino of dat het mag als in middag en avond onder het eten bij mijn ouders aan de tafel kom zitten? Zuster Tontino zeide mij dat ze zal met de longarts overleggen en later vertelde mij dat het mocht bij je ouders samen aan de tafel eten. Dat vond ik erg super fijn.
Op de oud/nieuwjaar 1939/1940 de dag vierden wij elkaar aan de tafel met de oliebollen en dranken. In het winter was wel erg koud met veel sneeuw en ik nog lekker warm in bed. In het voorjaar 1940 kwam de vice directeur J v Overbeek bij mij thuis op bezoek en zag hij dat ik alles goed uitziet. Mijn ouders met de vice directeur hebben elkaar goed gesproken dat mag ik hem van harte danken voor de goede verzorgd van mijn ziekte dat hij mij heeft geholpen dat ik nu thuis ben. Hij kwam al voor 3e keer bij mij thuis op bezoek.
In Maart 1940 ging ik weer naar de consultatie bureau in Breda en wacht op voor de rontgenfoto en dat heeft al opgemaakt en het uitslag van mijn longen de plekjes nog kleiner aanwezig. Het onderzoek van de bloedprik was het goed en gewicht van mijn lijf dat ik nog zwaarder ben.
Op de dag 10 Mei 1940 toen ik van de slaap wakker en kwam mijn moeder dat in het lucht de veel Duitse vliegtuigen over ons land heeft gevlogen en moeder was zeer inspannende en bang dat ze het vroeger in 1914 - 1918 in Belgie onder het bezetting van de Duitsers dat werd mijn moeder naar de gevangenis gebracht en later naar het kamp in Leopoldsburg Belgie in 2 jaar toen het land Belgie in 1918 was bevrijd en ging mijn moeder naar Antwerpen bij haar ouders thuis en over 2 jaar op 20 Juli 1920 trouwde ze met mijn vader. Door de radio hoorde vader dat in Breda de alle inwoners moesten vluchten dat de Duitsers hadden gewaarschuwd als de Nederlandse Legersniet willen overgeven dan zal de stad in Breda geheel verpletteren door de bommen. Mijn ouders, broer en ik vluchten naar door het bossen. Ik zat achter op fiets van mijn vader en hoorde hij de lage Duitse vliegtuigover de bossen heeft gevlogen en laat hij mij uit de fiets naar op de grond gelijk liggen, daarna de weg naar de boerderij voor 2 overnachten en keerden we weer terug naar huis. Zuster Frijters stond het buiten voor ons wachten en samen in huis binnen kwamen. Zuster Frijters had zeer bezorgd om mij het gezondheid niet laten te beschadigen. Toch alles goed afloopt en verder weer normaal aan de gang.
Zuster Frijters en Zuster Tontino allbeiden wisten dat ik op 14 Juni 1940 naar de consultatie bureau moest komen voor het onderzoeken, dat ze hopen veel om ik weer goed zal genezen.
De huisarts Dr Joling kwam bij mij voor de controle en luistert hij mijn longen en zeide hij dat hoort hij bijna niets meer dat de longen wel goed en mocht ik in 4 uren per dag uit bed op de stoel zitten. en ook naar het buiten even wandelen. Ik voelde mij wel dat ik nu iets beter vooruit als het vroeger en bijna helemaal geen verkouden en moeheid meer. Op de dag 14 Juni 1940 wou mijn vader de taxi bestellen en zeide ik hem dat hoeft het niet. Ik wou nog eens proberen met vader samen rustig wandelen naar de consultatie bureau in Breda. ( ongeveer 30 minuten lopen )
Toen ik in de wachtkamer op de stoel zat en zeide ik tegen vader. O. ik denk dat wel mijn longen alles weer in orde en zal ik wel genezen. en vader zeide dat hoopt hij van wel. en 3 longspecalisten mij en samen naar de rontgenkamer binnen, daar het onderzoeken van de rontgen en foto. Over een kwartier kwam de longarts Dr Jongemans mij toe en feliciteer hij mij en zeide hij dat ik mijn ziekte T,B.C. is volledig geheel genezen, Daarvoor ik was zeer dolblij en mijn ouders ook ( zie de foto de dikke jongen )
En dan weet de vice directeur van het instituut feliciteer hij ons en zeide dat je zoon Rene' mocht het gewoon thuis blijven tot met het begin September 1940.
Een mooie lange vakantie en bedank ik aan mijn ouders en zusters Tontino en Frijters dat ze hebben mij zeer goed verzorgd en behandeld. Zeer fantanische goed en prima!!!!
het volgende over weer terugkeer op het instituut na de zomervakantie 1940
Rene' van der Veen.
Over het treugkeer naar het instittuut.
Zo heel verschrikkelijk van het Belletin Nieuws van het instituut voor Doven de kennismaking dat 5 van 9 doven
T.B.C. patienten op de dag Maandag 21 November 1939 keerden terug naar het instituut zijn Wim den Reijer, Jan Oskamp, Adrie v Terijen, Jacob v d Vall en Rene' v d Veen en nog anderen het volgende aan het buurt welke dag dat weet ik niet ( Martien van lier, Herman Kouwert, Harrie Martens en Mans Schlepers)
De Zusters hadden wel gemerkt dat de iedereen waren helemaal niet blij dat ze wel hebben goed begrepen. Ik was zeer inspannende en kreeg ik de kalmertabletten dat ik kreeg de emotieneel dat komt door ik mijn denk maar eens aan de keren, dat ik helemaal opging in een spannende van het instituut voor doven, die ik keren dat ik aan de dagdromen was en de tijd volkomen vergaat. De verschijnsel wordt natuurlijk verdrietig trance genoemd. En overal het algemeen geef ik dit een slechte gevoel wat ik op het instituut zal wel door maken.
ik kreeg het steun van de Zusters dat wat ik ze heb verteld wat ik het vroeger op het instituut door Br. Aretas heeft mij gegeseeld met de touw en kleine loodjes de reden toen ik 7 jaar oud was in de kapel zeer zware verkouden dat de Broeder niet kan verdragen. Toevallig de Zuster Gabriella hoorde en vertelde ze dat de rug van Rene' het volop lidtekenen kunt goed zichtbaar toen ze elke dag de spons met het koude water op mijn rug en borst heeft gewassen en vroeg ze mij niet waar kwam die vandaan? en hoorde ze wat ik hun vertelde. Ze waren wel erg geschrokken, dat ze niet kunnen begrijpen, waarom doet de broeder dat?
En dan maakt de zuster het rappoort wat ze er op heeft geschreven. En dan ik heb wel opgemerkt van mijn vader de brief naar mij heeft geschreven dat als ik op het instituut terug keerde dan moet de enkele dagen in stilletjes uit bed en liep naar de kamer van de vice directeur binnen en vertelde het gewoon wat ik op het instituut had meegemaakt.
Er kwam de auto aan bij het hoofdgebouw van de Sanatorium en het afscheid van de 3 Zusters en bedankt voor de goede verzorgd en behandeld en begon ik wat huilen en de zusters ook haar de tranen uit de ogen. het was zeer pijnelijk dat de elkaar hebben gezien.
Br. Josaphat en Br. Overste Cheophas hielden alle tween zeer koel. en begon ik de wraak op hun dat wou ik in Sanatorium weglopen, toen Br. Josaphat greep mij de kraag vast en duwde mij in de auto en mijn handen wordt vastgebonden dat dacht hij dat ik weer zou vluchten.
Ik schopte naar de been van Br. Overste Cheophas van mijn uitwraakheid. Onderweg sprak Br. Overste Cheophas met Br. Josaphat elkaar wat ze van plan dat wel over mij op het instituut goed in de gaten houden. dat ik heb zelf ook het gevoel. Toen wij op het instituut aankwam dat daar hebben niemand ons verwelkomd en ging ik naar de ziekenzaal, dan zag ik weer terug van de verwisseling Br. Aretas met Br Josaphat als de ziekenbroeder. Voor mij het probleem dat mijn vader heeft mij overgeschreven dat ik met de vice directeur J v Overbeek kom spreken.
Later dacht ik misschien het beste op Zaterdag 26 November 1939 zou ik het proberen . ja toen de alle Broeders s avonds om half 7 naar de kapel voor de lofdienst en ik van mijn goed best doe dat ik uit bed met pyama naar de gang met de trap naar beneden naar pastorie dan zag Zr Borgia mij en ontfermde zij en vroeg ze wat wil je bij wie komen praten? ik antwoord Mhr v Overbeek. Goed dan ben ik bij de directeur in de kamer gekomen en elkaar hebben gesproken. oja dat wist hij al en heeft hij met mijn vader in contact gehad, deelde hij mij mede dat morgen Zondag ochtend 27 November 1939 rond 11 uur komt je vader hier op het instituut om jou af te halen en samen naar huis in Breda daar wordt verzorgd en behandeld. dat heeft de toestemming van de vice directeur J v Overbeek gegeven en zal hij toch bij mij komen bezoeken. ik antwoord zeer goed en welkom.
Ik was zeer verheugd en terug naar de boven in bed met niemand hadden mij gezien of gemerkt. God dank!!!
Het volgende over van het instituut naar huis in Breda.
Hier over het ontspanningen ontwikkelingen en het volgende over het terug gekeerde naar het instituut.
In de Sanatorium Hornheide bestaat het zeer groot heide en bossen en gezond van het lucht dat het goed voor T.B.C. patienten. Bij ons in paviljoen door de Zusters ons hebben de ontspanningen opgeleid met de kunstelen aan de groot tafel dat wij elkaar samen wat kunnen spelen.
Daar het buiten zagen wij de eekhoorns, herten, vogels die ze veel verschillende genoemde vogels. Zuster bracht de lange dikke touw dat wij de olienootjes op de touw hebben vastgeknopt, daarna naar het buiten aan de twee bomen de lijn vast gebonden. Wij kijken wel inspannede naar het buiten of de eekhoorn zou komen. ja en zag ik de eekhoorn loopt in stilletjes achter de struiken en klom naar de boom en pakte de olienootje af en verder op de tak zitten en at de olienootje met 2 poten bijelkaar, zo erg mooi om te zien en kwamen nog enkele eekhoorns bij en ook bij ons in de zaal binnen lopen onder de iedere bedden, zoekt naar het afval voedsel. Wij proberen de eekhoorn vangen dat lukt het nooit dat de eekhoorn hoort zeer scherp en zo erg snel bewegingen.
Verder ook de herten in het bos liepen ze rustig en sprong ze over de smalle sloten. daar de fazanten en kril kippen en haantjes die ze hebben het verschillende kleuren aan het veren. de roodborstje, merel, vinken en anderen. ik gooi het overblijfsel brood weg op de grond en vliegen de vogels rond en naar het beneden op het grond de brood op pikken. Zuster gaf elke dag het overblijfsel brood aan mij dat ik elke dag voor de vogels heb verzorgd.
Hier verveel ik helemaal niet dat ik altij groot plezier van.
In het weekend op de avond om half 8 de filmvoorstelling bij ons in de zaal die de speelfilms over Laurel en Hardy en Charie Chaplin en ook wat de sprookjes. Tuurlijk wij zijn toch als de kinderen.
En dan maken wij een stuk wandelen met de Zusters en andere in het gebouw kregen wij het vruchten limonade daar wij het leven zo erg mooi.
In 1939 waren wel veel T.B.C. patienten in de Sanatorium, die ze lagen op het verschillende paviljoen door de behandelingen van de Zusters en Verpleegsters.
Wij de doven blijven nog altijd bij elkaar en gingen ze niet naar het horende patienten komen praten, dat de Zuster heeft wel gemerkt dat snap ze er niets van. Ik vertelde haar dat komt omdat op het instituut waar de dove jongens van binnen zijn gesloten, Maar wel naar het buiten in het dorp wandelen met een of twee broeders en ook in het weekend op het voetbalveld gingen voetballen. Ik zeg ook dat hier in Sanatorium en op het instituut was zeer groot verschil.
Dus over de Sanatorium Hornheide in het jaren hebben de T.B.C. patienten behandeld en verzorgd en enige jaren later krimpen de patienten en werd de Sanatorium voor goed was gesloten in 1970.
Deze de inrichting werd overgedragen voor de andere doel. Sanatorium was de afkomstig vab Duitsland dat was vroeger een groot heide dat wordt het gebruikt voor de verbouwing aan de Sanatorium en het genoemde Hornheide + Horn de dorp van Limburg en Heide van groot heide.
In Nederland Bestaat 7 Sanatorium in Appelscha Beatrix-Oord in 1955, Bilthoven Berg en Bosch in 1933, Soest Zonnegloren in 1921, Horn Hornheide in 1921, Harderwijk Zonnevanck in Harderwijk in 1955, Groesbeek Dekkerswald in 1931 en Klokkenberg in Tilburg in 1943 en over 10 jaar verhuisd naar Ginneken bij Breda in 1953
In Zwisterland oost bestaat het bekende de rustoord die van de Nederlandse Astma.
In de volksmond wordt T.B.C. ook wel tering genoemd.
In de periode dat er nog geen werkzame geneesmiddelen bestonden tegen T.B.C. onstond de eufemistishe afkorting T.B.C. of zelfs T.B.C. die ook tegenwoordig nog wel worden gebruikt.
De term " witte pest " is ook weleens voor tuberculose gebruikt. De tering is de doodelijk die is dit overwonnen tot en met de komst van antibiotica vanaf in 1944 eindelijk behandeling mogelijk werd.
Het volgende keer de terug keerde naar het instituut Pfffff.
Rene' van der Veen.
Het gaat over de Sanatorium Hornheide Horn bij Roermond, daar was zeer mooi en prachtig inrichting met het talrijke bossen dat heeft het verschillende de paden in gelegd voor de alle T.B.C. patienten in het tijd gingen wandelen. Het gebouw de ziekenzaal met zonder het ramen heeft al 9 bedden geplaatst en hebben de drie Zusters verpleegd ( Josephina, Gabriella en Theresia ) alle drie waren zeer geliefde Zusters. Op Woensdag 7 Juni 1939 stonden 2 grote auto's voor het hoofdgebouw van het instituut. Ik van mijn het slaap de wakker door Br. Josaphat en zeide hij mij dat ik zelf kunt aankleden. Ik kreeg wel misselijk dat dacht ik het komende eind Juli 1939 de zomer vakantie zal uitbreekt. Toch mijn geduldig op weg naar de auto stapt er in.
Onderweg vroeg ik Br. Josaphat of stopt de onderweg dat wou ik graag een glas water drinken, want mijn longen vraagt er om dat had Br. Josaphat geweigerd.
Ik moest maar zelf inslikken en wacht tot ik in Sanatorium aankwam dan zal ik wie de verpleegster vragen voor een glas water en toen ik in de Sanatorium binnen en ging ik onmiddelijk naar het gebouw daar de Zuster dat ik haar vraagt naar een glas water.
Eindelijk kreeg ik een grote glas water en begon Br. Josaphat mij flink kijven met zijn groot mond dat van mij al heb bekend. grote mond heeft maar een klein hart.
Toevallig kwamen de 3 Zusters naar ons toe en ik kreeg van haar onder de arm mee naar de ziekenzaal en vroeg ze mij waar wil je de plaats op bed kiezen.Ik voelde mij al dat hier zo goed en warm heeft verwelkomd.
Ik heb een mooie plaats gekozen en moest maar op bed liggen, anders voor mij te lang staan dat was niet goed voor de longen. Ik lig nu heerlijk op bed met 3 a 4 kussen voor achter mijn rug en hals dat moest heel goed kuren.
De rust met de kuren was zeer belangerijk voor het gezondheid dat men kan heel gemakkelijk de ademhalingen. Op het instituut in de ziekenzaal maar een of twee kussen met zonder kuren. Het is duidelijk dat de ziekenbroeders zijn zeer onervaren voor de zieke jongens.
Toen gingen Br. Josaphat en Br Overste Cheophas weer terug naar Gestel. Opgeruimd Hoor !!!!
Rond in middag houden wij op bed de dutje in 2 uren nadien kwamen het horende T.B.C. patienten bij ons in de zaal kijken dat wel voor ze beetje nieuwsgierigheid naar de dove jongens die ze maakten elkaar het gebaren, toch het horende patienten zo graag met de doven in contact nemen. Daar was helemaal niet verboden. Eeerlijk gezegd dat ik was zeer blij dat ik hier ben en voelde mij ook als mijn thuis. Daar kregen wij altijd heerlijk in middags koffie met vlaai en ook veel vruchten.
De verpleegster Zuster zeide mij dat ik 2 maal in een uur van ochtend en middag uit bed naar het buiten in het bos ging wandelen. En ook in vrije tijd naar de douche mocht wassen. Op het instituut was alles niet toegestaan en dat was het verboden.
Behandelingen: De Zusters hadden de tegenavond elke kom met koud water onder mijn bed klaar gezeten..
En het volgende dag ben ik wakker en kwam de zuster naar mij toe en pakt ze de spons in het koude water zuigen en wast ze aan mijn borst en rug dat blijft de elke dagen.
In het najaar de nachtvorst vriest het water en breekt de zuster het ijs en met spons in het water dan wast op mijn rug en borst Och zo erg zeer koud.
Om 10.00 uur bracht ze een ijskoud beker melk en moest ik maar gewoon drinken. Het oproep van de longspecalist Dr Overmans voor de controle naar de rotgenfoto heeft gemaakt en alle dossier die van de longspecalist Dr v Rees uit Den Bosch heeft al tijdig hier heeft overgemaakt.
en elke maandelijkse de bloedprik en in het ochtend de nuchter dat iedereen met de rubber slang in mond door de luchtpijp om de slijmen uit de longen wordt gehaald voor het onderzoek. Verder het onderzoek naar het lichaam waar de afwijkingen die wordt ook geholpen. Zo zeer heel goed verzorgd en behandelingen voor iedereen.
Het bezoek uit het instituut kwamen bij ons in de ziekenzaal en het gezamelijk elkaar hebben gesproken, maar het brengt bijna helemaal geen nieuws van het instituut. Belachelijk !!!!
Mijn ouders kwamen ook op bezoek bij mij en vertelde mijn vader dat hij heeft met de directe van het ziekenhuis in Ginneken ( Breda ) gesproken en ingeschreven voor een plaats klaar voor zijn zoon Rene' en wou mijn vader op het instituut mij komt afhalen, maar was al eerder dat ik naar de Sanatorium ben vertrokken. Br. Overste Cheophas hield altijd tegen en het buiten van het instituut hebben er niets mee te maken, vertelde mijn vader.
Hij vroeg mij of ik hier in Santaorium goed bevalt? en antwoord ik dat bevalt mij het heel goed.
Mijn ouders waren goed en tevreden en belooft mijn vader dat ik hier het kommende maanden terug naar het instituut voor doven St Michielsgestel en vader komt mij afhalen en samen naar huis aldaar op bed rusten. Dat ik vond het goed wat mijn vader heeft tijdig geregeld.
Het uitslag van het onderzoek dat ik mijn longen nog goed en verbeterd en dan komt in het binnenkort terug baar het instituut, dat had ik geweigerd. En met de zuster verpleegster heb ik in contact gehad om alles te regelen dat ik naar huis mocht ging. Toch was alles misgelopen.
Doordat de specalist met het instituut al in contact heeft gehad en vertelde de zuster mij dat de Overste Br. Cheopg
has heeft gezegd dat de jongens in het binnenkort terug naar het instituut in de ziekenzaal moesten rusten met de geen toestemming van hun ouders in contact nemen.
Wel erg verbaasd van de zuster en werd ik zo erg kwaad. Nou door het instituut Br Overste Cheophas alles heeft geregeld met zonder het wisten van de jongens hun ouders. Maar als ze terug keerden op het instituut dan zal Overste Br. Cheophas zelf naar de ouders van de zieke jongens op het hoogte houden. zo Bemoeial Broeder..
Ik kreeg de toestemming van de zuster dat ik mocht de persoonelijk brief schrijven naar mijn ouders die gaat over het binnenkort zal ik van hier verlaten naar het instituut op welke dag weet ik voorlopig niet. Ik ben er tegen van het instituut en dat wil ik van hier naar bij jullie thuis op bed rusten. En een korte briefje van de zuster er bij dan stuurt naar mijn ouders.
En ik kreeg het antwoord, laten ze mij het weten als ik terug op het instituut en moest maar bij de vice directeur J v Overbeek komt spreken en vraagt hem de contact met mijn vader per telefonisch gesprek. dat heeft mijn vader van te voren met de vice directeur J v Overbeek in contact gehad. O. Ik begreep dat was het bedoeld dat ik moest zelf het klachten bij de vice directeur J v Overbeek indien dat gaar er om voor Overste Br Cheohas geheel buiten moest blijven. Het was wel een rootzooi van alle bemoeienal van Br Overste Cheophas.
Het volgende keer over het teruggekeerd op het instituut.
Pfffffff Rene' van der Veen.
Tuberculose is een ernstig, soms besmettelijk bacteriele infectie ziekte, veelal veroorzaakt door mycobacterium tuberculose. Deze batericie is in 1882 ondekt door Robert Koch.
Door het gebruik van meerder daartoe geschikte antibiotica tegelijk is tuberculose tegenwoordig meestal goed te behandelen.
In Nederland had in het jaar 1900 en 5 miljoen inwoners, jaarlijkse stierven er toen ongeveer 10.000 mensen aan tuberculose. Dit is relatief ongeveer driemaal de huidige sterfte aan de longkanker.
De verschijnselen van tuberculose is vooral een ziekte van de longen maar in principe kunnen alle organen door de tuberculose bacterie werden aangetast.
De meeste voorkommende symptomen van long tuberculose zijn aanhoudend hoesten, gezichtverlies, nachtzweten, pijn in de borstkas en bloed ophoesten. Dit is de besmettelijke viranten van long tuberculose, lymfelklier tuberculose uit zich door een zwelling van lymfelklieren, bijvoorbeeld in de hals. Het is ook mogelijk dat tuberculose zich op neer plaatsen tegelijk uit.
Bij de consultatie Bureau dat de tuberculose dove jongens van het onderzoek op ronthen en kunnen de longen goed zichtbaar op voor longen en achter longen. Nadien ik moest in de wachtkamer op bank zitten wachten tot het oproep van de longspecalisten Dr v Rees, Dr Overmans en Dr Jongemans naar de donker rontgenkamer met het licht van roodlamp en heeft de rontgenfoto gemaakt. Die wordt altijd bewaard voor het volgende in 2 maanden later weer opnieuw de rontgenfoto laten maken en hangt twee foto's ( van 2 maanden geleden en over 2 maanden ) aan de glas waar het achter de lamplicht aanschakelen. De longspecalist kunt de twee foto's zien of de longen die het plekken er op zitten die wordt iets kleiner dan de eerste. Het blijft de herhalingen om 2 maanden de rontgenfoto laten maken, zolang tot de T.B.C. patient geheel is genezen. Het duurde zeer lang zoals ik onder mijn T.B.C. ziekte in 1 jaar en 3 maanden door de longspecalist totaal van het begin 2 plus 7 plus 2 = 11 rontgenfoto's heeft gemaakt. En verder onder de controle van vaccin op de onder pols met driemaal kruisjes, daarna over 5 dagen later kunt van de vaccin de kruisjes zien op 1e ziekte gezwel, 2e besmettelijk ziekte en 3e tuberculose ziekte. Ik kreeg ook 4 keer per jaar op de pols vaccineren en zag op de 3e plaats de droge rood plekje uit en de andere twee helemaal geen zichtbaar plekjes. Dus ik ben de T.B.C. patient en niet besmettelijk en andere ziekte.
Behandelingen op het Instituut in de Ziekenzalen.
In de 3 Ziekenzalen ( een van het voorgevel en twee achtergevel van het instituut. Daar elke zalen de 5 bedden klaar hebben peplaatst. Idereen moesten op bed rusten en mochten niet te veel bewegingen. Uit de bed was niet toegestaan naar de toliet aan de naast in kleine keuken en dan in de elke ziekenzaal de W.C. stoel met de onder de emmer met deksel, dat ze moesten in het gebruik van maken. Logisch zweven de onaangenaam geur in de ziekenzaal, daarvoor ik ben helemaal niet mee eens dat klacht ik er voor dat wordt helemaal niets geholpen. De andere jongens klachten ook dat het geopende ramen het buiten de bloesem van de lindenbomen waar de speelplaats stonden, die zweven het scherp geur in de ziekenzaal binnen die worden ook niets geholpen. Onbegrijpelijk !!!! Het lijkt wel op dat de ziekenbroeder laat de zieke jongens achter.
Ik heb zelf eenmaal meegemaakt toen de jongen op de W.C. stoel zat en ik eigen op mijn dringend uit bed en liep door de gang naar de W.C. En kreeg ik het zware klap en schopt mij achter die bleef door tot ik in de ziekenzaal op bed lag door Br. Aretas. Het was zer verschrikkelijk de mishandelingen op iedere zieke jongens.
Opeens kwam als de vrijwillger ziekenbroeder Epolonius bij ons en wilde hij voor iedereen helpen en verzorgen, maar niet voor hele dag dus alleen in vrije tijd. Hij praat altijd graag met de jongens en vertelde hij ook dat 9 van 15 jongens gingen in het binnenkort naar de Sanatorium Hornheide Horn bij Roermond. Dat de reden van de longspecalist Dr v Rees uit Den Bosch op het instituut kwam voor de inspectieren en heeft het rappoort opgemaakt en aan de ziekenbroeder Josaphat ( al eerder de verwisseling met Br. Aretas de reden van het probleem door het klacht van Br Arnoldus ) heeft afgegeven en moest hij bij de overste Br. Cheophas kwam melden. Het rappoort dat heeft geschreven door de longspecalist dat was het gebrek van de ruimte, onvoldoende tolietten, badkamers, het verfrissende lucht en geen dichtbij van het natuur de struiken en bossen.
Alleen de zware tuberculose jongens dat ze op Woensdag 7 Juni 1939 per 2 grote auto's naar de Sanatoruim Hornheide Horn bij Roermond werden vervoerd. En 5 lichte tuberculose jongens in het tijd weer terug op hun benen bij de jongens op de speelplaats. en een T.B.C. jongen ( Jopie Ros ) kreeg het bezoek van zijn vader en op hetzelfde dag in de ziekenzaal heeft hem geslagen en gestompd door Br. Aretas en dan vader en Jopie samen gingen de voorgoed naar huis gegaan en lag hij op bed in Sanatorium Berg en Bosch in Bilthoven.
Het is nu wel duidelijk dat het instituut erkend het Gezondheid niet.
En dan zeer slechte Behandelingen en verzorgen aan de ziekte T. B.C. jongens in 1939 - 1940
het volgende keer over de Sanatorium Hornheide Horn bij Roermond.
Rene' van der Veen.
De boven foto de totaal 19 T. b.C. patientenop het instituut voor doven hebben geconstarteert door de longspecalist dr v rees te s' Hertogenbosch. Helemaal geen verassing nieuws, want op het instituut erkend het gezondheid niet, zoals mijn ouders ook niet en van mij zelf ook helemaal niet wist. Ik begon van te voren overdenken hoe het begint voor de dove leerlingen op het instituut? Tuurlijk eenvoudig heeft gezegd dat deer de Broeders en Zusters hebben ze onderwezen en opvoeding, Maar toen mgr v Beek in Gemert ondekt datin het dorp en omgeving leefden maar 4 volwassen doofstommen en begon hij ze onderwezen van Goddienst, Gebarentaal,schrijven en lezen. Ze kunnen niet deelnemen voor de Eerste H Communnie. Waarom ? Omdat ze geheel zijn volwassen en later op het oude instituut in Nieuw-Herlaer door 2 en 3e directeur ( v Bommel en Slits ) deden hetzelfde het werk van Mgr v Beek overneemt.
Daarnaaan het buurt 4e directeur C Terwindt was zo heel streng en mogelijk veel aandacht aan het geloof met de Goddienst en Katechismus aan de doofstommen leerlingen op de school het verplicht door de Broeders en Zusters onderwezen.
Van hem de opvolger de 5e directeur van het instituut voor doofstommen St Michielsgestel Mgr A Hermus dat koos hij naar de spreekmethode en ook Goddienstig en Katechismus zoals het werk van Mgr C Twerwindt heeft overgenomen. Nu vraag ik waar blijft het Gezondheid op het instituut voor de dove leerlingen en bewoners die ze op het instituutleefden. Waar blijft de douchecellen,, zwembaden en anderen sport? Ik als de leerling op het instituut leefde in 43 a 44 wekenvan mijn ziekte dat ikin het geval buikpijn heb, in de nacht zo vaak zweren, urnieoverblijfsel enzdat mocht ik niet met de wekelijkse naar de douchecel wassen, dat bestaat op het instituut helemaal niet. En dan de ziekenbroeders dat ze hebben geen gediplomeerd in met er andmet het Eerste Hulp Bij Ongelukken. Het doel van de ziekenbroeders Aretas,Josaphat,Otgerus en Alanusverplegen voor de ziekejongens maar alleen griep, koorts, ongeval verwondingen. En de andere de zieke longontsteking, maagbloeding, hersenvliesontsteking, maagontsteking enzevoort kenden ze helemaal niet, dat wordt ze via de huisarts van de dorp en stad opgeroepen.
Zoals ik het vorige heb verteld over Jan Megens. Van mij. Jeugd kreeg zo vaak mishandeld door de ziekenbroeder dat mocht ik niet in de kapel en ook in de ziekenzaal hoesten. Anderen zeiden mij dat het vroeger was voorbij en ergete , Van ze het wel, maar van mij niet dat ik het mijn lichaam aan de rug blijft nog veel lidtekenen door de geselen. Zo in 1934 de priester-leraar J v Overbeek dat hij veel heeft geleerd als de boerzoon van de ouders, daar de grote boerderij met het dieren wist hij het goed naar het gezondheid aan de dieren.
Vermoedelijk Ik dat hij was wel geschrokken, toen op het instituut was het eerste T.B.C. gevallen in 1938 (de priester-leraar Bartels ) daarna oprekent J v Overbeek wel toen hij de vice directeur van het instituut werd benoemdt in 1939. Tenslotte dringend hij fat de alle bewoners van het instituut zo mogelijk naar de consultatie Bureau te S' Hertogenbosch gingen voor het onderzoek op de longen.
Dit gebeurde was in maand Mei 1939 het donderslag op het instituut zijn totaal 15. T. B. C. Patienten gevallen en later 4 er bij die alleen bij de jongensafdeling en een broeder. Bij de meisjesafdeling de meisjes, oud-leerlingen en Zusters zijn geheel vrij van de Tuberculose.
Het waren wel heel ernstig ziekte tuberculose. O.dat ben ik zelf ook als T.B.C. Patient en werd aan mijn ouders doorgegeven. Het was zeer groot verdriet ouders die ze in de spreekkamer aankwamen en bespreken met de vice directeur J v Overbeek. En Br Overste Cheophas.
Dat ze trootsen de ouders van de dove T. B. C. patienten.
En dan werd ingeschreven van het kind zijn ouders, broers, zussenen familieleden dat ze moesten ook mee naar de consultatie bureau voor het onderzoeken.
De directeur A Hermus bleef het gewoon weg en vice directeur J v Overbeek bleef het behulpzaam om op het instituut te regelen naar het gezondheid voor de dove leerlingen en bewoners. Dat komt de veranderingen naar het verbeteren voor hetverbouwingen van de centrale verwarmingen, douchecellen enz.
Groot dank aan de 6e directeur an het instituut dat hij zo goed heeft ingerepen naar het gezondheid. En houdt hij zo vaak goed in contact met de T. B. C. Patienten.
Zo lijkt op wel dat het de verantwoordelijk van het instituut zelf, Maarhet vooral van Br. Overste Cheophas bemoeien er zoerg vaak dat brengt het misselijk an hem. En vooral een groot ramp voor de zieke jongens in de ziekenzaal onder de ziekenbroeders Aretas en Josaphat dat ze voor iedereen hebben het moeilijk gemaakt.
Volgende keer over de ziekte van tuberculose.
Rene' van der Veen.
Jan Jonkman mijn harte dank van je mij toewensen van mijn gezondheid. Zo ik maak nog steeds goed met mijn goed geheugen op de boeken schrijven die al meer dan 600 bladzijde. Je vraagt mij of Paul v d Merkhof was ook T.B.C. Patient ? Neen. Hij was wel ernstig ziekte van niet alleen de niervergifting en ook wat de andere ziekte dat had niemand heeft overgesproken.
De 16 foto's en 3 geen foto's totaal 19 T.b.C. Patienten en van 15 T.B.C. Patienten zijn overleden en 4 leven nu nog zijn Harrie Martens, Jacob v d Vall, Bennie Schweinsberg en Rene' van der Veen.
Straks komt nog een foto bij die staat er op dat ik van mijn leeftijd nog geen 11 jaar oud ligt op bed en andere foto dat ik volledige genezen en andere foto dat ik mijn ziekte bij mijn ouders thuis heeft door de 2 zusters verpleegd.
Kijkt je maar hoor. Rene' van der Veen.
Rene, al je verzameling van foto's van jongens die allemaal TBC gehad hebben, ken ik de meesten heel goed, behalve Harrie Martens nr.3, Wim den Reijer nr.14, Mr. Bartels nr. 15, en Jopie Ros nr. 17. Mijn vraag aan jou of je misschien ook vergeten bent dat Paul v.d. Merkhof ook ernstig ziek was geweest of had hij ook TBC of niet?
Niet meer in leven zijn wat ik heel zeker weet zijn Jan Oskamp, Cees Borsten, Piet Demandt, Mans Schlepers, Arie de Goede, Bert van Gerven, Jan Habraken, Herman Kouwert, Gerard Schulte, Mr. Bartels en Br. Arnoldus. En de rest weet ik niet zeker of ze nog leven of niet meer. Ik weet nu heel zeker dat Rene v.d. Veen nu nog in blakende gezondheid leven met zijn 85 jarige leeftijd. Hou het gezond en blijf bij de positieven!
Nog van mij duidelijk de namen van Nr 11 Jan Habraken en Nr. 19 Martien v Lier.
Verder zal ik over de onschuldig T.B.C. Patienten op het Instituut in 1939 schrijven, dat de Tuberulose was wel zeer ernstig ziekte in het verleden. Tot het volgende krer.
Rene' van der Veen.