Vorige schreef ik over de directeuren en priester-leraren van het oude instituut in Nieuw-Herlaer dat heb al afwerkt van te schrijven en nu gaat over de direteuren en priester-leraren van het nieuw Instituut voor Doofstommen te St. Michielsgestel. In 1910 was het instituut het gedeeltelijk gebouw voltooid. Mgr A. Hermus was de eerste directeur van het nieuwe instituut en vorige 4 directeuren van het oude instituut die nu voorbij ging. Mgr A. Hermus van zijn het werk van de oude directeur Mgr C Terwindt overnam dat was de nummer een Goddienstig en Katechismus de les aan de dove leerlingen in de klas, Dan kwamen nog meer doven doven leeringen bijgekomen op het instituut. Het gebouw van de instituut was zeer zeer de keurige de scheiding van de jongens en meisjes dat door Mgr C Terwind zo hard opdracht aan de naast van hem de priester-leraar Mgr A. Hermus heeft gegeven voor als het nieuwe instituut opkomst aan de bouwen.
Mgr A. Hermus had verzocht met de Bisschop van de Ven dat zou bisschop de twee priesters benoemdt tot de leraar van het nieuwe instituut dat gebeurde was in 1910 zijn Z. E. H. van Haandel en Z.E.H. .... Schoenmackers. en over 3 jaar later in 1913 Z. E, H. .... Lathouwers. Dus de drie priester-leraren en de directeur. Ik heb van ze ( Priester-leraren niet veel vernomen want hebben bijna niets overgesproken en geschreven in de boek.
Mgr A. Hermus de directeur van zijn groot boodschapper aan de kleuterschool en ook bij de meisjesafdeling.
Voor de jongensafdeling heb ik de directeur A Hermus zeer weinig gezien en helemaal niets bijeenkomst met de jongens kwam bezoek en praten. Eerste voor Z.E.H. ..... Schoenmachers werd benoemd tot de pastoor te ............?
in 1928 en zijn opvolger Z. E.H. ... Bartels als de priester-leraar van het instituut. Daarna aan het buurt Z. E. Heer .... Lathouwers werd benoemdt tot de pastoor te Dinther. in 1934 daar de straat heeft al genoemd.
" Pastoor Lathouwersstraat" Onder het Tweede Wereldoorlog werd hij opgepakt door de Duitsers, die werd overgebracht naar de klein Seminarie Beekvliet te St. Michielsgestel als de gijzelaar in 1943.
De opvolger van Z.E.H. .... Lathouwers aan J. v Overbeek als de priester-leraar. Mhr v Haandel de priester-leraar was wel even streng en eenvoudig man met zijn toga die hij droeg zag ik hem dat zijn benen van 1/ 4 deel kunt zichtbaar. Hij leefde nog altijd mee voor de jongens en meisjes in het gelijk voorbeeld. Op 8 Januari 1938 overleed hij op het instituut en werd op het IVD kerkhof begraven.
Zijn Opvolger aan Z. E.H. A. v Uden als de priester-leraar op 8 Januari 1938. Nog geen een jaar later de gezondheid van Z.E.H. ..... Bartels was niet best en moest hij naar het Ziekenhuis St Laurens te Ginneken Bij Breda overgebracht.
Zijn opvloger aan Z.E.H. .... Martin in 1939 voor een jaar dan de opvolger aan Z.E.H. A. v Lierop in 1940.
Mhr v Uden de priester-leraar die alleen voor de meisjesafdeling en Mhr v Lierop de priester-leraar voor de jongensafdeling. J v Overbeek maakte nog altijd spontaan en kwam hij graag bij de dove leerlingen praten en ook heel veel heeft geholpen voor de dove leerlingen voor de oplossing van het problemen. Hij was ook de loslippen en spraak hij ook over een mooie vrouw die droeg een prachtig japon en mooie haren met de lippenstift dat God heeft voor ons geschapen. Ja ik geef hem 100 procent gelijk. Toen hij in 1939 de vice directeur van het Instituut. Ik had zeer vermoedelijk dat hij wel iets wat achter was gekomen van het gezondheid Mhr Bartels die hij heeft ook de tuberculose die naar het ziekenhuis de vlakbij het grote bossen in Breda en later werd de grote sanatoruim " Kolkkenberg " te Ginneken bij Breda.
Daaro doet Mgr v Overbeel zijn aansporige naar het gezondheid van de jongens, meisjes, Broeders, Zusters, Mannelijk/vrouwelijk oude leerlingen, bewoners en priesters dus alles mensen zonder een achter laat die ze moesten gingen voor het onderzoeken, dat zijn al 15 jongens en een Broeder T.B.C. gevallen. zo prima en goed gedaan!!! Op 2 Oktober 1940 de benoeming van officeel tot de directeur van het Instituut aan Mgr J. v Overbeek dat op de dag van hem aan de dove leerlingen een Extra vakantie Kerstmis heeft aangeboden. Zo prachtige aanbod van hem dat niemand hadden niet verwacht.
Op 10 Juli 1941 overleed Mgr A Hermus in zijn rustwoning de naast van het instituut. Hij was 31 jaar als de directeur van het oude/nieuw instituut en 7 jaar als de priester-leraar
en 38 jaar was werkzaam. In 1940 werd terug gelopen van 3 naar 2 priester-leraren zijn Mhr v Uden en Mhr v Lierop.
over 15 jaar kwam de nieuwe priester-leraar van het instituut Mhr J v Eijndhoven in 1955 en verlaat Mhr A v Lierop van het instituut als de rector in Eindhoven.
Verder het jaren voorbij was op 20 November 1966 overleed Mgr J v Overbeek en al van te voren op 2 Oktober 1966 werd Mhr J Eijndhoven benoemdt tot de directeur van het instituut. Mgr J v Overbeek werd begraven op het IVD kerkhof. Mhr v Uden zijn het werk op het instituut nog veel meer de verandering naar het dovenonderwijs met het verrijkt van het instituut voor doven nog steeds groter aan de nieuwe bouw de Mhr v Udenschool, en paar jaar de studie in Universiteit te Nijmegen. Voor hem was het vobracht van zijn het werk, ging hij naar het bejaardengebouw in Beneden Leeuwen als de rector. toen hij boven 90 jaar oud en zijn gezondheid ging steeds achteruid en overleed hij in Nijmegen op 15 November 2008 en wrd hij begraven te Houthem-St Gerlach. En kwamen de priesters Leraren op het instituut zijn B. Tervoort, F. v Braam dan enige jaren gingen ze allebeiden van het instituut verlaten en zijn ambt priesters afgetreden.
Pater A v Beers en Pater E v Vught allebeiden van de Missiehuis te Tilburg toch wel waarlijk als hun priester-leraar van het instituut. Er werd gesproken en gelezen van Pater v Beers. In zijn pastoraal voor de doven heeft Ad v Beers meer dan een miljoen kilometer afgelegdom zijn mensen te bezoeken voor gesprek, doop van kinderen, huwelijk, jubilea en uitvaarten.
Bovendien verzorgde Ad maandelijks de Zondagsviering in Kalorama en Ede, later in Tilburg en Eindhoven, waar de dove mensen uit de regio bieenkwamen voor de Eucharistie en een verder gezellig samenzijn. Het laatste van zijn gezondheid door de zware longontsteking overleed hij op 9 Oktober 2010 te Tilburg van zijn leeftijd 89 jaar oud. Zo Pater E v Vught het precieszelfde de weg als zijn vriend Pater v Beers. Hij leefde nu nog en rust in de missiehuis van de Paters in Tilburg.
En nog paar Priester-leraren zijn Z.E.H. N. Smulders en Z.E.H. v Corven op het instituut. en dan Mhr v Corven werd benoemdt tot de pastoor in Esch in 1987 - 1998 en Mhr N , Smulders in waar ????
De Directeur J v Eijndhoven was het laatste de directeur van het instituut, dat daar in elke plaatsen werden bijgebouwd, daarna de helft van het instituut (achter) werd gesloopt in rond 1995 En traad hij de directeur van het instituut af in 1991 en werd opgevolgd aan de bruger de Directeur Viataal ( de voorheen van het Instituut voor Doofstommen) aan De Heer J Periek. in 1991.
De oude Directeur J v Eijndhoven overleed in Eindhoven op 27 April 2013 van zijn leeftijd 86 jaar en werd begraven in Netersel, Verder van het instituut voor doofstommen daarna Vitaal en nu Kentalis dat kan ik niet meer te vertellen. De boven foto de directeuren en priester-leraren van het instituut voor Doofstommen te Nieuw-Herlaer en St Michielsgesten blijven de goede herinneringen van 1840 - 1991. Over 2 jaar in 2 oktober bestaat het Nieuw Instituut 105 jaar plus de oude instituut 70 jaar totaal 175 jaar bestaan.
Rene' van der Veen.
Jan Jonkman
11 jaar geleden
Frans, jouw wedervraag over werkzaamheden van Pater van Vught. Toen hij op het instituut kwam was zijn taak hetzelfde als voorgaande priester-leraren en hij werd daar overal ingewerkt zoals ook met het gebarentaal vooral voor kinderen met de verstandelijke beperking. Bovendien trad hij ook als medewerker van de pastorale dienst. Net als Pater van Beers eerder ging hij ook overal het land in voor godsdienstoefeningen bij diverse dovenverenigingen om beurten. Bovendien hield hij ook een gespreksgroep aan huis bij diverse doven als WEL-bijeenkomst. Dat is wat ik jou wil laten weten.
Rene van der Veen
11 jaar geleden
Geen vraag ? Ik zal hierover wat vertellen over de directeuren en priester-leraren. In 1840 begon de totaal 46 dove leeringen (jongens en meisjes) met hun begeleiden 18 Zusters en 7 Broeders ( Xaverianen uit Bruggen en 5 later zijn ze verlaten naar Brugge en kwamen 9 Broeders van Maastricht) van het dorp Gemert naar het oude Instituut voor Doofstommen te Nieuw-Herlaer verhuizen. De nieuwe Directeur Mgr M v Beek wordt benoemd door de bischoppen Den Dubbelden en van Hooydonk uit Den Bosch en Breda. toen de na de start in Nieuw-Herlaer melden zich 20 nieuwe leerlingen, terwijl 6 leerlingen voldonde onderwezen waren van de school te verlaten. Het totaal aantal steeg daarmee van 46 naar 60 leerlingen. en over 2 jaar in 1842 was het aantal inmiddels gegroeid tot 72, waarvan 55 geheel gratis waren opgenomen. Slechts 8 leerlingen betaalden het volledige kostgeld.
Het is niet verwonderlijk dat de financieel situatie van het instituut precies verblijf.
Om de zware taak van Mgr Martinus van Beek eengezins te verlichten, werd de priester-leraar Z.E.H. Martinus van Bommel aangesteld als vic-driecteur en belast met financieen. Hij zorgde voor de uitbreiding van de drukkerij en de start in 1844 van de hostiebakkerij. (Volgende jaar 2014 bestaat de hostiebakkerij 170 jaar en de drukkerij 174 jaar ) En dan nog hij de pogingen om subisdie van het rijk te krijgen wat in 1842 een keer lukte en vanaf de iedere jaar met 2000,00 gulden- (ongeveer 900 Euro.
Voor 1851 wilde Mgr M van Beek nog eens de stichter voor het Stichter aan de Doofstommen Instituut In Amerika dat ging niet door en keerde hij weer terug in Brugge Belgie. Hij vervulde nog van de ambt Directeur van het Doveninstituut in Antwerpen. Hij was 11 jaar als de directeur van oude IVD in Nieuw-Herlaer. .
Zijn de opvolger de directeur van het oude Instituut voor
Doofstommen aan Z.E.H. Martinus van Bommel in 1851
Hij voerde een zeer zuinig financieel beleid, zodat het instituut in rustiger vaarwater terechtkwam. Na het vertrek van de directeur Mgr van Beek kreeg de priester-leraar van het oude instituut in 1851 en samen in Nieuw-Herlaer werd uitgebreid met een nieuwe gebouw waarin de slaapzaal van de jongens, de drukkerij en de schoenmakerij onderdak krijgen. De kleermakerij schoof daar naar een nieuwe ruimte.Alle geschikte jongens konden nu een ambacht leren. Op onderwijsgebied stond eveneens een verandering op stapel. Daarna in 13 jaar de directeurschap van Martinus van Bommel in 1964 was overleden en zijn de opvloger can het oude instituut aan Z. E. Heer Theo Slits in 1864. hij was een begenadigd leraar die de laatste ontwikkelingen op onderwijsgebied nauwlettende volgde naar op de hoogte van diverse lesmethode. Hij bezocht vanaf 1855 het instituten in Nederland, Duitsland, Belgie en frankrijk. Hierbij bleef gebarentaal weliswaar de boventoon voeren als van communiceren, maar spreekonderwijs werd een van de vakken waarvan vooral doofgeworden en slechthorenden konden deelnemen. Mgr C Terwind kwam in 1951 op het oude instituut als de priester-leraar, als jongeman van 25 jaar werd de pas gewijde priester.
De directeurschap Z.E.Heer Theo Slits dat hij zag het oude instituut verder uitbereiden, zowel wat leerlingen als gebouwen betrof. die groeide het oude instituut van 102 naar 139 leerlingen in leeftijd van 8 tot 16 jaar. En dan overleed in 12 jaren de directeurschap overleed Z.E.H. T Slits in 1876 en zijn opvolger aan Mgr C Terwindt tot de directeur van het oude instituut in 1876 was de belangerijkste lestmethode blijven. Zijn beleid was gericht en een rustig, maar gestage uitbereiding van de werkzaamheden. en kwam de priester-leraar Z. E. H. Sprengers.
Mgr C Twerwint hechtte bijzonder veel belang aan catechismusles dat hij dagelijkse dagen gaf. Tot op hoge leeftijd bleef hij zijn leerlingen godsdienstlessen geven. Ook begon hij in 1883 met de jaarelijkse bezinningsdagen voor mannelijk oud-leerlingen en ook voor de vrouwelijk oud-leer;ingen met zijn in de gaten hield. In 1880 benoemdt hi tot de Geheim Kamerheer van de Paus Leo XIII en mocht een titel noemen " MONSEIGNEUR" Hij deed heel veel voor de doofstommen leerlingen gedaan, maar hij was zeer streng en gelovige priester.Toen hij nog steeds ouder en kwam de nieuwe Priester-leraar van het oude Instituut Mgr A. Hermus in 1902 en elkaar zo flinke discusie over het spreekmethode, maar de directeur C Terwindt bleef achter en wilde hij helemaal niets van weten. Maar Mgr Hermus kreeg het hulp van de Broeder Overste en Moeder Overste daarna later in de stilletjes in contacht met Br. Vincent, Br. Kostka en Br. Cesarinusvoor het komende spreekmethode. Er kwamen nog steeds meer doofstommen leerlingen en dan het oude instituut kunt niet meer uitbereiden van de klassen voor de spreekmethode en liplezen. Mgr A, Hermus dat hij heel zo vaak met de bisschop van der Ven uit Den Bosch en dan Mgr Hermus kreeg het opdracht van de bisschop dat moest hij het nieuwe instituut zoeken voor de nieuwe aanbouw Waar? Eerste was in Tilburg dat de som van de aankoop grond was het duurder. En dan hij kreeg het hulp van Thee van Bos aan Theerestraat waar de een boerderij te koop werd aangeboden van matigen prijs 15 Duizend gulden ( 6,800 Euro) En dan de Bisschop van de Ven besloot Sint-Michielsgestel als vestigingsplaats te handhaven. en begon het nieuwe Instituut voor Doofstommen bouwen aan de Theerestraat in Sint Michielsgestel.
Het hoge bejaarde directeur C Terwindt heeft de eerste steenlegging per plaats gesteld in 1909 dan aftrad Mgr Terwind zijn de directeur van het oude insituut en zijn opvolger aan Mgr A Hermus tot de directeur van het oude en nieuw instituut in 1909,daarna een jaar later voor het nieuwe instituut klaar was, overleed Mgr A. Terwindt in 1910 van zijn leeftijd 84 jaar en 25 jaar jaar Priester-leraar en 33 jaar Directeur van het oude instituut totaal 58 jaar op het oude instituut was werkzaam.
tot volgende keer over het nieuwe instituut voor doofstommen in 1910.
Rene' van der Veen.
Frans van Rijn
11 jaar geleden
Jan, ik vind het nog niet duidelijk. Mijn vraag was of pater E. van Vught op het I.v.D. priester-leraar was geweest, wel weet ik dat hij bij diverse dovenverenigingen present was voor de godsdienstbijeenkomsten, ik ken hem heel goed dat hij iedere 4e zondag van de maand in Voorburg was. Don Bosco had diverse priesters voor die bijeenkomsten, zoals Mgr. E. Stolwijk, pater Elling, Pater Hendriks, pater e. van Vught en verder M. Broesterhuisen. Mgr. Hermus, Mgr. van Overbeek, Mr. van Lierop, Mr. van Uden kwamen altijd op Palmzondag naar Den Haag en Voorburg (Niet alle priesters tegelijk, maar een en het volgend jaar weer een ander).
Jan Jonkman
11 jaar geleden
Frans, jouw vraag of Pater van Vught naast de aanwezigheid bij godsdienstbijeenkomsten bij diverse dovenverenigingen ook op het instituut in klassen katechismusles of het nu anders is dan vroeger zoals men noemt katechese aan scholen geven. Vroeger deden ook Mgr. Hermus, Mr.v. Overbeek, Mr. v. Lierop en Mr.v. Eijndhoven naast priesterleraren op scholen ook geregeld diverse dovenverenigingen bezochten voor godsdienstoefeningen. Pater van Beers en Pater van Vught hadden voorbeelden gevolgd van voorgaande priesters. In vroegere tijden zoals in Nieuw Herlaer en later op het nieuwe instituut moesten de priesterleraren, zoals Hermus, Lathouwes, Bartels en Schoenmakers en de toekomstige directeuren naast katechismus ook taal- en rekenles geven. Later beperkten ze alleen tot het geven van katechismusles. Vroeger werden de lessen ook gegeven op zondagmorgen na de Hoogmis. Later werd het helemaal veranderd. Vroeger noemde men de zondagschool. Dat gebeurde ook veelal bij de protestanten in plaatsen met overwegend protestantse gemeente. Vroeger waren er ook in veel katholieke dovenvereniging hun eigen priester en hoeven de priesters van het instituut niet te vaak komen en wel geregeld. Mr.v. Uden kwam haast nooit bij elke godsdienstoefeningen en daar had hij helemaal geen gelegenheid voor, altijd druk met zijn studie. Hij bedoelde het ook heel goed.
Rene van der Veen
11 jaar geleden
Kleine foutje vermelden dat in het jaar 1941 de priesters-leraren werd teruggelopen naar 2 priester-leraren op het instituut.
Rene'. van der Veen
Rene van der Veen
11 jaar geleden
Jan Jonkman en Frans v Rijn.
Jan heeft mij het woorden gestolen. Goed zo. Hoe kan dat je het weet dat de onbreekt van 2 foto's van Z.E.Heren .... Schoenmakers en Martin ? Dat klopt wel dat ik kon van hun de foto's niet vinden. Z. E. H. ,,,,, Schoenmakers was wel eerder Priester-leraar van het instituut, toen hij tot de pastoor benoemd in .............. dat weet ik niet en zijn opvolger Mhr Bartels en Z.E.Heer ..... Martin meer voor een jaar op het instituut in 1939 - 1940 die hij was de opvolger van Z. E.Heer .... Bartels. van het begin in het jaar tot met 1991 maar 7 directeuren van het instituut.
Het is vraag van Frans v Rijn dat dacht hij nog meer priester-leraar van het instituut op zijn werkzaam waren. Neen ! wel een maar op het oude Instituut een Priester-Leraar van het instituut Z.E.Heer ..... Sprengers van hem de naast de directeur, maar was hij niet de directeur van het oude instituut. Toen Mgr v Beek voor de eerste directeur van het instiuut en maar een priester=leraar Z,E. Heer M v Bommel. Het blijft nog altijd op het oude instituut maar 2 priesters zijn de directeur en leraar..
Toen het nieuwe Instituut in 1910 begon maar een Directeur en 3 priesters, daarna in 1941 werd teruggelopen naar 3 priesters.
En nog een vraagje van Frans v Rijn dat Pater v Vught toch wel twijfelachtig de priester-leraar van het instituut, maar hij was wel geschikt als de priester van Goddienstig bij de dovenvereningingen in het verschillende plaatsen. En dan Pater A v Beers was wel priester-leraar van het instituut en ook de Goddienstig van de dovenvereningingen in het zuiden in Tilburg. Eindhoven, Den Bosch,
En ook dat het woord heeft gezegd dat er twee priester-leraren van het instituut van hun het verzoek dat ze van het instituut zijn verlaten, dat wat ze op het insituut iets vreselijk hebben gedaan. ja daarom noem ik ze niet als het woord Pater en Z.E.H. dus mijnheer Bernard en Fons.
De priesterleraren van het instuut gaven helemaal niet de les aan de dove leerlingen van de taal en rekenles, maar alleen het verplicht de katcehismus de lessen aan de dove leerlingen in de klas. Verder probeer ik nog verder wat deed de directeuren en priesterleraren van het instituut hun werkzaam zijn en kan hier op site schrijven. Misschien Jan en Frans nog wat iets vraag van mijn altijd welkom.
Rene' van der Veen.
Frans van Rijn
11 jaar geleden
Er moeten zeker nog meer priesters werkzaam zijn geweest in het I.v.D. in Herlaer en St. Michielsgestel, want die directeuren konden het toch niet alleen doen!!?
Frans van Rijn
11 jaar geleden
Zijn die priesters allemaal priester-leraren voor de doven in het I.v.D. Volgens mij zijn het godsdienstleraren, want ze gaven toch geen taal en rekenles aan de doven. Dat is ook een vraagje van mij.
Frans van Rijn
11 jaar geleden
Rene en Jan, Ik wil een vraagje stellen, maar het kan zijn dat ik het mis heb. Nou, Was pater e. van Vught een priester-leraar op het I.v.D. Ik ken hem alleen als priester bij de dovenverenigingen in Nederland. Doet daar godsdienstbijeenkomsten bij de dovenverenigingen. Dat is toch geen priester-leraar of wel!!??
Bernard Tervoort moet hier eigenlijk niet vermeld worden, want hij heeft iets vreselijk gedaan op de meisjesafdeling. Beter zijn naam eruit, dan is er geen gedachtenis meer van hem.
Jan Jonkman
11 jaar geleden
Rene, je hebt bijna alle priester-directeuren en priester-leraren bij elkaar weten te verzamelen in deze site, maar er ontbreken hier twee priester-leraren. Het zijn Mr. Schoenmaker en Mr. Martin. Ik kende alleen directeur van Overbeek en van Eijndhoven en de andere priesters van Lierop, Van Uden, Norbert Smulders, Pater van Beers, Pater van Vught en Bernard Tervoort toen allemaal nog in levende lijve. Jan van Eijndhoven was als de 7e priester-directeur de enige die de gewone herenpak met stropdas droeg. Bernard Tervoort en Mr. Braam waren uit hun priesterschap getreden en gingen het huwelijk in. Drie priester-leraren zijn nu nog in leven. Het zijn Norbert Smulders, Pater van Vught en Mr.van Corven.
Reactie plaatsen
Reacties
Vorige schreef ik over de directeuren en priester-leraren van het oude instituut in Nieuw-Herlaer dat heb al afwerkt van te schrijven en nu gaat over de direteuren en priester-leraren van het nieuw Instituut voor Doofstommen te St. Michielsgestel. In 1910 was het instituut het gedeeltelijk gebouw voltooid. Mgr A. Hermus was de eerste directeur van het nieuwe instituut en vorige 4 directeuren van het oude instituut die nu voorbij ging. Mgr A. Hermus van zijn het werk van de oude directeur Mgr C Terwindt overnam dat was de nummer een Goddienstig en Katechismus de les aan de dove leerlingen in de klas, Dan kwamen nog meer doven doven leeringen bijgekomen op het instituut. Het gebouw van de instituut was zeer zeer de keurige de scheiding van de jongens en meisjes dat door Mgr C Terwind zo hard opdracht aan de naast van hem de priester-leraar Mgr A. Hermus heeft gegeven voor als het nieuwe instituut opkomst aan de bouwen.
Mgr A. Hermus had verzocht met de Bisschop van de Ven dat zou bisschop de twee priesters benoemdt tot de leraar van het nieuwe instituut dat gebeurde was in 1910 zijn Z. E. H. van Haandel en Z.E.H. .... Schoenmackers. en over 3 jaar later in 1913 Z. E, H. .... Lathouwers. Dus de drie priester-leraren en de directeur. Ik heb van ze ( Priester-leraren niet veel vernomen want hebben bijna niets overgesproken en geschreven in de boek.
Mgr A. Hermus de directeur van zijn groot boodschapper aan de kleuterschool en ook bij de meisjesafdeling.
Voor de jongensafdeling heb ik de directeur A Hermus zeer weinig gezien en helemaal niets bijeenkomst met de jongens kwam bezoek en praten. Eerste voor Z.E.H. ..... Schoenmachers werd benoemd tot de pastoor te ............?
in 1928 en zijn opvolger Z. E.H. ... Bartels als de priester-leraar van het instituut. Daarna aan het buurt Z. E. Heer .... Lathouwers werd benoemdt tot de pastoor te Dinther. in 1934 daar de straat heeft al genoemd.
" Pastoor Lathouwersstraat" Onder het Tweede Wereldoorlog werd hij opgepakt door de Duitsers, die werd overgebracht naar de klein Seminarie Beekvliet te St. Michielsgestel als de gijzelaar in 1943.
De opvolger van Z.E.H. .... Lathouwers aan J. v Overbeek als de priester-leraar. Mhr v Haandel de priester-leraar was wel even streng en eenvoudig man met zijn toga die hij droeg zag ik hem dat zijn benen van 1/ 4 deel kunt zichtbaar. Hij leefde nog altijd mee voor de jongens en meisjes in het gelijk voorbeeld. Op 8 Januari 1938 overleed hij op het instituut en werd op het IVD kerkhof begraven.
Zijn Opvolger aan Z. E.H. A. v Uden als de priester-leraar op 8 Januari 1938. Nog geen een jaar later de gezondheid van Z.E.H. ..... Bartels was niet best en moest hij naar het Ziekenhuis St Laurens te Ginneken Bij Breda overgebracht.
Zijn opvloger aan Z.E.H. .... Martin in 1939 voor een jaar dan de opvolger aan Z.E.H. A. v Lierop in 1940.
Mhr v Uden de priester-leraar die alleen voor de meisjesafdeling en Mhr v Lierop de priester-leraar voor de jongensafdeling. J v Overbeek maakte nog altijd spontaan en kwam hij graag bij de dove leerlingen praten en ook heel veel heeft geholpen voor de dove leerlingen voor de oplossing van het problemen. Hij was ook de loslippen en spraak hij ook over een mooie vrouw die droeg een prachtig japon en mooie haren met de lippenstift dat God heeft voor ons geschapen. Ja ik geef hem 100 procent gelijk. Toen hij in 1939 de vice directeur van het Instituut. Ik had zeer vermoedelijk dat hij wel iets wat achter was gekomen van het gezondheid Mhr Bartels die hij heeft ook de tuberculose die naar het ziekenhuis de vlakbij het grote bossen in Breda en later werd de grote sanatoruim " Kolkkenberg " te Ginneken bij Breda.
Daaro doet Mgr v Overbeel zijn aansporige naar het gezondheid van de jongens, meisjes, Broeders, Zusters, Mannelijk/vrouwelijk oude leerlingen, bewoners en priesters dus alles mensen zonder een achter laat die ze moesten gingen voor het onderzoeken, dat zijn al 15 jongens en een Broeder T.B.C. gevallen. zo prima en goed gedaan!!! Op 2 Oktober 1940 de benoeming van officeel tot de directeur van het Instituut aan Mgr J. v Overbeek dat op de dag van hem aan de dove leerlingen een Extra vakantie Kerstmis heeft aangeboden. Zo prachtige aanbod van hem dat niemand hadden niet verwacht.
Op 10 Juli 1941 overleed Mgr A Hermus in zijn rustwoning de naast van het instituut. Hij was 31 jaar als de directeur van het oude/nieuw instituut en 7 jaar als de priester-leraar
en 38 jaar was werkzaam. In 1940 werd terug gelopen van 3 naar 2 priester-leraren zijn Mhr v Uden en Mhr v Lierop.
over 15 jaar kwam de nieuwe priester-leraar van het instituut Mhr J v Eijndhoven in 1955 en verlaat Mhr A v Lierop van het instituut als de rector in Eindhoven.
Verder het jaren voorbij was op 20 November 1966 overleed Mgr J v Overbeek en al van te voren op 2 Oktober 1966 werd Mhr J Eijndhoven benoemdt tot de directeur van het instituut. Mgr J v Overbeek werd begraven op het IVD kerkhof. Mhr v Uden zijn het werk op het instituut nog veel meer de verandering naar het dovenonderwijs met het verrijkt van het instituut voor doven nog steeds groter aan de nieuwe bouw de Mhr v Udenschool, en paar jaar de studie in Universiteit te Nijmegen. Voor hem was het vobracht van zijn het werk, ging hij naar het bejaardengebouw in Beneden Leeuwen als de rector. toen hij boven 90 jaar oud en zijn gezondheid ging steeds achteruid en overleed hij in Nijmegen op 15 November 2008 en wrd hij begraven te Houthem-St Gerlach. En kwamen de priesters Leraren op het instituut zijn B. Tervoort, F. v Braam dan enige jaren gingen ze allebeiden van het instituut verlaten en zijn ambt priesters afgetreden.
Pater A v Beers en Pater E v Vught allebeiden van de Missiehuis te Tilburg toch wel waarlijk als hun priester-leraar van het instituut. Er werd gesproken en gelezen van Pater v Beers. In zijn pastoraal voor de doven heeft Ad v Beers meer dan een miljoen kilometer afgelegdom zijn mensen te bezoeken voor gesprek, doop van kinderen, huwelijk, jubilea en uitvaarten.
Bovendien verzorgde Ad maandelijks de Zondagsviering in Kalorama en Ede, later in Tilburg en Eindhoven, waar de dove mensen uit de regio bieenkwamen voor de Eucharistie en een verder gezellig samenzijn. Het laatste van zijn gezondheid door de zware longontsteking overleed hij op 9 Oktober 2010 te Tilburg van zijn leeftijd 89 jaar oud. Zo Pater E v Vught het precieszelfde de weg als zijn vriend Pater v Beers. Hij leefde nu nog en rust in de missiehuis van de Paters in Tilburg.
En nog paar Priester-leraren zijn Z.E.H. N. Smulders en Z.E.H. v Corven op het instituut. en dan Mhr v Corven werd benoemdt tot de pastoor in Esch in 1987 - 1998 en Mhr N , Smulders in waar ????
De Directeur J v Eijndhoven was het laatste de directeur van het instituut, dat daar in elke plaatsen werden bijgebouwd, daarna de helft van het instituut (achter) werd gesloopt in rond 1995 En traad hij de directeur van het instituut af in 1991 en werd opgevolgd aan de bruger de Directeur Viataal ( de voorheen van het Instituut voor Doofstommen) aan De Heer J Periek. in 1991.
De oude Directeur J v Eijndhoven overleed in Eindhoven op 27 April 2013 van zijn leeftijd 86 jaar en werd begraven in Netersel, Verder van het instituut voor doofstommen daarna Vitaal en nu Kentalis dat kan ik niet meer te vertellen. De boven foto de directeuren en priester-leraren van het instituut voor Doofstommen te Nieuw-Herlaer en St Michielsgesten blijven de goede herinneringen van 1840 - 1991. Over 2 jaar in 2 oktober bestaat het Nieuw Instituut 105 jaar plus de oude instituut 70 jaar totaal 175 jaar bestaan.
Rene' van der Veen.
Frans, jouw wedervraag over werkzaamheden van Pater van Vught. Toen hij op het instituut kwam was zijn taak hetzelfde als voorgaande priester-leraren en hij werd daar overal ingewerkt zoals ook met het gebarentaal vooral voor kinderen met de verstandelijke beperking. Bovendien trad hij ook als medewerker van de pastorale dienst. Net als Pater van Beers eerder ging hij ook overal het land in voor godsdienstoefeningen bij diverse dovenverenigingen om beurten. Bovendien hield hij ook een gespreksgroep aan huis bij diverse doven als WEL-bijeenkomst. Dat is wat ik jou wil laten weten.
Geen vraag ? Ik zal hierover wat vertellen over de directeuren en priester-leraren. In 1840 begon de totaal 46 dove leeringen (jongens en meisjes) met hun begeleiden 18 Zusters en 7 Broeders ( Xaverianen uit Bruggen en 5 later zijn ze verlaten naar Brugge en kwamen 9 Broeders van Maastricht) van het dorp Gemert naar het oude Instituut voor Doofstommen te Nieuw-Herlaer verhuizen. De nieuwe Directeur Mgr M v Beek wordt benoemd door de bischoppen Den Dubbelden en van Hooydonk uit Den Bosch en Breda. toen de na de start in Nieuw-Herlaer melden zich 20 nieuwe leerlingen, terwijl 6 leerlingen voldonde onderwezen waren van de school te verlaten. Het totaal aantal steeg daarmee van 46 naar 60 leerlingen. en over 2 jaar in 1842 was het aantal inmiddels gegroeid tot 72, waarvan 55 geheel gratis waren opgenomen. Slechts 8 leerlingen betaalden het volledige kostgeld.
Het is niet verwonderlijk dat de financieel situatie van het instituut precies verblijf.
Om de zware taak van Mgr Martinus van Beek eengezins te verlichten, werd de priester-leraar Z.E.H. Martinus van Bommel aangesteld als vic-driecteur en belast met financieen. Hij zorgde voor de uitbreiding van de drukkerij en de start in 1844 van de hostiebakkerij. (Volgende jaar 2014 bestaat de hostiebakkerij 170 jaar en de drukkerij 174 jaar ) En dan nog hij de pogingen om subisdie van het rijk te krijgen wat in 1842 een keer lukte en vanaf de iedere jaar met 2000,00 gulden- (ongeveer 900 Euro.
Voor 1851 wilde Mgr M van Beek nog eens de stichter voor het Stichter aan de Doofstommen Instituut In Amerika dat ging niet door en keerde hij weer terug in Brugge Belgie. Hij vervulde nog van de ambt Directeur van het Doveninstituut in Antwerpen. Hij was 11 jaar als de directeur van oude IVD in Nieuw-Herlaer. .
Zijn de opvolger de directeur van het oude Instituut voor
Doofstommen aan Z.E.H. Martinus van Bommel in 1851
Hij voerde een zeer zuinig financieel beleid, zodat het instituut in rustiger vaarwater terechtkwam. Na het vertrek van de directeur Mgr van Beek kreeg de priester-leraar van het oude instituut in 1851 en samen in Nieuw-Herlaer werd uitgebreid met een nieuwe gebouw waarin de slaapzaal van de jongens, de drukkerij en de schoenmakerij onderdak krijgen. De kleermakerij schoof daar naar een nieuwe ruimte.Alle geschikte jongens konden nu een ambacht leren. Op onderwijsgebied stond eveneens een verandering op stapel. Daarna in 13 jaar de directeurschap van Martinus van Bommel in 1964 was overleden en zijn de opvloger can het oude instituut aan Z. E. Heer Theo Slits in 1864. hij was een begenadigd leraar die de laatste ontwikkelingen op onderwijsgebied nauwlettende volgde naar op de hoogte van diverse lesmethode. Hij bezocht vanaf 1855 het instituten in Nederland, Duitsland, Belgie en frankrijk. Hierbij bleef gebarentaal weliswaar de boventoon voeren als van communiceren, maar spreekonderwijs werd een van de vakken waarvan vooral doofgeworden en slechthorenden konden deelnemen. Mgr C Terwind kwam in 1951 op het oude instituut als de priester-leraar, als jongeman van 25 jaar werd de pas gewijde priester.
De directeurschap Z.E.Heer Theo Slits dat hij zag het oude instituut verder uitbereiden, zowel wat leerlingen als gebouwen betrof. die groeide het oude instituut van 102 naar 139 leerlingen in leeftijd van 8 tot 16 jaar. En dan overleed in 12 jaren de directeurschap overleed Z.E.H. T Slits in 1876 en zijn opvolger aan Mgr C Terwindt tot de directeur van het oude instituut in 1876 was de belangerijkste lestmethode blijven. Zijn beleid was gericht en een rustig, maar gestage uitbereiding van de werkzaamheden. en kwam de priester-leraar Z. E. H. Sprengers.
Mgr C Twerwint hechtte bijzonder veel belang aan catechismusles dat hij dagelijkse dagen gaf. Tot op hoge leeftijd bleef hij zijn leerlingen godsdienstlessen geven. Ook begon hij in 1883 met de jaarelijkse bezinningsdagen voor mannelijk oud-leerlingen en ook voor de vrouwelijk oud-leer;ingen met zijn in de gaten hield. In 1880 benoemdt hi tot de Geheim Kamerheer van de Paus Leo XIII en mocht een titel noemen " MONSEIGNEUR" Hij deed heel veel voor de doofstommen leerlingen gedaan, maar hij was zeer streng en gelovige priester.Toen hij nog steeds ouder en kwam de nieuwe Priester-leraar van het oude Instituut Mgr A. Hermus in 1902 en elkaar zo flinke discusie over het spreekmethode, maar de directeur C Terwindt bleef achter en wilde hij helemaal niets van weten. Maar Mgr Hermus kreeg het hulp van de Broeder Overste en Moeder Overste daarna later in de stilletjes in contacht met Br. Vincent, Br. Kostka en Br. Cesarinusvoor het komende spreekmethode. Er kwamen nog steeds meer doofstommen leerlingen en dan het oude instituut kunt niet meer uitbereiden van de klassen voor de spreekmethode en liplezen. Mgr A, Hermus dat hij heel zo vaak met de bisschop van der Ven uit Den Bosch en dan Mgr Hermus kreeg het opdracht van de bisschop dat moest hij het nieuwe instituut zoeken voor de nieuwe aanbouw Waar? Eerste was in Tilburg dat de som van de aankoop grond was het duurder. En dan hij kreeg het hulp van Thee van Bos aan Theerestraat waar de een boerderij te koop werd aangeboden van matigen prijs 15 Duizend gulden ( 6,800 Euro) En dan de Bisschop van de Ven besloot Sint-Michielsgestel als vestigingsplaats te handhaven. en begon het nieuwe Instituut voor Doofstommen bouwen aan de Theerestraat in Sint Michielsgestel.
Het hoge bejaarde directeur C Terwindt heeft de eerste steenlegging per plaats gesteld in 1909 dan aftrad Mgr Terwind zijn de directeur van het oude insituut en zijn opvolger aan Mgr A Hermus tot de directeur van het oude en nieuw instituut in 1909,daarna een jaar later voor het nieuwe instituut klaar was, overleed Mgr A. Terwindt in 1910 van zijn leeftijd 84 jaar en 25 jaar jaar Priester-leraar en 33 jaar Directeur van het oude instituut totaal 58 jaar op het oude instituut was werkzaam.
tot volgende keer over het nieuwe instituut voor doofstommen in 1910.
Rene' van der Veen.
Jan, ik vind het nog niet duidelijk. Mijn vraag was of pater E. van Vught op het I.v.D. priester-leraar was geweest, wel weet ik dat hij bij diverse dovenverenigingen present was voor de godsdienstbijeenkomsten, ik ken hem heel goed dat hij iedere 4e zondag van de maand in Voorburg was. Don Bosco had diverse priesters voor die bijeenkomsten, zoals Mgr. E. Stolwijk, pater Elling, Pater Hendriks, pater e. van Vught en verder M. Broesterhuisen. Mgr. Hermus, Mgr. van Overbeek, Mr. van Lierop, Mr. van Uden kwamen altijd op Palmzondag naar Den Haag en Voorburg (Niet alle priesters tegelijk, maar een en het volgend jaar weer een ander).
Frans, jouw vraag of Pater van Vught naast de aanwezigheid bij godsdienstbijeenkomsten bij diverse dovenverenigingen ook op het instituut in klassen katechismusles of het nu anders is dan vroeger zoals men noemt katechese aan scholen geven. Vroeger deden ook Mgr. Hermus, Mr.v. Overbeek, Mr. v. Lierop en Mr.v. Eijndhoven naast priesterleraren op scholen ook geregeld diverse dovenverenigingen bezochten voor godsdienstoefeningen. Pater van Beers en Pater van Vught hadden voorbeelden gevolgd van voorgaande priesters. In vroegere tijden zoals in Nieuw Herlaer en later op het nieuwe instituut moesten de priesterleraren, zoals Hermus, Lathouwes, Bartels en Schoenmakers en de toekomstige directeuren naast katechismus ook taal- en rekenles geven. Later beperkten ze alleen tot het geven van katechismusles. Vroeger werden de lessen ook gegeven op zondagmorgen na de Hoogmis. Later werd het helemaal veranderd. Vroeger noemde men de zondagschool. Dat gebeurde ook veelal bij de protestanten in plaatsen met overwegend protestantse gemeente. Vroeger waren er ook in veel katholieke dovenvereniging hun eigen priester en hoeven de priesters van het instituut niet te vaak komen en wel geregeld. Mr.v. Uden kwam haast nooit bij elke godsdienstoefeningen en daar had hij helemaal geen gelegenheid voor, altijd druk met zijn studie. Hij bedoelde het ook heel goed.
Kleine foutje vermelden dat in het jaar 1941 de priesters-leraren werd teruggelopen naar 2 priester-leraren op het instituut.
Rene'. van der Veen
Jan Jonkman en Frans v Rijn.
Jan heeft mij het woorden gestolen. Goed zo. Hoe kan dat je het weet dat de onbreekt van 2 foto's van Z.E.Heren .... Schoenmakers en Martin ? Dat klopt wel dat ik kon van hun de foto's niet vinden. Z. E. H. ,,,,, Schoenmakers was wel eerder Priester-leraar van het instituut, toen hij tot de pastoor benoemd in .............. dat weet ik niet en zijn opvolger Mhr Bartels en Z.E.Heer ..... Martin meer voor een jaar op het instituut in 1939 - 1940 die hij was de opvolger van Z. E.Heer .... Bartels. van het begin in het jaar tot met 1991 maar 7 directeuren van het instituut.
Het is vraag van Frans v Rijn dat dacht hij nog meer priester-leraar van het instituut op zijn werkzaam waren. Neen ! wel een maar op het oude Instituut een Priester-Leraar van het instituut Z.E.Heer ..... Sprengers van hem de naast de directeur, maar was hij niet de directeur van het oude instituut. Toen Mgr v Beek voor de eerste directeur van het instiuut en maar een priester=leraar Z,E. Heer M v Bommel. Het blijft nog altijd op het oude instituut maar 2 priesters zijn de directeur en leraar..
Toen het nieuwe Instituut in 1910 begon maar een Directeur en 3 priesters, daarna in 1941 werd teruggelopen naar 3 priesters.
En nog een vraagje van Frans v Rijn dat Pater v Vught toch wel twijfelachtig de priester-leraar van het instituut, maar hij was wel geschikt als de priester van Goddienstig bij de dovenvereningingen in het verschillende plaatsen. En dan Pater A v Beers was wel priester-leraar van het instituut en ook de Goddienstig van de dovenvereningingen in het zuiden in Tilburg. Eindhoven, Den Bosch,
En ook dat het woord heeft gezegd dat er twee priester-leraren van het instituut van hun het verzoek dat ze van het instituut zijn verlaten, dat wat ze op het insituut iets vreselijk hebben gedaan. ja daarom noem ik ze niet als het woord Pater en Z.E.H. dus mijnheer Bernard en Fons.
De priesterleraren van het instuut gaven helemaal niet de les aan de dove leerlingen van de taal en rekenles, maar alleen het verplicht de katcehismus de lessen aan de dove leerlingen in de klas. Verder probeer ik nog verder wat deed de directeuren en priesterleraren van het instituut hun werkzaam zijn en kan hier op site schrijven. Misschien Jan en Frans nog wat iets vraag van mijn altijd welkom.
Rene' van der Veen.
Er moeten zeker nog meer priesters werkzaam zijn geweest in het I.v.D. in Herlaer en St. Michielsgestel, want die directeuren konden het toch niet alleen doen!!?
Zijn die priesters allemaal priester-leraren voor de doven in het I.v.D. Volgens mij zijn het godsdienstleraren, want ze gaven toch geen taal en rekenles aan de doven. Dat is ook een vraagje van mij.
Rene en Jan, Ik wil een vraagje stellen, maar het kan zijn dat ik het mis heb. Nou, Was pater e. van Vught een priester-leraar op het I.v.D. Ik ken hem alleen als priester bij de dovenverenigingen in Nederland. Doet daar godsdienstbijeenkomsten bij de dovenverenigingen. Dat is toch geen priester-leraar of wel!!??
Bernard Tervoort moet hier eigenlijk niet vermeld worden, want hij heeft iets vreselijk gedaan op de meisjesafdeling. Beter zijn naam eruit, dan is er geen gedachtenis meer van hem.
Rene, je hebt bijna alle priester-directeuren en priester-leraren bij elkaar weten te verzamelen in deze site, maar er ontbreken hier twee priester-leraren. Het zijn Mr. Schoenmaker en Mr. Martin. Ik kende alleen directeur van Overbeek en van Eijndhoven en de andere priesters van Lierop, Van Uden, Norbert Smulders, Pater van Beers, Pater van Vught en Bernard Tervoort toen allemaal nog in levende lijve. Jan van Eijndhoven was als de 7e priester-directeur de enige die de gewone herenpak met stropdas droeg. Bernard Tervoort en Mr. Braam waren uit hun priesterschap getreden en gingen het huwelijk in. Drie priester-leraren zijn nu nog in leven. Het zijn Norbert Smulders, Pater van Vught en Mr.van Corven.